Ware progressieven begrijpen dat homo’s bang zijn voor islam

20 juni 2022Leestijd: 6 minuten
Een groep gelovige lhbti'ers tijdens het begin van een pelgrimstocht langs elf kerken tussen Utrecht en Amsterdam. Foto: ANP / Remko de Waal

Kritiek op de islam is nog altijd een gewaagde onderneming. Zeker als een lhbt’er zich uitspreekt over de intolerantie onder moslimmigranten, ligt die al snel onder vuur vanuit de islamitische hoek, maar ook vanuit zelfverklaarde progressieven. Dominique Wiedeman ondervond het aan den lijve en schrijft erover op EW Podium.

Dominique Wiedeman (1994) studeert Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de UvA en richt zich daarbij momenteel vooral op corporate communicatie. Hij schrijft regelmatig opinie-artikelen in verschillende media.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.

Zoals bekend is er tegenwoordig geen ideologie waarbij je kritiek moet bekopen met zoveel collateral damage, in de vorm van online dan wel offline agressie en dreiging, als de islamitische ideologie. Toen ik recent in de documentaire Het M-woord van Haroon Ali aankaartte dat homohaat nog altijd welig tiert in islamitische landen (voor lhbt’ers de onveiligste landen ter wereld) en ook in de islamitische cultuur hier in Nederland, kon ook ik weer eens rekenen op dergelijke respons.

Waarop ik mij wederom genoodzaakt voelde preventieve acties te ondernemen ter waarborging van mijn veiligheid. Immers, ik ben me er – en ik zou willen dat ik dit overdreef – terdege van bewust dat deze kritiek me zelfs fataal kan worden, waarvan we helaas dan ook al heel wat Nederlandse en buitenlandse voorbeelden kennen.

Geestelijk is het vermoeiend. Daarnaast was en is (en blijft, vrees ik) er diezelfde veelvuldig onnozele poging tot het delegitimeren van zorgen over de ernst van die respons middels de tweeledig, retorisch geponeerde vraag: Maar je mag het toch zeggen, en dat doe je toch ook? Jazeker, dat klopt. Al naar gelang de letter van de Nederlandse wet is elke vorm van kritiek op welke ideologie dan ook te allen tijde en overal toegestaan. Zo ook als die betrekking heeft op de islam. Maar tussen deze letter, en de praktijk op straat en op sociale media bestaat een wereld van verschil wanneer die kritiek op specifiek de islam is gericht. En dat verschil zit hem in die ernst.

Kritiek op de islam komt met de meest ernstige repressies

Bij kritiek op andere religieuze ideologieën zoals het christendom (waarmee ik zelf op strikte wijze ben opgegroeid), het jodendom, en welke levensbeschouwelijke dan wel politieke of andersgezinde ideologie dan ook, bestaat het risico op zulke ernstige repressies niet. Wie anders beweert, liegt. En God mag weten waarom, aangezien niemand daarmee is geholpen.

Lees ook deze blog van Roelof Bouwman terug: Islam, baarmoeders, omvolking: de linkse taboes stapelen zich op

Taboe

Niet in de laatste plaats lhbt’ers die zelf met de islam opgroeien. Voor hen ligt in de meeste gevallen een tragisch lot van niet-acceptatie, verstoting, vernedering, vergelding, dubbelleven en eeuwige schijn in het vooruitzicht, zoals mede werd bevestigd in Het M-woord en de daaropvolgende talkshow. Ervaringen zoals die van Saïd Zankoua – die het praktiseren van zijn homoseksuele geaardheid herhaaldelijk moest ontgelden met zulk bruut geweld vanuit zijn eigen Marokkaans-islamitische gemeenschap dat de dood erop volgde (vrede zij met hem) – waren én zijn niet de uitzondering, maar de regel. Nog steeds. En ook nog steeds in Nederland.

Hoop reacties op deelname aan Het M-woord getuigden van herkenning, waardering en bezorgdheid

Hoewel meer en uitvoeriger onderzoek nooit kwaad kan – zeker niet wanneer beleid ter bestrijding van een probleem daarmee kan worden gestaafd dan wel gelegitimeerd –  bevestigen alle kwalitatieve en kwantitatieve resultaten tot dusver dat mijn ervaringen met oververtegenwoordigde homohaat vanuit niet-westerse moslimmigranten wel degelijk representatief zijn. Een hoop reacties op mijn deelname aan Het M-woord – publiek en privé – getuigden dan ook van herkenning (‘Ik heb hier zelf helaas ook mee te maken.’), waardering (‘Dapper dat je dit op nationale televisie durft te zeggen.’) en bezorgdheid  (‘Natuurlijk heb je gelijk, maar kijk je wel uit?’). Die reacties komen bij lange na niet allemaal uit rechtse, laat staan extreemrechtse, hoek.

Het schijnt nodig te zijn dit expliciet te vermelden, aangezien de framing dat je (extreem)rechts zou zijn of het verwijt dat ten minste in de kaart te spelen wanneer je hier eerlijk over bent – bovenop gefundeerde angst voor repressies – voor veel lhbt’ers én anderen tegenwoordig voldoende reden is om af te zien van het benoemen van dit probleem. Of om het zelfs liever helemaal te ontkennen. Laat staan hier een constructief gesprek over te voeren dat moet uitmonden in concrete, bestuurlijke acties die de samenleving vooruit helpen.

Twee extremen domineren het debat

Weinig verrassend is het dus ook dat het debat hierover al jaren in de greep is van, en zodoende wordt gevoerd door, twee extreme kampen: het linkse kamp van gelogen ontkenning en misplaatste bagatellisering versus het rechts-populistische kamp van algehele generalisering en karikaturale overdrijving.

Lees hier meer over de moeilijke positie van lhbt’ers in Hongarije: Orbán handelt met antihomowet in de geest van Iraanse ayatollahs

Orbán Khamenei

Angst voor stigmatisering en voor het toegespeeld krijgen van de discriminatie-, racisme- of xenofobiekaart in combinatie met gebrekkigheid aan lef, wilskracht, intellectuele armoede, pervers exotisme en naïviteit bij links hebben ervoor gezorgd dat rechtse populisten dit debat lijken te winnen. Zij worden steeds populairder onder homoseksuelen en andere lhbt’ers. Dit terwijl die populisten nogal eens flirten met illiberale democratieën zoals Polen en Hongarije. Daarin prevaleert de onbeschaafde dictatuur van de meerderheid boven de beschaafde garantie van de rechten van minderheidsgroepen – zoals lhbt’ers.

Het verraad van hedendaagse progressieven

Politici en bestuurders die zichzelf progressief wanen zouden ondubbelzinnig en concessieloos moeten staan voor progressieve zaken als mensenrechten, gelijkwaardigheid en vrijheid. En zich militant moeten opstellen tegenover alle (manifestaties van) ideologieën die hier intolerant tegenover staan. Maar in plaats daarvan hebben velen van hen helaas op onverklaarbare, en trouwens ook electoraal ongunstige, wijze besloten een buitenlandse, overwegend orthodoxe, patriarchale, misogyne, homofobe ideologie te behoeden voor waarlijk progressieve kritiek.

Een enigma. Dat was het voor mij, als kind dat opgroeide in de multiculturele Amsterdamse probleemwijk Slotermeer, al en dat is het nu nog steeds. Zien deze ‘progressieven’ dan niet dat zij met het voorstaan van beleid als ‘integratie met behoud van cultuur’ de grondbeginselen van onze geëmancipeerde, westerse, liberale democratie verloochenen? Grondbeginselen waarvoor, juist ook door hun progressieve voorgangers, hard is gestreden en een hoop bloed heeft moeten vloeien – ook van moedige lhbt’ers.

Zijn zij er dan blind voor dat niet-westerse nieuwkomers in Nederland en masse denkbeelden en overtuigingen over mens en maatschappij met zich meebrengen die haaks staan op onze progressieve verlichtingswaarden en -normen, en dat het omarmen daarvan dus zonder enige vorm van vrijwilligheid moet worden afgedwongen om deze te koesteren en beschermen? Waarom deinzen zij ervoor terug hierover glashelder te zijn tegen immigranten?

De valse gelijkstelling van homofobie met ‘islamofobie’

Lees ook dit opiniestuk op EW Podium: Privileges van gelovigen zijn onterecht

En waarom verwarren zij bij het nastreven van de eigentijdse heilige gralen diversiteit en inclusie steeds vaker ongekozen persoonskenmerken met gekozen levensovertuigingen, of stellen ze die daaraan zelfs gelijk? Sinds wanneer vinden zij homofobie als zijnde aversie tegen homoseksualiteit ook maar enigszins vergelijkbaar met ideologiekritiek onder de sluw doch slim gevonden noemer van ‘islamofobie’? Het is toe te juichen diversiteit en inclusie te aspireren, maar hoewel intolerante perspectieven die in strijd zijn met onze grondbeginselen daar ook aan kunnen bijdragen, mag deze aspiratie nooit een reden zijn die te tolereren. Progressieven bij uitstek zouden hier waakzaam op moeten zijn.

Natuurlijk is angst voor de islam, zeker vanuit homoseksuelen en andere lhbt’ers, terecht. Dat behoeft geen nadere uitleg. Daarom moeten we niet tolereren dat de islam ten opzichte van andere religies en ideologieën een uitzonderingspositie claimt op kritiek. Onder geen enkel beding.

De missie van ware progressieven

Het is aan ware progressieven om de giftige mix van identiteitspolitiek regressivisme, abject cultuurrelativisme, op postmodern gedachtegoed gebaseerde ondoorgrondelijk tegenstrijdige ideeën en stellingnames – verpakt als zogenaamde ‘ruimdenkendheid’ – en kinderlijke naïviteit achter zich te laten. En zich weerbaar op te stellen jegens intolerantie.

Wie weet zullen we in de toekomst dan ook ooit eens een regenboogvlag aan een moskee zien wapperen, zoals sinds het begin van deze Pride-maand alweer veelvuldig gebeurt op kerken en synagogen. Dat zou pas progressie zijn. Progressie die mijn veiligheid, en die van ieder ander die zijn kritiek op de islam publiekelijk uit, ook ten goede zou komen.