Lessen uit het taoïsme over politieke gematigdheid

24 juni 2022Leestijd: 5 minuten
De taoïstische Hsing Tien tempel in Taipei, Taiwan. Foto: Sam Yeh / AFP

In de Chinese, taoïstische filosofie staat de balans der dingen centraal. Ook beschrijft de Tao Te Ching geregeld hoe een wijze overheid regeert. Deze inzichten bieden waardevol perspectief op moderne politiek, schrijft Daan H. Teer op EW Podium.

Daan H. Teer (1997) is liberaal humanist en schrijver. Hij is alumnus in de geesteswetenschappen aan University College Utrecht, waar hij onder meer taalkunde, geschiedenis, recht en journalistiek studeerde.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.

De geschiedenis van het taoïsme is zo ongrijpbaar en mysterieus als de stroming zelf. De Tao Te Ching, een verzameling teksten die tot op heden de grondslag vormt van deze filosofie, wordt toegeschreven aan ‘Lao Tzu’ (vertaling: ‘oude man’). Het wordt betwist of die naam één werkelijke, historische figuur betreft of mythisch is, meerdere auteurs omvat en achteraf met de teksten werd verbonden.  

De culturele invloed van het taoïsme is echter onweerlegbaar. Het is één van China’s drie grote religies, samen met het boeddhisme en het confucianisme. Ook in Nederland heeft het zijn aftakkingen, van vrijblijvend hobbyisme tot orthodoxe beoefening.  

De wijze heerser en de hemelse weg

Het woord ‘Tao’ is in de Chinese filosofie verwant aan de nog oudere woorden ‘hemel’ en ‘weg’: metafysische begrippen die werden gehanteerd voor de beschrijving van het morele, harmonieuze bestaan. Geleerden vermoeden dat het woord zijn oorsprong vindt in het Tijdperk van Strijdende Staten: een periode tussen de vijfde en derde eeuw voor Christus waarin China in een grote oorlog verkeerde. De stroming is daarom deels een verzoenend antwoord op de politieke instabiliteit van die tijd. Naast wijsheden voor ieder mens, waren haar lessen  direct gericht tot de regering. Ze voorzien in een beschrijving van de ‘wijze’: diegene die in overeenstemming leeft met de hemelse Weg en zodoende kan heersen.  

Lees ook van Daan H. Teer op EW Podium: De onverklaarbare onaantastbaarheid van Michel Foucault

Karakteristiek voor de wijze is dat hij de balans van de Tao handhaaft, dus geen ingrepen doet die het rijk van de Weg afbrengen. Hij vloeit harmonieus mee als water en past zich aan aan het volk en de perikelen van de tijd. ‘Gebogen dan recht; hol dan leeg […] de wijze omarmt de Tao en staat model voor het rijk,’ schrijft Lao Tzu. Hetzelfde boek stelt: ‘De Ene [Weg] is breed, reikend naar zowel links als rechts.’ Wie bijgelovig is ingesteld, zou dat kunnen zien als een voorbestemde knipoog naar de hedendaagse politiek.  

Conservatief en progressief als yin en yang 

Hoewel politiek rechts en politiek links omstreden concepten zijn, worden ze vaak geassocieerd met behoud en vernieuwing, oftewel: conservatief en progressief. Deze tegenstelling sluit naadloos aan bij die van de yin en de yang: twee begrippen die het taoïsme voorgingen en erdoor werden geadopteerd. Yin symboliseert duisternis, introversie en stilte. Yang symboliseert licht, extraversie en activiteit.  

De Tao wordt gekenmerkt door een wisselwerking tussen deze twee krachten. Yin en yang hebben geen inherent waardeverschil. Elk heeft zijn tijd en plaats. Wie de Weg tracht te volgen, dient ze in harmonie te combineren. Yin is behoud van de status-quo. Yang is manifestatie van het nieuwe. Het is daarom gepast om het conservatisme te associëren met yin en het progressivisme met yang. 

Ondanks hun paradoxale natuur vormen yin en yang samen één universeel geheel: de Tao. Wie een stap vooruit doet, betreedt het onbekende. Wie stilstaat, onderstreept de huidige positie en zo de stappen die daartoe hebben geleid. Hetzelfde geldt voor maatschappelijk behoud en vernieuwing. Elke geconserveerde institutie is het product van een ooit tot stand gekomen innovatie. Elke institutionele progressie berust op een voorheen gevestigde orde. Conservatieven en progressieven zijn zo deel van één en hetzelfde proces en daarom, onvermijdelijk, tot elkaar veroordeeld.

Hoe politiek de Weg verliest

Vreemd genoeg is het in onze samenleving niet onmodieus om uitsluitend yin of yang te adopteren en aldus beslag te leggen op universele wijsheid. Thierry Baudet en zijn acolieten klampen zich krampachtig vast aan de instituties van de ‘Nederlandse cultuur’, maar falen erin toekomstperspectief te bieden in een rap veranderende wereld. Een reactionair wordt gekenmerkt door een overmaat aan yin. Hij graaft zich halsstarrig in en stagneert.

De SP verbrak een jaar geleden de banden met jongerenpartij Rood, omdat verdwaalde tieners daarin trachtten het bevroren lijk dat communisme heet gezamenlijk nieuw leven in te blazen. Een revolutionair wordt gekenmerkt door een overmaat aan yang. Hij haast zich roekeloos het onbekende in en struikelt. Beiden streven waanzinnige utopieën na (de een uit het verleden, de ander in de toekomst) maar hebben geen benul van de Weg, omdat ze de noodzakelijke balans van de Tao hebben verraden.

Psychologisch onderzoek wijst uit dat politieke voorkeuren significant worden beïnvloed door persoonlijkheidstrekken. Met name de eigenschappen openheid (voor nieuwe ideeën en ervaringen) en gewetensvolheid (voor werk en verantwoordelijkheden) zijn belangrijke voorspellers daarvan. Mensen die open zijn, zijn politiek vooruitstrevend. Zij hebben affiniteit met innovatie en nieuw beleid. Mensen die consciëntieus zijn, zijn politiek terughoudend. Zij neigen naar de instandhouding van systemen die de tand des tijds hebben doorstaan.

Conservatisme en progressivisme vereisen elkaar

Dit betekent dat de variatie in conservatisme en progressivisme die tussen mensen bestaat, deels is ingebed in hun persoonlijke natuur. Politieke affiniteit met links of rechts is daarom niet zozeer een kwestie van wijsheid, als wel een kwestie van temperament. Sommigen van ons neigen naar behoud van het oude. Anderen neigen naar bewerkstelliging van het nieuwe. Maar de twee zijn voorwaardelijk ten opzichte van elkaar. Vernieuwing vergt behoud en behoud vergt vernieuwing. Beide zijn niet optioneel, maar essentieel. 

Wie enkel yin of yang voor ogen heeft, verliest de balans in de Tao. Wie enkel behoud of vernieuwing voor ogen heeft, verliest de balans in de samenleving. De Weg ligt onherroepelijk in het midden. Politiek gezien vraagt dat om een aanhoudende, evenwichtige discussie waarin zorgvuldig onderscheid wordt gemaakt tussen al wat reeds waarde heeft en al wat nog verbetering behoeft.

Conservatieven zullen moeten toegeven dat hun geliefde instituties ooit door progressieven werden opgezet. Progressieven zullen moeten toegeven dat, zonder de instandhouding door conservatieven, zij nooit een bedding voor innovatie bezaten. De extremist verruilt die discussie voor goedkope dogma’s. Hij wint zo antwoorden, maar verliest de realiteit: de Weg kwijt, noemen we dat in de Lage Landen.