Hoe een Randstedeling zich thuis voelt in de BoerBurgerBeweging

09 mei 2022Leestijd: 5 minuten
Caroline van der Plas, leider van de BoerBurgerBeweging. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Arie Kievit

Het lijkt vreemd dat iemand uit de Randstad affiniteit voelt met de BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas. Laat staan dat die stedeling ervoor gaat werken. Toch is het niet zo vreemd, verklaart Dennis de Witte, BBB-fractiemedewerker in de Tweede Kamer, op EW Podium.

Dennis de Witte (1993) studeerde geschiedenis en heeft een brede interesse in de parlementaire geschiedenis en de politieke actualiteit. Hij werkt als fractiemedewerker van de BoerBurgerBeweging in de Tweede Kamer.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

Verbaasd, vragend en zelfs een enkele keer denkend dat ik een grap maakte: zo waren de reacties binnen mijn grotendeels Randstedelijke kennissenkring toen ik lid werd van dé politieke nieuwkomer van afgelopen verkiezingen, de BoerBurgerBeweging (BBB). Maar het is juist in de schuur van voorvrouw Caroline van der Plas dat ik ontdekte dat ik als gedesillusioneerde stadse Nederlander niet per se binnen de mij vertrouwde kringen hoefde te blijven om mijzelf gehoord te voelen in de politiek.

De traditionele loopgraven van de partijpolitiek verlaten om ongehoorde en afgehaakte burgers een stem te geven in de Tweede Kamer. Kijk verder dan etiketjes, negeer bepaalde dogma’s en een ‘boerenpartij’ blijkt plots ook een warm bad voor een Randstedeling wiens vertrouwen in de gevestigde partijpolitiek is weggeslagen.

Caroline van der Plas komt niet uit het niets

Het eerste jaar van BBB als politieke partij in de Tweede Kamer is onlosmakelijk verbonden met het verhaal van Caroline van der Plas in de Tweede Kamer. Voor ons in de Randstad was het alsof ze plots ineens daar was. In haar kielzog ontwikkelde in relatieve luwte een politieke partij doordrenkt met wat Rotterdammers een ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit zouden noemen.

De agendering van boerenkwesties is volgens sommigen bewijs van een one-issuepartij. Ik leg het uit als een voorbeeld van een infectie die zich als een olievlek verspreidde door politiek en bestuur. De wijze waarop boeren onevenredig hard worden geraakt op basis van een ambtelijk gecreëerd papieren ‘stikstofprobleem’ staat symbool voor het verloren contact met de samenleving.

Het lijkt of men continu bezig is met idealistische dromen bedacht in mondiale kringen en lobbykantoren, terwijl Nederlandse starters al moeite hebben met het vinden van een woning. De woningnood werd steeds hoger. Dweilen met de kraan open, zo zag men uiteindelijk ook in Den Haag. Oplossing? Een door bouwlobbyisten bedacht plan voor honderdduizenden nieuwe woningen in een land dat voor veel mensen steeds claustrofobischer begint te voelen. Dat voor die honderdduizenden woningen op de ambtelijke burelen bleek dat vooral boeren de klos zouden worden? Ach, wie zijn die mensen?

Politiek draagt zelf schuld voor kloof met samenleving

Steeds vaker lijken volksvertegenwoordigers en bestuurders grote groepen in de samenleving niet te kunnen bereiken in hun communicatie. Of het nou over het onteigenen van boeren gaat, de coronatoegangsbewijzen of het wankelende staatsbestel gaat: de politieke elite lijkt een taal te spreken van een grachtengordel-tunnelvisie doordrenkt met ambtelijk jargon en niet te beseffen dat zij er niet alleen vóór de burger, maar ook dóór de burger zit.

En dat die burger niet alleen uit Amsterdam komt, maar ook in Winssen, Boxmeer of Veere woont. Of op Rotterdam-Zuid, in de Schilderswijk of Kanaleneiland. Dat die burger niet altijd academisch geschoold is, thuis is in ambtelijk taalgebruik en dat dát de kans vergroot dat hij zich niet gezien en gehoord voelt en toevlucht zoekt in andere kringen. Kringen waar hij zich wél gehoord voelt.

De BoerBurgerBeweging staat gelukkig niet alleen in haar strijd tegen deze vaak gehekelde Haagse bestuurscultuur. Er begint een trend te ontstaan waarin nieuwkomers vastgeroeste machtspartijen uitdagen, met succes.

Het belang van lokaal produceren

Met de toenemende geopolitieke spanningen, schommelingen in bevolkingsgroei en de dreiging van recessie is het onbegrijpelijk dat lokale voedselproducenten op de Haagse tekentafel uitgegumd lijken te worden. De globaliseringsdroom waarbij iedereen leeft in een wereldwijd handelsnetwerk lijkt uiteen te kunnen spatten. Vrede en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend en juist daarom moet de nadruk liggen op zo veel mogelijk (voedsel)productie in eigen land en waar mogelijk een zo positief mogelijke handelsbalans opbouwen, zonder al te veel te importeren.

Als je daarnaast de ambitie de planeet schoner te maken en houden meeweegt, zou lokaal produceren altijd duurzamer kunnen en moeten zijn dan voedsel invliegen. Het zou ons land een stuk onafhankelijker maken als het voedsel in een supermarkt in Den Haag, Amsterdam of Rotterdam afkomstig is uit Gelderland, Overijssel of Friesland. Platteland, de regio en de stad moeten elkaar versterken in het belang van Nederland.

Het afbrokkelen van gemeenschapsgevoel, dure klimaatplannen en het volbouwen van landelijke gebieden met nieuwbouw die massaal worden voorzien van niet-klimaatvriendelijke tegeltuinen, dat raakt iedereen; of je nou een stedelijke academicus met een bakfiets bent of de boer op een trekker uit ‘de provincie’: uiteindelijk hebben wij allen baat bij een leefbaar land.

BoerBurgerBeweging bestrijdt bestuursbubbel

De partijen die het de afgelopen decennia voor het zeggen hadden, lijken verworden tot een bestuurdersbubbel die nauwelijks op de hoogte lijkt van het reilen en zeilen onder de bevolking. Het zijn symptomen van een regenteske cultuur die langzaam maar zeker op haar einde loopt, maar dat zelf nog niet doorheeft.

De casus van het dreigend onteigenen van boeren bewijst dit: een op ambtelijke tekentafels gecreëerd papieren probleem bedreigt het bestaan van talloze boeren, hun familie en hun bedrijvigheid. Het is een overheid die burgers toespreekt in een taal die de burger niet verstaat, waardoor niet alleen miscommunicatie, maar ook frustratie en onbegrip ontstaan.

Deze frustraties en onbegrip moeten worden gekanaliseerd in een beweging die boer en burger verenigen, korte metten maakt met de Haagse regentenkliek. Als je niet wilt opgeven maar de strijd wilt aangaan, voor een Nederland waarin iedere Nederlander telt, dan vind je zelfs als stedeling een prima thuis in de BoerBurgerBeweging.