Niet Le Pen maar juist Macron is de Franse Trump

25 april 2022Leestijd: 5 minuten
Emmanuel Macron spreekt na zijn verkiezingsoverwinning. Foto: Ludovic MARIN / AFP

Een glansrijke overwinning voor zittend president Emmanuel Macron. Uitdager Marine Le Pen leek even kans te maken, maar zij heeft nooit de ‘Trump-factor’ gehad. Nee, het is juist de centristische Macron die in 2017, en nu in 2022 opnieuw, het traditionele midden in de Franse politiek volledig heeft verpulverd, schrijft historicus Geerten Waling voor EW Podium.

Geerten Waling (1986) is EW-columnist en redacteur van EW Podium. Als historicus heeft hij zich onder meer toegelegd op de politieke geschiedenis van Frankrijk. Daardoor volgde hij ook deze presidentsverkiezingen met grote interesse.

EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek of werkervaring bijdragen aan het debat. De artikelen reflecteren niet noodzakelijkerwijs de opvatting van de redactie.

De Franse presidentsverkiezingen leken nog even spannend, toen zittend president Emmanuel Macron in de eerste ronde – op 10 april – met minder dan 28 procent van de stemmen de hete adem in de nek voelde van de rechts-radicale Marine Le Pen (23 procent) en de links-radicale Jean-Luc Mélenchon (22 procent). Maar gisteren, 24 april, verwierf Macron in de tweede ronde met 58 procent een ruim mandaat voor een tweede termijn van vijf jaar.

Het midden heeft gewonnen?

De uitslag is in elk geval duidelijk genoeg om geen twijfel te laten bestaan over de legitimiteit van het presidentschap van Macron. Zorgen zijn er wel om enerzijds de lage opkomst en anderzijds de groeiende steun voor Le Pen (41 procent in de tweestrijd), die deels kan worden toegeschreven aan de forse achterban van haar eigen partij Rassemblement Nationaal, deels ook aan kiezers die eerder op andere rechtse en zelfs op radicaal-linkse kandidaten – zoals Mélenchon – hadden gestemd.

Samen met veel van de niet- en blanco-stemmers (in totaal bijna eenderde van het electoraat) vallen veel van de niet-eigen kiezers van Le Pen in de categorie teleurgestelde burgers, die wij in Nederland sinds kort de ‘afgehaakten’ noemen: Fransen die niet zien of voelen hoe de progressieve agenda van Macron hun leven beter maakt.

Dat is op zich niet nieuw. Al in 2002 wist Jean-Marie Le Pen, die overigens beduidend radicaler en reactionairder was dan zijn dochter, door te dringen tot de tweede ronde (waarin hij met 18 procent geen schijn van kans maakte tegen Jacques Chirac). In 2017 behaalde Marine Le Pen voor het eerst ook de tweede ronde, waarbij zij ook toen al eenderde van de stemmen kreeg – fors meer dan haar vader ooit had behaald. Haar kiezers waren – en zijn – veelal Fransen uit lagere sociale milieus, wonend op desolate delen van het platteland of in verpauperde, voormalige industriesteden.

Gisteren gingen twee van de vijf stemmen (41 procent) naar Le Pen. Dit zijn vaak burgers die in de moderniteit en de vooruitgang geen hoop of kansen zien maar vooral aanvallen op vertrouwde zekerheden. Toch komt Le Pen nog altijd niet in de buurt van Macron. Dat geeft te denken.

Niet Le Pen, maar Macron heeft de Trump-factor

In de aanloop naar de tweede ronde werd gevreesd dat, in weerwil van de peilingen, Le Pen toch zou kunnen winnen – zoals Donald Trump in 2016 tegen alle verwachtingen in won van Hillary Clinton. Die vrees ging voorbij aan het feit dat Franse peilingen doorgaans veel betrouwbaarder zijn dan de Amerikaanse, maar ook aan een ander punt. Namelijk: in Frankrijk is het niet zozeer Le Pen die de ‘Trump-factor’ heeft, maar juist president Macron zelf.

Overal in de westerse wereld zijn traditionele politieke partijen de afgelopen jaren onder druk komen te staan van ‘populistische’, of in elk geval minder bestuurlijke en regenteske, politici en partijen. Het bijzondere van Frankrijk is dat de concurrentie van het establishment uit eigen gelederen kwam: de energieke en charismatische Emmanuel Macron richtte in 2016, toen nog als minister van Economische Zaken, een eigen beweging En marche! (vrij vertaald: Vooruit!) op.

Toen de impopulaire president François Hollande (2012-2017) zich niet verkiesbaar stelde voor een tweede termijn, zag Macron zijn kans schoon. De Parti Socialiste, de partij van Hollande, stortte toen al in, haar kandidaat behaalde nog maar 6 procent. In een nek-aan-nekrace liet ‘new kid’ Macron met 24 procent ook de communistische Mélenchon, de republikeinse François Fillon (beiden 20 procent) en Marine Le Pen (21 procent) achter zich, waarna hij in de tweede ronde tegen Le Pen ruimschoots zegevierde.

Niet Le Pen maar Macron is het disruptieve element

Het disruptieve element in de Franse politiek was dus niet Marine Le Pen. Zij was ingestapt in de oude partij van haar vader – het Front National – die al sinds 1972 een vast onderdeel was van de Franse politiek. Nee, het was Emmanuel Macron die in 2016, het jaar van Donald Trump, besloot om in zijn land de bijl aan de wortel te leggen van het politieke establishment.

Lees ook dit omslagverhaal uit 2019 terug over Emmanuel Macron: de nieuwe keizer van EuropaElsevier weekblad cover editie 39 2019

De gevolgen van die stap voor de Franse politiek zijn nauwelijks te overschatten. Zeker nu, vijf jaar later. De Parti Socialiste van François Hollande haalde met de Parijse burgemeester Anne Hidalgo in de eerste ronde nog maar 1,74 procent van de stemmen. Maar ook de republikeinse partij van Nicolas Sarkozy (Les Républicains, voorheen: UMP) kreeg nog maar 4,78 procent – niet eens genoeg voor de drempel van 5 procent om de campagnekosten door de staat vergoed te kunnen krijgen.

Vernedering van het oude midden

De twee grote machtsblokken van weleer zijn dus volledig gedecimeerd. Was hun verlies in 2017 al ronduit pijnlijk, in 2022 mogen we wel spreken van een totale vernedering. Die vernedering kunnen zij niet afschuiven op de radicale flanken, ondanks het relatieve succes van de communist Mélenchon en de reactionaire Le Pen. Nee, hun vijand komt uit eigen kring: Emmanuel Macron, die met zijn beweging (inmiddels onder de naam) La République en Marche! een bom heeft gegooid op het politieke midden in Frankrijk.

Op 12 en 19 juni aanstaande kiezen Fransen de leden van hun Tweede Kamer, de Assemblée Nationale. Dan is de vraag in hoeverre president Macron ook voor zijn regering en zijn beleid weer een mandaat weet te krijgen. Dat wordt vooral een strijd tegen (en tussen) de flanken, want door zijn eigen toedoen hoeft Macron van het traditionele midden voorlopig niets meer te verwachten.