In het land der gekwetsten is de populist koning

17 september 2021Leestijd: 4 minuten
Gideon van Meijeren (R, FVD) wordt aangesproken door Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp (L). Foto: ANP.

Tweede Kamerleden vervallen in gekwetstheid en emoties wanneer zij te maken krijgen met een hun onwelgevallige mening. Het debat gaat dan niet meer over de inhoud, maar is een wedstrijd geworden wie het meest gekwetst is. Dat is een parlement onwaardig, schrijft jurist en voormalig Tweede Kamer-beleidsmedewerker Fabian van Hal voor EW Podium.

Holocaustvergelijkingen zijn zo not done, dat er zowaar een stijlmiddel voor in het leven is geroepen: de Godwin. As an on-line discussion grows longer, the probability of a comparison involving Nazis or Hitler approaches 1 – Als een online discussie maar lang genoeg duurt trekt er altijd wel iemand een vergelijking met de nazi’s of Hitler – , schreef bedenker Mike Godwin. Dat die vergelijking geen hout snijdt en degene die haar maakt immens impopulair maakt, heeft een voor de hand liggende reden: in de recente geschiedenis was er niets zo gruwelijk, onmenselijk en weerzinwekkend als de Jodenvervolging.

Fabian van Hal (1996) is masterstudent strafrecht en schrijft onder meer voor Vrij Links. Ook werkte hij in de Tweede Kamer voor de fractie Van Kooten-Arissen en was hij lid van de studentenraad van de Universiteit van Amsterdam.

 

Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week meerdere artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring willen bijdragen aan het publieke debat.

Toch had Gideon van Meijeren, Kamerlid voor Forum voor Democratie, de dubieuze durf om vorige week een Godwin uit te spreken – nota bene in het parlement. Volgens Van Meijeren lijken de coronamaatregelen op de aanloop naar de Jodenvervolging. Om het bonter te maken voegde hij eraan toe dat hij zou willen dat mensen opstaan en het beleid tegenwerken, net zoals hij had gehoopt dat mensen dat in de jaren dertig hadden gedaan.

‘Kwetsend’ geen criterium om woord te ontnemen

Niet alleen waren zijn collega-Kamerleden ziedend,  voorzitter Vera Bergkamp ontnam hem tot driemaal toe het woord. ‘Uw woorden zijn kwetsend,’ stelde zij met een ernstige blik. De reacties van Kamerleden waren van eenzelfde orde. ‘Soms weet je niet waar je moet beginnen om het gesprek te beginnen,’ begon Kamerlid Hilde Palland van het CDA haar interruptie. Ze voegde daaraan toe dat zij de stellingname van Van Meijeren ‘volstrekt ontoelaatbaar’ vond. ‘Buiten deze Kamer worden uw woorden als heel kwetsend ervaren,’ zei Bergkamp.

Als kwetsend ervaren, dat is wat de Kamervoorzitter, de poortwachter van een eerlijk en open debat, te zeggen heeft over onwelgevallige woorden en onterechte vergelijkingen. Wellicht is er een groep mensen die de woorden van Van Meijeren als kwetsend ervaart, maar een andere groep neemt er minder aanstoot aan. Is de mate van gekwetstheid een criterium om iemand het woord in de Tweede Kamer te ontnemen? Blijkbaar wel, volgens voorzitter Bergkamp.

Het gebrek van onze volksvertegenwoordigers

Dit gegeven opent een pagina in het boek der defectheden in het parlement: het politieke debat wordt niet meer op de inhoud gevoerd, maar op gevoel. ‘Ik ben gekwetst, dus u moet uw mond houden,’ had Bergkamp evengoed kunnen melden. ‘Ik ben gekwetst, dus ik heb gelijk,’ aldus de Kamerleden die in de rij stonden om hun afgrijzen te delen.

Lees ook dit commentaar van Fleur Verbeek terug: Forum is er op uit om Nikki Sterkenburg monddood te maken

De reactie van het parlement op een misplaatste holocaustvergelijking – dat is vaak een pleonasme – toont dat wij niet zijn opgewassen tegen meningen die de grenzen opzoeken van wat mag worden gezegd. Wanneer Van Meijeren zijn stelling poneert en Kamerleden hierop reageren met hoe zij zich daarover voelen, blijft de inhoud van zijn boodschap overeind. Dat is slap en onnodig – het vereist immers maar een zuchtje wind om het kaartenhuis van deze holocaustvergelijking om te blazen. Maar, helaas: gevoel, emotie en ophef vloeren geen enkele mening, hoe slecht onderbouwd ook.

Negeren en gekwetst zijn geeft munitie aan de stellingnemer. Van Meijerens vergelijking staat er nog steeds. Populisme viert hoogtij als de verweerders niet capabel genoeg zijn om de inhoud te bestrijden.

Gekwetst zijn is geen verweer

Juist als een forse, haast extreme, mening wordt geponeerd moeten Kamerleden op de inhoud ingaan. De toeschouwer zal dan zien hoe inhoudelijk onjuist de vergelijking van Van Meijeren is. De twijfelaar heeft in dit debat niet de mogelijkheid gehad om de andere kant van het verhaal te horen. Dat is niets minder dan een gemiste kans aan de zijde van de Kamer en haar voorzitter.

Deze ontwikkeling is ook te zien in andere debatten. Wanneer het gaat over racisme is een vaak gehoord geluid dat ‘je niet in gesprek moet gaan met racisten’. Wie racist is en vooral waaróm diegene racistisch zou zijn, blijft altijd in het midden. Zo ontstaat er allereerst een devaluatie van het woord ‘racist’ –wat al erg genoeg is –,  maar bovendien wordt er geen discussie meer gevoerd over de betekenis van woorden. Door bewust niet met elkaar in gesprek te gaan splitst het debat zich in twee zwijgende kampen. Dat hoort niet in een democratie.

Hetzelfde gebeurde tijdens dit debat, in nota bene het parlement. Een woordenwisseling over coronamaatregelen werd een wedstrijd verongelijkt zijn naar aanleiding van een idiote vergelijking. Met lede ogen zie ik het debatteerniveau van het Nederlandse parlement aan. Dat lijkt haast kinderlijk, een peuterspeelzaal waar de hardste huiler zijn of haar zin krijgt.

Op de inhoud in plaats van de emotie

Tweede Kamerleden moeten zich niet naar beneden laten trekken door een mening die schurend, kwetsend of inhoudelijk verwerpelijk is. Zij moeten zich bewust zijn van hun waardigheid, van het feit dat zij het land vertegenwoordigen. Ze moeten zich dan ook op die manier verdedigen tegen meningen die niet die van hen zijn.

Ce n’est pas le ton qui fait la musique, maar de inhoud. Durf dat debat dan ook aan te gaan, laat zien waarom een mening niet de jouwe is. Laat je niet verleiden tot het vervallen in emoties. Laat zien waarom je een volksvertegenwoordiger waardig bent.