Het tijdperk van big business is voorbij

16 juli 2021Leestijd: 5 minuten
Wereldleiders bijeen bij G7-top. Foto: via ANP.

Er verandert momenteel veel op het wereldtoneel. Door de opkomst van China en door wereldwijde grote uitdagingen, zoals de coronapandemie en de klimaatverandering, halen nationale overheden en supranationale organisaties de teugels weer strakker aan. Het tijdperk van vrijhandel en big business is voorbij, schrijft onderzoeker Paul Verhagen in een artikel voor EW Podium.

In de nagloei van de Koude Oorlog, in 1996, sprak Bill Clinton tijdens zijn State of the Union: ‘The era of big government is over.’ Wat de Amerikaanse president bedoelde, was dat een omvangrijke overheid die intervenieert in de vrije markt met als doel het communisme te verslaan niet langer nodig was. Geopolitiek was geen beperking meer, nare regimes die zich schuldig maakten aan mensenrechtenschendingen daargelaten. Het was tijd om de private sector te ontketenen. ‘Big government’ maakte plaats voor ‘big business’.

Paul Verhagen (1991) is datawetenschapper en geopolitiek analist bij The Hague Centre for Strategic Studies, waar hij onderzoek doet naar nieuwe technologieën,

zoals kunstmatige intelligentie. Hij studeerde theoretische natuurkunde, filosofie en energiebeleid

in Amsterdam  en deels ook in Beijing, Sjanghai en Hongkong. Samen met zijn vader Frans Verhagen schreef hij het boek Het Amerikaanse presidentschap (2020).

 

Dit is een artikel voor EW Podium. Daarop publiceert de redactie van EW elke week diverse artikelen van jonge schrijvers, die vanuit hun eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het publieke debat.

Geopolitiek is weer helemaal terug

Het is in de afgelopen 25 jaar min of meer het paradigma geweest. Maar dat is aan het veranderen. In plaats van de private sector vrij spel te geven, wordt de bewegingsruimte voor vooral multinationals steeds verder beperkt. Verscheidene ontwikkelingen leiden hiertoe, namelijk geopolitiek, interne politiek en mondiale uitdagingen.

Met de opkomst van China als systeem-rivaal is geopolitiek helemaal terug. De competitie tussen de Verenigde Staten en China dwingt landen tot precies het soort strategische zero-sum keuzes die haaks staan op de mondiale vrijhandel. China noch Amerika is bang handelssancties in te zetten voor (geo)politieke doeleinden.

Neem Duitsland, ’s werelds grootste exporteur van auto’s en economisch enorm afhankelijk van export naar het buitenland. In 2019 verscheepte Duitsland 14,2 procent van zijn geproduceerde auto’s naar de Verenigde Staten en 11,8 procent naar China. En dat in een tijd waarin moeilijke beslissingen moeten worden genomen over het gebruik van de 5G-technologie van Huawei. Als Duitsland besluit om de Chinese multinational uit te bannen, kan het een Chinese sanctie op de Duitse auto-industrie verwachten. Tegelijkertijd zou de keuze om wel voor Huawei te kiezen een sanctie van de Amerikanen kunnen uitlokken. Deze geopolitieke verhoudingen betekenen dat dit soort dilemma’s steeds vaker zullen voorkomen, ten koste van de vrijhandel en het bedrijfsleven.

Ook binnenlandpolitiek werkt vrijhandel tegen

Daarnaast wordt ook om puur binnenlandpolitieke redenen de ruimte voor vrijhandel beperkt. We zagen deze ontwikkelingen al ontstaan tijdens de eerste jaren waarin Donald Trump president van Amerika was. Niet alleen was zijn beleid gericht op een vorm van economisch nationalisme en protectionisme, de politieke wortels van zijn beleid lagen in een afkeer van afhankelijkheid van andere landen. Jaren van globalisering en marktwerking hadden geleid tot lage prijzen voor de consument, maar ook tot afbrokkeling van de Amerikaanse industrie.

Lees ook het vorige artikel  van Paul Verhagen voor EW Podium: Opkomst China noopt tot ‘OPEC van halfgeleiderlanden’

Het was precies die existentiële angst voor een veranderende wereld en voor economische onzekerheden waardoor Trump kiezers met succes voor zijn karretje wist te spannen. Zelfs na zijn termijn als president blijft economisch nationalisme aan beide kanten van de Atlantische Oceaan een populair thema, denk aan initiatieven als een minimum winstbelasting voor multinationals die de zeven rijkste industrielanden (G7) onlangs hebben voorgesteld.

Vrijhandel stuit op mondiale uitdagingen

Ten slotte zijn er de coronapandemie en andere, deels daaraan gerelateerde, uitdagingen op wereldschaal. Die zorgen voor een abrupte gewaarwording van de nadelen van economische verwevenheden en werken de wereldwijde vrijhandel niet bepaald in de hand. Of het nu gaat om de import van medicijnen, een vastgelopen schip in het Suezkanaal of het versterken van de geopolitieke slagkracht van Europa, de kogel is door de kerk: afhankelijkheid betekent ook kwetsbaarheid.

Moties in de Tweede Kamer gericht op het in kaart brengen van kwetsbaarheden voor het Nederlandse bedrijfsleven door verstoringen in de mondiale waardeketen zijn daarvan een duidelijk voorbeeld. Politici zijn zich er steeds bewuster van dat een mondiale waardeketen ook mondiale kwetsbaarheden betekent. Vooral op het gebied van technologie zijn die kwetsbaarheden schrijnend. Zo gaat vrijwel de gehele hightech waardeketen direct door Taiwan, waar 50 procent van de wereldvoorraad halfgeleiders (microchips) wordt geproduceerd.

De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben het al door…

Geopolitieke spanningen in Taiwan en elders zouden op de korte termijn het wereldwijde technologische ecosysteem kunnen verstoren, dat zien de Amerikanen helder. Grootschalige investeringen van 250 miljard in de Amerikaanse hightechsector wijzen op een nieuwe beleidsstrategie waarbij industrieel beleid en protectionisme aan de orde van de dag zijn.

Lees ook dit omslagverhaal van Gerry van der List terug Staatsgreep: de opmars van het neosocialismeCover Elsevier Weekblad editie 20 2020 Hoe de staat de macht grijpt

Tegelijkertijd is de Europese Unie (EU) ’s werelds meest ambitieuze speler op het gebied van regulering rond datagebruik en kunstmatige intelligentie in het kader van het algemeen belang (‘the public good’). Nationale overheden en supranationale organisaties als de EU maken gretig gebruik van zowel hun reguleringsmacht als fiscaal beleid om bewust een ongelijk speelveld te creëren en ongewenste afhankelijkheden te beperken.

het tijdperk van big business is voorbij

Deze drie factoren leiden allemaal tot dezelfde conclusie: de ooit vrijwel onbeperkte speelruimte van multinationals wordt steeds verder ingekaderd. Preventief overheidsoptreden in het kader van het algemeen belang, of dat nu voortkomt uit geopolitieke overwegingen, politiek opportunisme of door uitdagingen als klimaatverandering, zullen steeds vaker voorkomen.

Wat dat betreft komt de neoliberale bloeitijd langzaam ten einde. Vrijhandel en vrije marktwerking zullen in steeds meer sectoren worden ingekaderd in het belang van strategische competitie tussen staten. Een nieuw beeld doemt op met als pijlers economische veiligheid, geopolitieke onderstromingen en preventieve regulering, een beeld dat een kwart eeuw na president Clintons verkondiging precies het tegenovergestelde laat zien: ‘big government’ is terug en het tijdperk van ‘big business’ lijkt voorbij.

Wil jij een reactie geven op dit artikel? Discussieer mee! Stuur een reactie van minimaal 200 woorden naar [email protected]. Inhoudelijke reacties die voldoen aan de algemene fatsoensnormen worden geplaatst onder dit bericht. Zie voorwaarden.