We moeten het pessimisme over Europese economie bijstellen

07 augustus 2015Leestijd: 3 minuten
'EPA'

Er is geen enkele reden voor wat voor Europees triomfalisme dan ook, maar dit deel van de wereld is nog altijd veel welvarender dan enig BRIC-land.

Op het Europese continent heerst al een eeuw lang angst voor ­teloorgang en zelfs ondergang. De wereldoorlog, die welbeschouwd duurde van 1914 tot 1945, voedde die angst ook. De eeuwen dat Europese staten de wereld overheersten, waren bovendien voorbij.

Ook de Europese eenwording is doortrokken van angst voor een wegzakken in de marge. We moeten de handen ineenslaan, heet het dan, om een vuist te kunnen vormen tegen heersende en groeiende machten, zoals de Verenigde Staten en China.

Maar ook landen als India, Brazilië en Turkije zouden het veel beter doen dan wat doorgaans als ‘Europa’ wordt aangeduid.

De Europese Commissie pleitte mede om die reden een jaar geleden voor massale immigratie. Door het opkrikken van het bevolkingsaantal zou Europa zich kunnen teweerstellen tegen het vervallen tot betekenisloosheid.

De economische crisis sinds 2008 en de eurocrisis die vanaf 2010 de crisis verlengde, wordt ervaren als een bevestiging dat het oude continent wegzakt. De eurozone mocht niet uiteenvallen, want dan zou Europa uiteenvallen en zo zou het van kwaad tot erger gaan, suggereerde de Duitse bondskanselier Angela Merkel.

De recente versie van de ondergangsangst werd van buitenaf aangejaagd door de opkomst van de wakker gekuste reuzen China en India.

De Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs muntte na de eeuwwisseling het begrip ‘BRIC’: Brazilië, Rusland, India en China zouden de groeimotoren zijn van de nabije en verdere toekomst en op afzienbare termijn economisch groter zijn dan de ‘westerse’ G7-landen: de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Canada.

Sancties

Dat Duitsland het de afgelopen jaren heel aardig deed terwijl de rest van de eurozone stagneerde, werd dan ook om goede redenen in verband gebracht met de stevige Duitse uitvoer naar de BRIC-landen. ­

Nederland profiteerde daar minder van, al laten statistieken zien dat mede door de sterke exportgroei naar China en Brazilië ook de Nederlandse uitvoer naar landen buiten de Europese Unie (EU) sterker groeide dan die naar EU-landen.

Maar sinds een jaar kantelt dat beeld. De olieprijs halveerde, wat Rusland en Brazilië hard raakt. Andere grondstoffenprijzen volgden, vooral door de afnemende groei in China. Daar kelderden deze zomer de aandelenkoersen.

Rusland en Brazilië verkeren in een recessie, die wordt versterkt doordat Rusland sancties over zich afriep en Brazilië in een corruptieschandaal verzeild raakte. India is de enige positieve uitzondering op het verbleken van de BRIC-hype.

Dat de Verenigde Staten dit najaar mogelijk de geldpomp stillegt die jarenlang goedkoop geld produceerde, speelt ook mee. Een land als Turkije groeide sinds de eeuwwisseling op Griekse wijze: met geleend geld bouwen en consumeren. Als de Amerikaanse rente stijgt en het uitgeleende geld wordt teruggehaald, dan kan het Turkse kaartenhuis zomaar instorten. President Recep Tayyip Erdogan slaat niet voor niets steeds wilder om zich heen.

Nu is er geen enkele reden voor wat voor triomfalisme dan ook. Als het elders slechter gaat, of minder goed, dan worden wij daar niet beter van. Eerder slechter.

Welvarender

Maar de kanteling in het beeld past wel bij de nuance die de afgelopen jaren te vaak ontbrak. Al sinds mijn vroegste herinnering wordt Brazilië gezien als een groeiwonder en potentiële wereldmacht die het tot dusver nooit in volle omvang is geworden.

Rusland barst van de grondstoffen, maar gaat er slecht mee om. Het is dan wel een groot land, maar het heeft maar vijf keer zoveel inwoners als de Benelux en zijn economie is, aangepast aan koopkrachtprijzen, slechts twee keer zo groot.

Het zal geen toeval zijn dat emigranten uit Azië en Afrika niet alles uit de kast halen om naar een van de BRIC-landen te reizen, maar er alles aan doen om naar Europa te kunnen gaan.

Dit deel van de wereld is gewoon veel welvarender dan enig BRIC-land, landen die, in het geval van Rusland en China, bovendien geen democratie en geen rechtsstaat zijn. Verder deelt iedereen hier in de welvaart, wat voor de BRIC-landen niet geldt.

Er is geen enkele reden voor Europese zelfgenoegzaamheid, maar wel alle ­reden voor het bijstellen van het onuitroeibare ondergangspessimisme.

Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015