Kritiek op de Bijenkorf wegens sluiten winkels slaat nergens op

20 augustus 2013Leestijd: 2 minuten

De Bijenkorf is niet verantwoordelijk voor een evenwichtig ecosysteem aan winkels in een binnenstad. De warenhuisketen gaat vijf van de twaalf vestigingen sluiten; het staat winkeliers vrij om in het gat te springen.

In modestad Arnhem maken consumenten, lokale middenstand en politiek zich zorgen over de sluiting van hun Bijenkorf-filiaal. Elders in het land ontstond eveneens onrust: de vestigingen van luxe winkelketen de Bijenkorf in Groningen, Breda, Den Bosch en Enschede gaan ook dicht.

Een blik op de jaarrekeningen van de winkelketen leert dat financiële redenen zeker hebben meegespeeld – er wordt nogal wat geld doorheen gejaagd door het concern – maar de Bijenkorf wist het nieuws (knap!) positief te presenteren.

Visie

Het bedrijf gaat zich volop richten op zeven winkels, door die nog luxueuzer te maken dan ze al zijn. Dat willen de klanten graag en het brengt dus het meeste geld op.

Die strategie kan slagen of falen, maar één ding moet je de directie van de Bijenkorf nageven: ze heeft visie.

De voornaamste klacht over het vertrek van de Bijenkorf, vooral in Arnhem, is dat het winkelaanbod in het centrum verschraalt. Waar moeten mensen nu heen voor een paar Prada-schoenen of een Louis Vuitton-tas? Deze kritiek slaat natuurlijk nergens op.

Winstgevend

De Bijenkorf is niet verantwoordelijk voor een evenwichtig ecosysteem aan winkels voor rijk en minder rijk in de stad. Als andere winkels het als een probleem zien dat de Bijenkorf vertrekt, waarom starten ze dan geen vergelijkbaar initiatief? De winkels die de Bijenkorf sluit, waren winstgevend, benadrukte de directie.

Consumenten hebben ook geen reden tot klagen. Reden dat veel winkels hun deuren sluiten, winstgevend of niet, is dat consumenten liever op internet shoppen, of eerst naar de winkel gaan om daarna op internet een aankoop te doen. Zo veroorzaken ze mede de leegloop van de winkelstraten.

De Bijenkorf doet maar; hopelijk vergaat het de keten goed.

Volg Philip Willems op Twitter