Oudere werknemers verdienen doorgaans meer dan jongere, omdat het salaris stijgt met het aantal dienstjaren. Werkgevers willen dat veranderen.
Oudere werknemers krijgen doorgaans een hoger salaris dan hun jongere collega’s, ook als ze hetzelfde werk doen. De reden? In Nederland stijgt het salaris met de leeftijd en het aantal dienstjaren, de anciënniteit. Bijna alle cao’s kennen een loonschaal. Eens in de zoveel tijd ‘een treetje erbij’ gebeurt bijna altijd automatisch. Of iemand zijn werk goed doet of niet, speelt geen rol.
Dat moet maar eens afgelopen zijn, vinden werkgevers. Zij willen toe naar een ‘leeftijdsonafhankelijke’ beloning, schrijven werkgeversverenigingen VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN in hun recent gepresenteerde Nota arbeidsvoorwaarden 2016. Die is de basis voor hun inzet tijdens de komende cao-onderhandelingen met de vakbonden.
Disbalans
Volgens de werkgevers bestaat er ‘nog steeds een disbalans tussen beloning, ervaring en kwaliteiten van verschillende leeftijdsgroepen werkenden’. Ofwel: ouderen verdienen ten onrechte meer dan jongeren.
Voortaan moet de ‘toegevoegde waarde’ en de ‘inzetbaarheid’ van werkenden leidend zijn voor de hoogte van de beloning. ‘Dat houdt in dat je kijkt naar wat een bepaalde functie oplevert en wat werknemers toevoegen voor het bedrijf,’ licht Jannes van der Velde (55) van werkgeversvereniging AWVN toe.
Hij benadrukt dat het niet om een prestatiebeloning gaat. ‘De ene dag schaats je harder dan de andere. Maar we moeten af van het “automatische periodiekje”: dat is een beloning voor het feit dat je op je plek blijft zitten in plaats van dat er wordt gekeken naar je waarde voor het bedrijf.’
Geen reden
Dat is anders dan vroeger, toen werknemers een verbintenis voor het leven aangingen. Jarenlange trouwe dienst aan het bedrijf werd zo beloond.
Inmiddels ziet de wereld er anders uit. Het feit dat iemand lang in dienst is, is steeds minder relevant geworden. Kennis en ervaring zijn uiteraard financieel iets waard, maar dat geldt vooral als iemand heel specifieke kennis heeft, zoals een vliegtuigbouwkundig ingenieur. Voor de meeste functies is zeven jaar – in plaats van twintig jaar – goed genoeg. ‘Er is geen reden meer om anciënniteit te belonen,’ zegt Van der Velde van de AWVN.
Het voorstel zou betekenen dat het loongebouw er anders uit komt te zien. Nu verdienen jongeren relatief weinig en ouderen veel. Straks zouden jongeren eerder in hun loopbaan meer kunnen verdienen en naarmate ze ouder worden relatief minder. Dat is logischer, omdat iemand rond zijn 35ste het geld vaak harder nodig heeft – voor het kopen van een huis en het laten opgroeien van kinderen – dan op zijn 55ste.
Trend
Vakbond FNV voelt niets voor het voorstel van de werkgevers. Arbeidsvoorwaardencoördinator Mariëtte Patijn (49): ‘Werkgevers zeggen dat zij lonen niet aan leeftijd willen koppelen, maar houden op grote schaal het jeugdloon in stand. Ze spreken zichzelf dus tegen.’
Het plan van de werkgevers sluit aan op hun pogingen om andere voordelen die ouderen genieten, zoals seniorendagen en vrijstelling van avonddiensten, af te schaffen. Volgens de AWVN is die discussie inmiddels beslecht en is het ‘een kwestie van tijd’ voor al de maatregelen die ouderen ontzien uit de cao’s verdwijnen.
De trend kan zijn ingezet, langzaam gaat het wel. Op dit moment staan de ‘ontziemaatregelen’ nog in tal van cao’s. Iemand van 64 kan tot wel 16 seniorendagen krijgen. Een rijksambtenaar van 63 die 15,8 procent minder gaat werken, levert maar 1 procent salaris in.
Deze maatregelen kunnen ouderen wel 10 procent duurder maken. Nou ja, ouderen. Wie onder de cao kleinmetaal valt, krijgt al vanaf zijn 51ste 1,5 seniorendag.
Opmerkelijk
Dat is opmerkelijk als je bedenkt dat de pensioenleeftijd steeds meer wordt opgerekt, omdat Nederlanders langer zouden kunnen doorwerken. Er zijn ook steeds meer ‘ouderen’ die maatregelen als seniorendagen stigmatiserend vinden.
Afschaffing van die ‘ontziemaatregelen’, en – als de leeftijdsonafhankelijke beloning erdoorkomt – een relatief lager salaris, hebben als voordeel dat het ouderen voor werkgevers minder duur maakt en dus aantrekkelijker om aan te nemen.
Want wie na zijn vijftigste werkloos raakt, komt heel moeilijk weer aan de slag. De kans op langdurige werkloosheid is onder ouderen twee keer zo groot als gemiddeld, aldus het Centraal Planbureau (CPB), dat spreekt van een ‘structureel’ probleem.
Het CPB adviseerde daarom afgelopen zomer – naast andere ingrijpende maatregelen als een werkloosheidsuitkering die daalt met de werkloosheidsduur – ook al ‘minder leeftijdsafhankelijke arrangementen’ in cao’s.
Elsevier nummer 4, 30 januari 2016
Ingelogde abonnees van EWmagazine kunnen reageren
Bij het plaatsen van een reactie geldt een aantal voorwaarden. Klik hier voor de voorwaarden.
Reacties die anoniem worden geplaatst of met een overduidelijke schuilnaam zullen door de moderator worden verwijderd, evenals reacties die niets met het onderwerp van het artikel te maken hebben. Dit geldt evenzeer voor racistische of antisemitische reacties. De moderator handelt in opdracht van de hoofdredacteur.