Opgeleid tot werkloze: hoe uitzichtloos zijn toerismestudies?

06 januari 2015Leestijd: 3 minuten

Toerismeopleidingen bieden studenten weinig kans op werk. ‘Opleidingen die geen uitzicht bieden op een baan, moeten worden geschrapt.’

‘Verbreed je horizon. Reis jij de hele wereld over als ­inkoper van bijzondere hotels?’ Met deze tekst en een foto van een parelwit zandstrand plus palmbomen zal de hogeschool NHTV in Breda toekomstige ­studenten tijdens voorlichtings­dagen  begin dit jaar proberen te verleiden tot een toerismeopleiding.

In de praktijk blijkt het moeilijk om zo’n droombaan te veroveren. Lang niet alle afgestudeerden van de toerismeopleiding vinden een baan waarin ze de hele wereld over reizen.

Integendeel. Zes van de tien hbo’ers met de opleiding toerisme en vrijetijdskunde zeggen spijt te hebben van die keuze. 71 Procent van hen geeft als belangrijkste reden dat er te weinig banen zijn in dit vakgebied.

Dat blijkt uit het onderzoek ­Studie & Werk 2014 van Elsevier en onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek. Daarvoor zijn bijna zesduizend afgestudeerde hbo’ers en academici ondervraagd, anderhalf jaar na hun ­afstuderen. Afgestudeerden van de toerismeopleiding moeten bijna een jaar zoeken naar een baan op hun opleidingsniveau – tegen die tijd is de droom van een baan op een subtropisch eiland wel vervlogen. De realiteit is nu eenmaal niet zo rooskleurig.

Hooggespannen

Ondanks de slechte arbeidsmarktperspectieven blijft de hogeschool in Breda op grote schaal studenten werven. Jaarlijks beginnen vijfhonderd eerstejaars aan een toerismeopleiding.

‘Wereldwijd is toerisme een groeiende sector. En de binnenlandse markt kan over vier jaar weer heel anders zijn,’ denkt Jos van der ­Sterren (52), academiedirecteur toerisme van de NHTV. ‘Bovendien vindt meer dan de helft van de studenten binnen een paar maanden werk. De helft daarvan  komt terecht in de toerisme- en ­recreatiesector, al is dat niet altijd op het eigen opleidingsniveau.’

Probleem volgens Van der Sterren is dat de verwachtingen van toekomstige studenten vaak te hooggespannen zijn. Tijdens pleased to meet you-gesprekken schetst de hogeschool studenten daarom een realistisch beeld van de arbeidsmarkt.

Van der Sterren: ‘We proberen de verwachtingen van studenten te temperen. Het is goed als ze zich er bijvoorbeeld bewust van zijn dat salarissen in de toeristische sector lager zijn dan in andere branches.’

Kentering

Niet alleen voor de opleiding toerisme en vrijetijdskunde geldt dat de arbeidsmarktperspectieven slecht zijn. De werkloosheid onder hogeropgeleiden is in zes jaar tijd fors toegenomen.

In 2008 zat 2 procent anderhalf jaar na af­studeren zonder werk; in 2014 bijna 7 procent, blijkt uit het Elsevier-onderzoek. Bij sommige opleidingen ligt het werkloosheidpercentage nog veel hoger. Van de afgestudeerden toerisme en vrije­-
tijdskunde zit zelfs 19 procent zonder werk.

‘De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet verbeteren,’ zegt Gertrud van Erp (56), secretaris onderwijs bij werkgeversorganisatie VNO-NCW. ‘Opleidingen waarvoor te veel studenten worden opgeleid en die geen uitzicht bieden op een baan, moeten worden geschrapt. We leiden mensen op met belastinggeld. Ze moeten dan wel aan het werk kunnen.’

Er is volgens Van Erp wel een kentering gaande. ‘Nu de ­arbeidsmarkt minder riant is, komt er een algemeen besef dat opleidingen die geen enkel perspectief bieden, moeten worden geschrapt, of dat de instroom van studenten kleiner moet.’

Numerus fixus

Steeds meer hbo-opleidingen selecteren studenten aan de poort. Uit een lijst van lotingstudies van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) blijkt dat 143 hbo-opleidingen een numerus fixus willen ­instellen voor komend studiejaar. Twee jaar geleden waren dat er 67.

Het aantal academische opleidingen met een loting is met 64 veel kleiner. Sinds 2011 mogen hogescholen en universiteiten studenten selecteren op basis van criteria die ze zelf opstellen. En dat doen ze dan ook meer en meer.

De hbo-opleiding rechten van de Hogeschool Utrecht stelde dit studiejaar al een numerus fixus in. Een van de redenen is dat de arbeidsmarkt voor juristen is verslechterd. ‘We zien dat door de crisis de vraag in de juridische sector is afgenomen. Je dient als opleiding mee te bewegen met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Studenten moeten uitzicht hebben op een baan,’ zegt opleidingsmanager Jos Janssen (42). Voorheen begonnen jaarlijks zo’n drie- tot vierhonderd studenten aan de rechtenopleiding; nu zijn dat er maximaal tweehonderd.
Nog lang niet alle opleidingen stemmen de instroom van studenten af op de vraag vanuit de markt. Van Erp: ‘Studiekiezers moeten daarom zelf goed nagaan of een opleiding kansen op werk biedt. Ze moeten zich niet langer laten verleiden door de wervende praatjes op voorlichtingsdagen.’

Elsevier 71ste jaargang, nummer 2, 10 januari