NEW YORK (AFN) – De beurzen in New York stonden woensdag opnieuw flink in de plus. Daarmee werd het herstel van de voorgaande handelsdagen voortgezet. De sterk stijgende olieprijzen boden steun aan de handel op Wall Street.
De Dow-Jonesindex noteerde tussentijds 1,5 procent hoger op 16.439 punten. De brede S&P 500 steeg 1,6 procent naar 1926 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won 2,1 procent tot 4530 punten.
De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 5,6 procent tot 30,65 dollar, terwijl Brent 7 procent steeg tot 34,43 dollar. Woensdag hielden de OPEC-leden Iran, Irak, Qatar en Venezuela overleg in Teheran over een bevriezing van de productie zoals Saudi-Arabië en Rusland willen. Iran wilde na afloop niet zeggen of het bereid is de productie te gaan bevriezen, maar zei wel positief te staan tegen een overeenkomst om de oliemarkt te stabiliseren.
Yellen
Verder kijken beleggers uit naar de notulen van de meest recente beleidsvergadering van de Amerikaanse centrale bank. Mogelijk bieden die notulen aanwijzingen over het rentebeleid van de Federal Reserve. Fed-president Janet Yellen liet onlangs weten dat de aanhoudende onrust op de financiële markten invloed kan hebben op het tempo van renteverhogingen dat de Fed voor dit jaar voorziet.
De Amerikaanse tak van Deutsche Telekom presenteerde voorbeurs een veel hogere winst dan verwacht. De op twee na grootste aanbieder van mobiele telefonie in de Verenigde Staten verwacht dit jaar 3,4 miljoen nieuwe abonnees te mogen verwelkomen. Het aandeel T-Mobile US steeg 1,7 procent.
Industrie
Ander bedrijfsnieuws kwam onder meer van Kinder Morgan (plus 10 procent). Berkshire Hathaway, het bedrijf van multimiljardair Warren Buffett, maakte bekend een belang in de exploitant van olie- en gaspijpleidingen te hebben genomen. Horlogemaker Fossil Group en internetreisbureau Priceline maakten meevallende cijfers bekend en wonnen respectievelijk 26,7 en 10,9 procent.
Daarnaast kwam positief nieuws over de Amerikaanse industriële productie. Wel kwamen teleurstellende gegevens naar buiten over de woningbouw in de VS.
De euro was 1,1144 dollar waard, tegen 1,1138 dollar bij het slot van de Europese beurzen.