Nooit eerder verhoogde ECB rente zo snel. Maar is het genoeg?

27 oktober 2022Leestijd: 3 minuten
ECB-president Christine Lagarde. Foto: EPA/RONALD WITTEK

Net als na de vorige beleidsvergadering in september, verhoogde de Europese Centrale Bank donderdag de beleidsrente ineens met 0,75 procentpunt. In anderhalve maand tijd is het belangrijke tarief opgetrokken van 0 naar 1,5 procent. Meer rentestijgingen zitten in het vat. De inflatie blijft nog lange tijd te hoog, denkt ECB-president Christine Lagarde.

De Europese Centrale Bank presenteerde donderdag na afloop van de zeswekelijkse beleidsvergadering een volle agenda. De beleidsrente is opgetrokken naar 1,5 procent, de subsidies die banken krijgen als ze geld uitlenen (TLTRO) worden afgebouwd, en hoewel de opkoopprogramma’s voorlopig nog intact blijven, komt in december de afbouw van de obligatieportefeuille van 5.000 miljard euro op de vergadertafel.

Te veel of juist te weinig?

De Europese Centrale Bank heeft niet eerder in de geschiedenis de beleidsrente zo snel opgetrokken. Het heeft alles te maken met de torenhoge inflatie, die in de eurozone bijna 10 procent bedraagt. Met de renteverhoging en het afbouwen van de bankensubsidie, wordt het voor banken lastiger om kredieten te verstrekken. Daardoor neemt ook de economische bedrijvigheid af, met minder vraag naar goederen, diensten en personeel tot gevolg.

Dat moet zich vertalen in een lagere inflatie. Het gevaar is dat de centrale bank te hard ingrijpt in een economie die al afzwakt door de energiecrisis. Toch kan de Europese Centrale Bank weinig anders, aangezien het bewaken van de prijsstabiliteit de belangrijkste taak is – door de belangrijkste centrale banken wereldwijd gedefinieerd als een inflatie van rond de 2 procent.

In de eurozone staat de inflatie net onder de 10 procent, vandaar dat Lagarde moet ingrijpen om de geloofwaardigheid van de bank niet op het spel te zetten.

Afbouwen obligatieportefeuille 

Het balanstotaal van de Europese Centrale Bank bedraagt rond de 9.ooo miljard euro, in historisch opzicht is dat uitzonderlijk hoog. Zowel in absolute bedragen als afgemeten aan de omvang van de economie van de eurozone.

Een deel van de balans bestaat uit de bankensubsidie (TLTRO) van zo’n 2.000 miljard, uit zo’n 3.200 miljard euro aan obligaties opgekocht onder het reguliere opkoopprogramma (APP), en nog eens 1.600 miljard euro aan opgekochte obligaties onder het noodprogramma dat is opgetuigd tijdens de coronapandemie (PEPP).

De bankensubsidie en de opkoopprogramma’s zijn opgetuigd om de rente  omlaag te brengen, met als doel de economische groei te stimuleren en de tot voor kort lage inflatie juist aan te wakkeren.

Tot juni van dit jaar kocht de bank maandelijks voor zo’n 20 miljard euro extra obligaties aan in het kader van het opkoopprogramma (APP). Sinds juni zijn er geen netto-aankopen meer. Maar als landen obligaties aflossen, herbelegt de ECB die bedragen nog steeds in staatsobligaties.

Volgend jaar stopt de bank waarschijnlijk met herbeleggen, waardoor de obligatieportefeuille door de aflossingen vanzelf krimpt. Uit voorspellingen van de bank blijkt dat er in 2023 voor zo’n 350 miljard euro aan aflossingen binnenkomt. In dat tempo zou het opkoopprogramma APP in tien jaar tijd tot nul zijn gereduceerd. Om de portefeuille sneller af te bouwen, kan de bank de obligaties ook verkopen.

Wat economen en centrale bankiers verdeeld houdt, is de vraag wat die kwantitatieve verkrapping na jaren van kwantitatieve verruiming voor effect heeft op de economie. Het is een vraagteken voor de Europese Centrale Bank en voor de Fed, het stelsel van Amerikaanse centrale banken dat al net zo’n opgepompte bankbalans heeft en ook aan het verkrappen is geslagen.

En wat merkt de particulier ervan?

Op voorhand is dat lastig te zeggen. De spaarrente hangt deels af van de beleidsrente en gaat vermoedelijk iets verder omhoog. Maar de hypotheekrente kan mogelijkerwijs juist weer iets dalen.

Na de beleidsvergadering daalde de voor hypotheken belangrijke rente op tienjarige Nederlandse staatsobligaties met een paar tienden van procenten naar net onder de 2,5 procent. Rentes dalen in de hele eurozone. Beleggers verwachten kennelijk dat het de ECB gaat lukken om de inflatie tijdig terug te brengen naar het doel van rond de 2 procent.