Belastingplan afgehamerd, pensioen eerder geïndexeerd

11 november 2021Leestijd: 3 minuten
Hans Vijlbrief (D66), staatssecretaris van Financiën. Foto: Laurens van Putten/HH

Donderdag 11 november was een drukke dag in de Tweede Kamer. Het Belastingplan 2022 werd afgehamerd, én er komt een wetswijziging waardoor fondsen komend jaar de pensioenen eerder kunnen laten stijgen.

Sneuvelt de jubelton, het bedrag van 105.302 euro dat huizenkopers en -eigenaren tussen 18 en 40 jaar belastingvrij kan worden geschonken? Wordt de particuliere verhuurder van een huis gezien als ondernemer, en moet de verhuurder over zowel de huurinkomsten als de waardestijging van het huis belasting gaan betalen?

Het waren twee van de vele amendementen die de Tweede Kamerfracties de afgelopen maanden hebben ingediend bij de behandeling van het Belastingplan 2022. Het Belastingplan is donderdag aangenomen, de meeste amendementen niet. Zo blijft de jubelton bestaan, en gaan huizenverhuurders niet meer belasting betalen.

Aandelenoptieregeling ingetrokken

Een belangrijk onderdeel van het Belastingplan, de aandelenoptieregeling voor werknemers van start-ups, sneuvelde eerder deze week. Het was de SP die wees op een foutje in de regeling, waardoor ook grote bedrijven er gebruik van kunnen maken. Terwijl die regeling toch echt alleen bedoeld is voor kleine bedrijven. Voor staatssecretaris Hans Vijlbrief (D66) van Financiën reden genoeg om het voorstel in te trekken. De regeling kan in de huidige opzet veel te begrotelijk worden.

Een lek in de vennootschapsbelasting blijft echter bestaan. Komend jaar voert het kabinet een verlenging in van de eerste schijf van  de winstbelasting voor bedrijven. Over de eerste 245.000 euro winst betalen bedrijven nu 15 procent vennootschapsbelasting. In 2022 wordt de eerste schijf verlengd naar 395.000 euro. Daarboven gaat het tarief 25,8 procent bedragen.

Opknippen van de winst

De angst leeft dat bedrijven zich juridisch opsplitsen en de winst vervolgens fiscaal opknippen. Een bedrijf dat 1 miljoen winst maakt, gaat op papier door in de vorm van drie bedrijven, en kan zo drie keer gebruikmaken van het lage tarief. De staatssecretaris vindt dat eerst maar eens moet worden gekeken of bedrijven in de praktijk daadwerkelijk van dit lek gaan profiteren.

Een amendement om de wet op dit punt op voorhand al dicht te timmeren, haalde het niet bij de stemmingen.

Belastingplan bevat weinig nieuws

Voor gezinnen bevat het belastingplan relatief weinig nieuws. Door zijn demissionaire status heeft het kabinet het aantal wijzigingen tot het minimum willen beperken. ‘Het is een dunner en veel minder beleidsmatig pakket dan we vorig jaar hadden,’ zei de staatssecretaris tijdens het debat van woensdag.

Het Belastingplan 2022 is
vooral interessant door
wat er niet in staat

Tarieven en heffingskortingen worden beperkt aangepast, en tot de meer ingrijpende wijzigingen is al in eerdere jaren besloten. Zo bedraagt het maximale aftrektarief voor de hypotheekrente komend jaar 40 procent (2021: 43 procent). Die tariefswijziging was al in 2018 vastgelegd. Een gedetailleerd overzicht van het Belastingplan 2022 vindt u hier. De Eerste Kamer stemt volgende maand, op 14 december.

Pensioenen eerder geïndexeerd

Onder druk van de PvdA, heeft het kabinet besloten om het voor pensioenfondsen mogelijk te maken om eerder te kunnen ‘indexeren’. De PvdA dreigde anders zijn steun in te trekken voor de hervorming van het pensioenstelsel, die in 2027 moet zijn afgerond.

Nu mogen fondsen pensioenen pas laten meestijgen met de inflatie, bij een (beleids)dekkingsgraad van 110 procent of hoger. Dat wil zeggen dat een fonds tegenover 1 euro toegezegd pensioen, 1,10 euro aan bezittingen moet hebben. In de vorm van aandelen, obligaties of vastgoed bijvoorbeeld. Volgend jaar wordt de ondergrens 105 procent.

Wel of geen indexatie

Veel pensioenfondsen, vooral de grote bedrijfstakpensioenfondsen zoals ambtenaren- en onderwijzersfonds ABP, zorgfonds PFZW, en de metaalfondsen,    hebben al jaren een veel lagere dekkingsgraad. Daarom mogen zij ook al jaren niet indexeren. Met als gevolg dat veel gepensioneerden in de afgelopen tien jaar hun pensioen niet zagen stijgen, terwijl prijzen van producten en diensten wel omhoog gingen.

Toch biedt de verlaagde ondergrens voor indexaties voorlopig nog weinig soelaas. De grootste fondsen met de meeste gepensioneerden komen nog niet in de buurt van 105 procent: het ABP zit op 98,8 procent, PFZW op 96,5 procent. De laatste tijd zien pensioenfondsen hun dekkingsgraden echter snel stijgen, door de oplopende rente.