Iedereen lijkt voor een hoger minimumloon te zijn

06 april 2021Leestijd: 6 minuten
Jongeren en Oost-Europeanen werken vaak voor het wettelijk minimumloon. Foto: Flip Franssen/ANP

Vakbonden, economen, werkgevers en politici: Iedereen lijkt voor een hoger minimumloon te zijn. Twaalf vragen over de laagste inkomens.

1. Hoe hoog is het minimumloon?

Bij een voltijdsbaan 1.684,80 euro per maand. Daar komt dan nog wel 8 procent vakantiegeld (134,78 euro per maand) bij. In de regel wordt vakantiegeld eens per jaar uitgekeerd. Het brutojaarinkomen komt daarmee uit op 21.825 euro. Netto houdt de werknemer daarvan 20.345 euro over. Smeer je dat weer uit over maanden, dan komt het nettominimumloon uit op 1.696 euro per maand.

In de cao kunnen aanvullingen zijn afgesproken. De definitie van voltijd verschilt per sector en cao, en ligt tussen de 36 en 40 uur per week. Afhankelijk daarvan komt het uurloon uit op zo’n 10 euro. Wie jonger is dan 21 jaar, krijgt het (flink) lagere jeugdminimumloon. Voor een 18-jarige is dat bijvoorbeeld 842,40 euro per maand.

2. Hoeveel werknemers krijgen het minimumloon?

Ongeveer 500.000 werknemers werken voor het minimumloon, van wie de helft jonger is dan 25 jaar, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Boven de 25 jaar zit slechts 3 procent nog op het minimum. Maar onder de 25 jaar gaat het om een veel grotere groep: 16 procent van de werkenden.

3. In welke sectoren werken de minimumloners?

In de handel, waaronder bijvoorbeeld de supermarkten vallen, gaat het om 89.000 banen, in de horeca om 41.000 banen en in de zorg om 54.000 banen. Maar de grootste groep, 140.000 werknemers, zit in de categorie ‘overige zakelijke dienstverlening’ – een vergaarbak voor onder meer uitzendwerk, beveiliging en schoonmakers.

Volgens het Centraal Planbureau (CPB) hebben mensen die voor minimumloon werken relatief vaak een deeltijdbaan (bijvoorbeeld een bijbaan voor een student) en genieten zij vaak minder zekerheid, doordat zij werken met een tijdelijk contract of als oproepkracht.

Het minimumloon is vooral ook een arbeidsmigrantenloon. Slechts één op de twintig werknemers met de Nederlandse nationaliteit werkt voor het minimumloon, tegenover bijna één op de vijf Oost-Europeanen.

4. Wat houdt de werknemer over na toeslagen en andere belastingkortingen?

Daarover valt in zijn algemeenheid nauwelijks iets te zeggen. Behalve dan dat de rondpompmachine aan de onderkant van de arbeidsmarkt op volle toeren draait. Kinderen, een sociale huurwoning, een werkende partner: het levert duizenden euro’s per jaar aan extra belastingkortingen en toeslagen op.

Een ambtenarencommissie onder de naam Draagkracht kwam eind maart met voorbeelden: een alleenstaande met twee kinderen van zes en elf jaar, die 22 uur per week werkt voor het minimumloon, verdient bruto op jaarbasis 12.000 euro. Netto is hetzelfde als bruto door belastingkortingen. De overheid past vervolgens 26.000 euro per jaar bij in de vorm van kinderbijslag en toeslagen voor de kinderopvang, zorg en huur.

Breng de kosten van kinderopvang en de zorgpremie daarop in mindering, dan houdt deze alleenstaande ouder 22.000 euro netto per jaar over. Officieel is dat inkomen ‘niet veel maar wel toereikend’.

5. Waarom wil ‘iedereen’ een hoger minimumloon?

De wens om het minimumloon te verhogen is breed gedragen in de verkiezingsprogramma’s. Linkse partijen doen dat om de ongelijkheid te verkleinen: de lage inkomens hebben naar hun mening te weinig geprofiteerd van de economische groei. De PvdA wil bijvoorbeeld dat het minimumloon stijgt naar 14 euro per uur. Het CDA denkt aan een verhoging van 10 procent.

Liberale partijen VVD en D66 willen het minimumloon verhogen om mensen te stimuleren om te gaan werken. Het financiële gat tussen een uitkering en een baan moet veel groter worden, vinden zij. PvdA en GroenLinks willen juist dat de uitkeringen meestijgen met het minimumloon.

Een hoger minimumloon vormt mogelijk ook de oplossing voor het toeslagendrama. Wie voltijds werkt, zou genoeg moeten verdienen om zonder financiële steun van de overheid de zorgverzekering en de huur te kunnen betalen.

6. Hoe groot is het probleem van de ‘werkende arme’?

In 2017 telde het Sociaal en Cultureel Planbureau 220.000 ‘werkende armen’, mensen die niet voldoende loon krijgen om fatsoenlijk van rond te komen. Een grote groep bestaat uit laaggeschoolde flexwerkers, die het moeten hebben van tijdelijke contracten, en vaak op het minimumloon zitten, in sectoren als de horeca en de schoonmaak. Maar er is ook een groep hoogopgeleiden die kiest voor een laag loon. Vaak werkzaam als journalist of kunstenaar, ‘met een sterke intrinsieke motivatie’ om het werk te doen wat zij doen. Ook al kunnen ze elders meer verdienen.

Lees meer over de risico’s om alleen zzp’ers in dienst te nemen: Beursflop Deliveroo laat financiële risico’s gig-economie zien

Recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat zien dat problemen ontstaan op het moment van ­financiële tegenslag: even geen werk, wasmachine kapot, enzovoort. Bovendien ligt de armoedeval op de loer. Wie meer gaat verdienen, krijgt minder toeslagen en belastingkortingen, en komt niet meer in aanmerking voor kwijtschelding van gemeentelijke lasten. Per saldo levert een hoger loon dan netto minder inkomen op. Vaak wordt dat pas achteraf duidelijk, met terugbetalingsregelingen tot gevolg.

De zelfstandige zonder personeel, de zzp’er, telt niet als werknemer, en heeft geen recht op minimumloon. Door (schijn-)zelfstandigen in te schakelen, valt het minimumloon te omzeilen.

Het loon van werknemers in supermarkten en distributiecentra ligt doorgaans op een laag niveau. Foto: Phil Nijhuis/ANP

7. Hoeveel werknemers krijgen meer loon bij een stijging van het minimumloon?

Als het minimumloon 10 procent stijgt, dan raakt dat niet alleen het inkomen van de half miljoen minimumloners, maar ook het salaris van de half miljoen werknemers die meer dan 100 procent, maar tot 110 procent van het minimumloon verdienen. Stijgt het minimumloon met 30 procent, dan heeft dat direct effect op het inkomen van meer dan 2 miljoen werknemers.

Daarnaast heeft de stijging van het minimumloon gevolgen voor de inkomensgroepen die daar weer boven zitten – als het team een loonsverhoging krijgt, wil de chef ook iets extra. Wat het precieze ‘overloopeffect’ is, valt lastig te berekenen, zegt het CPB.

8. Dat kost veel banen, toch?

Volgens de theorie van vraag en aanbod wel. Hoe lager de prijs van arbeid, hoe meer werkgevers ervan willen hebben. Als een beveiliger duurder wordt, kan het sneller uit om te investeren in een beveiligingssysteem.

Lees meer over de verhoging van het minimumloon: De belastingbetaler betaalt altijd

Maar het is de vraag – en dat verschilt per sector – of deze banen snel vervangbaar zijn. Een baan in de zorg die veel empathie vereist, is niet zo snel te automatiseren. Het CPB verwacht dat de werkgelegenheid structureel met maximaal 0,5 procent daalt als het minimumloon met 10 procent stijgt (ofwel: 1 op de 200 banen verdwijnt).

9. Wat zeggen de werkgevers?

Waar de werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB-Nederland eerder waarschuwden dat een verhoging van het minimumloon ‘dramatisch’ zou zijn voor de werkgelegenheid, slaan ze sinds kort een mildere toon aan. Een hoger minimumloon kan worden ‘overwogen’, mits niet álle werkenden dan meteen ook een hoger loon willen.

Hoe zit het met de loonkosten voor de werkgevers?

Boven op het brutominimumloon moet de werkgever nog extra werkgeverslasten betalen. Onder meer in de vorm van premies voor de arbeidsongeschiktheids- en zorgverzekering.

De werknemer krijgt op jaarbasis bruto 21.825 euro, en netto 20.345. De werkgever betaalt in totaal 25.560. De ‘wig’ tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer, bedraagt dus meer dan 5.000 euro per jaar.

Sommige economen stellen voor om die wig te verkleinen. De schatkist loopt dan weliswaar inkomsten mis, maar bedrijven hoeven de loonkosten niet op te schroeven, zodat werkgelegenheid behouden blijft. Deels luistert de overheid hiernaar: voor iedere minimumloner in voltijdsdienst ontvangt de werkgever circa 1.000 euro loonsubsidie per jaar.

Zou het minimumloon stijgen naar 14 euro per uur, dan houdt de werknemer daar ongeveer 2.350 euro bruto, en 2.000 euro netto per maand aan over. Inclusief vakantiegeld ongeveer 26.000 euro netto op jaarbasis. De loonkosten van de werkgever komen op jaarbasis uit op circa 36.000 euro. Daar komt dan in veel gevallen, op grond van de cao, nog een paar duizend euro aan pensioenpremie bij. De werkgever is dus fors de klos bij een hoger minimumloon.

Hoe scoort Nederland internationaal?

De club van 37 rijke landen, de OESO, maakte een overzicht waarin zij het minimumloon corrigeerde voor het binnenlandse prijspeil. Dan ligt alleen in Australië en Luxemburg het minimumloon (iets) hoger dan in Nederland. In Duitsland en België is het lager.

De Amerikaanse president is voorstander van een hoger minimumloon: Bidens begin en de schaduw van Trump

De OESO maakte ook een overzicht waarin het minimumloon wordt afgezet tegen het gemiddelde loon in een land. In die lijst is Nederland middenmoter. In Zuid-Korea en Frankrijk verdient iemand met minimumloon de helft van Jan Modaal, in Duitsland 43 procent en in Nederland 39 procent. In hekkensluiter de Verenigde Staten is dat 22 procent.

Wat zegt de Europese Unie over het minimumloon?

Die overweegt om binnen enkele jaren een minimumloon in te voeren, per lidstaat verschillend en afhankelijk van het gemiddelde loon aldaar. Voor Nederland zou dat uitkomen op 14 euro per uur.