Waarom wil de Europese Unie een grensbelasting op CO2?

18 december 2019Leestijd: 5 minuten
Timmermans tijdens hoorzitting in Europees Parlement. Foto: EPA.

De Europese Unie wil een grensbelasting op CO2. Dit opvallende plan stond in de Europese Green Deal van Frans Timmermans. Wat houdt zo’n maatregel in, wat zijn de voor- en nadelen en hoe gaat de klimaatsceptische Amerikaanse president Donald Trump reageren?

Op 11 december presenteerde de nieuwe Europese Commissie een klimaatplan, de zogenoemde Europese Green Deal. Onder leiding van commissaris Frans Timmermans (PvdA) moet biodiversiteit beter worden beschermd, het milieu opgeschoond en Europa – voorlopig minus Polen – voor 2050 klimaatneutraal zijn. Dat betekent dat het continent netto geen broeikasgassen uitstoot.

Frans Timmermans (PvdA): ‘Ik mag claimen dat ik nooit iemand naar de mond praat’

De markt het werk laten doen

Een van de opvallende ideeën om de Europese Unie (EU) klimaatneutraal te maken, is een CO2-grensbelasting. Die maatregel past binnen het beprijzen van de uitstoot van broeikasgassen. Een prijs plakken op CO2 is de meest effectieve manier om CO2-uitstoot tegen te gaan en zo bij te dragen aan het tegengaan van de opwarming van de aarde. Hierbij schrijft de overheid niet voor welke maatregelen te nemen, maar geeft ze een prikkel aan de markt. Deze garandeert dat het terugdringen van de CO2-uitstoot op de meest efficiënte manier gebeurt.

In het ideale geval wordt uitstoot wereldwijd belast. De praktijk is anders. Bedrijven in landen met een CO2-prijs ondervinden daardoor een concurrentienadeel. Dat is schadelijk voor die bedrijven, maar leidt er ook toe dat productie zich verplaatst. Hierdoor neemt de CO2-uitstoot minder af, een deel ‘lekt’ weg. Een dubbel onwenselijk resultaat.

‘Groene’ EU wil zich beschermen

Landen met streng klimaatbeleid kunnen zich beschermen met een CO2-belasting of – grenscorrectie. Deze belast bijvoorbeeld producten die worden geïmporteerd uit landen zonder klimaatbeleid. Zo is het speelveld voor alle bedrijven weer gelijk, of ze nou produceren in een land met of zonder CO2-prijs. Landen kunnen hun industrie niet langer bevoordelen door af te zien van klimaatbeleid. En landen die vooroplopen, worden niet afgestraft.

Deze maatregel is nu omarmd door de nieuwe Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen (CDU). Sinds 2005 bestaat in de Europese Unie een emissiehandelssysteem voor broeikasgassen, genaamd ETS. Bedrijven uit de zware industrie, energiesector en Europese luchtvaart moeten rechten kopen voor elke ton CO2 die ze uitstoten. Een andere manier van beprijzing – hoger aangeslagen door economen – is een directe belasting op uitstoot van broeikasgassen.

EU’s Green Deal zal kleine natiestaten verder ontmantelen, betoogt Elsevier Weekblad-redacteur Jelte Wiersma

Plan met haken en ogen

In de Green Deal staat dat Von der Leyen komt met een ‘mechanisme voor CO2-correctie aan de grens’. Het woord ‘belasting’ wordt vermeden omdat de exacte opzet nog niet vaststaat. Momenteel studeren werkgroepen van de Europese Commissie op de exacte opzet. De taks begint voor gevoelige sectoren, denk aan staal en kunstmest, en wordt daarna uitgebreid.

Het invoeren van zo’n grenscorrectie is op zich geen slecht idee, zegt Reyer Gerlagh (50), hoogleraar milieueconomie aan Tilburg University. ‘Maar er zitten nog wel wat haken en ogen aan.’ Allereerst moet de Europese Unie bij een CO2-grensbelasting stoppen met het uitdelen van gratis rechten en andere compensatieregelingen.

De Europese Commissie merkt dat in haar eigen voorstellen al op. De Unie begon met het uitdelen van gratis rechten om de industrie te beschermen. Dit heeft echter als nadeel dat het de markt verstoort. Bedrijven die veel energie gebruiken, worden bijvoorbeeld minder gestimuleerd tot zuiniger werken. En de markt leidt niet langer zonder meer tot de goedkoopste vermindering van uitstoot.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tussen precisie en bureaucratie

Gerlagh ziet nog meer uitdagingen. Zo moet de maatregel balanceren tussen precisie en de bureaucratische last. ‘In principe wil je weten hoeveel CO2 “ingebed” zit in het geïmporteerde goed,’ zegt hij. ‘Als er bij de productie veel CO2 is uitgestoten, wil je dat aan de grens even zwaar belasten als een in de EU geproduceerd goed.’ Theoretisch zou je dat voor elk product kunnen doen om de belasting zo precies, en effectief, mogelijk te maken. Maar dat zorgt voor een enorme bureaucratische rompslomp.

‘Je moet dit niet té goed willen doen. Dan zorg je alleen voor heel veel werk voor de ingenieursbureaus die dat moeten berekenen. Beter is het een berekening in grote lijnen te gebruiken,’ zegt Gerlagh. De EU zou bijvoorbeeld tarieven per categorie (zeg: 1 ton staal) kunnen gebruiken. Dat sluit bovendien mooi aan bij het bestaande ETS. ‘Het is een afweging tussen hoge administratieve kosten en effectief klimaatbeleid.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Meer dan alleen klimaat

Ook bedrijven lijken wel oren te hebben naar een grenscorrectie. Toen begin 2019 het debat woedde over een nationale CO2-belasting voor de Nederlandse industrie, pleitte Hans de Boer van werkgeversorganisatie VNO-NCW nadrukkelijk voor grenscorrecties, en optreden in Europees verband. Tegelijk keerde hij zich juist tegen de nationale maatregelen.

Overigens wordt in Brussel breder gedacht dan alleen klimaat, melden bronnen. De Europese Unie wil met haar Green Deal op tal van terreinen zoals biodiversiteit, de standaarden verhogen. Ook daar is het doel bedrijven te beschermen tegen import uit landen met lagere standaarden.

Een mogelijk – en in Brussel gewenst – neveneffect kan zijn dat klimaatbeleid en hogere standaarden juist worden ‘geëxporteerd’. Omdat landen zien dat afzien van zulk beleid geen voordeel biedt, of dat men op gelijke voet wil handelen, al geeft het verleden hier weinig reden tot optimisme. Toen de Europese Unie vluchten van andere continenten naar Europa onder het ETS wilde laten vallen, kwam er zo veel verzet dat de EU de maatregel nooit doorvoerde.

Het Europees parlement heeft de klimaattoestand uitgeroepen. Zulke theatrale symboolmaatregelen zijn niet zonder risico. Ze kunnen mensen cynisch maken en leiden tot ondoordacht beleid.

Wie vertelt het Donald Trump?

Overigens zijn er ook nog tal van andere obstakels. Zo wil de EU de correctie zo ontwerpen dat de Wereldhandelsorganisatie deze niet als protectionisme ziet. Geen triviale uitdaging. En sowieso zal er nog een politiek gevecht in Brussel aan vooraf gaan. Veel regeringsleiders, zeker in Oost-Europa, zijn niet enthousiast over de donkergroene plannen.

Landen buiten Europa kijken intussen met argusogen naar de plannen. Brazilië en China zijn al kritisch. Maar misschien wel het lastigste en meest onvoorspelbare obstakel is de Amerikaanse president Donald Trump. Die schermt niet alleen graag met protectionistische maatregelen, maar is ook een klimaatscepticus die uit het Klimaatverdrag van Parijs stapte.

Een kop van persbureau Bloomberg spreekt boekdelen: ‘Wacht maar tot Donald Trump hoort over de CO2-grensbelasting’.