Noord-Koreaanse regime experimenteert met vrijere markt

02 juni 2017Leestijd: 2 minuten
NKOREA-POLITICS-KIM

Op het eerste gezicht lijken Noord-Korea en de vrije markt onverenigbare begrippen. Toch vertoont het stalinistische land steeds meer kapitalistische kenmerken.

Ondanks de internationale druk op Noord-Korea zijn de economische ontwikkelingen verrassend te noemen. Het aantal nieuwe winkels en markten groeit. In de hoofdstad Pyongyang schieten nieuwe gebouwen als paddestoelen uit de grond en op de eens lege wegen rijden steeds meer auto’s. In een land dat decennia alleen een elite en een onderklasse kende ontstaat zelfs een middenklasse. Hoe valt dit te verklaren?

Systeem van zelfredzaamheid

Noord-Korea is een van de laatste communistische landen ter wereld. Kim Il-sung, de grootvader van de huidige leider Kim Jong-un, voerde het Juche-systeem in, zijn eigen variant van het marxisme. Juche betekent zelfredzaamheid. Een belangrijk verschil met andere communistische landen is de persoonlijkheidscultus rond de Noord-Koreaanse leiders – de Kim-dynastie – aan wie semi-goddelijke eigenschappen worden toegekend.

Noord-Korea heeft net als andere (voormalige) communistische landen een planeconomie. Economische groei is er altijd lastig gebleken. Zo is er betrekkelijk weinig sprake van internationale handel.

Daarnaast slokt het enorme leger een aanzienlijk deel van het budget op. De nucleaire ambities van Noord-Korea hebben geleid tot een serie sancties die het land zowel politiek als economisch verder isoleren.

Diepe wonden

Na de Koreaanse Oorlog (1950-1953) lag Noord-Korea in puin. Met behulp van buitenlandse leningen van bevriende socialistische staten – zoals de Sovjet-Unie en China – werd het land in rap tempo opgebouwd. Vooral de industriële sector ontwikkelde zich snel. Tot midden jaren zeventig was Noord-Korea zelfs welvarender dan Zuid-Korea.

Met de val van de Sovjet-Unie (1991) verloor het land een cruciale financier en handelspartner. Dit had catastrofale gevolgen: enkele jaren later werd het land getroffen door een zware economische crisis en een hongersnood. Honderdduizenden mensen stierven.

De hongersnood liet diepe sporen na en dwong Noord-Koreanen zichzelf te redden, in plaats van te vertrouwen op de staat. Het resultaat: een bloeiende zwarte markt. Noord-Koreanen kunnen talloze buitenlandse producten kopen op de zwarte markt. Veel zwarthandelaren geven de voorkeur aan buitenlandse valuta, zoals de Chinese yuan of de Amerikaanse dollar.

Private ondernemingen

Kim Jong-un staat er om bekend de zwarte markt door de vingers te zien. Ook heeft hij een beperkt aantal private ondernemingen toegestaan. Sommige staatswinkels accepteren nu zelfs buitenlandse valuta en buitenlandse producten zijn makkelijker verkrijgbaar.

Dat Noord-Korea overstapt op een kapitalistisch systeem is uitgesloten. Privé-eigendom bestaat vrijwel niet en de staat heeft veel invloed op de economie. De vergelijking met China wordt wel al gemaakt. Ook dat land begon als communistische staat, maar stond geleidelijk aan kapitalistische hervormingen toe.