SER wil meer geld naar ‘uitgeholde kunstsector’

21 april 2017Leestijd: 2 minuten
Medewerkers van Musee du Louvre hangen het melkmeisje van Johannes Vermeer op. Het Rijksmuseum heeft het schilderij uitgeleend aan het Franse museum, voor de tentoonstelling Vermeer et les maitres de la peinture de genre, over de schilderkunst van de Goud

Als het aan de Sociaal-Economische Raad en de Raad voor Cultuur ligt, gaat er meer geld naar de kunstsector. Meer dan de helft van de mensen die in de sector werken, verdient minder dan 30.000 euro per jaar.

Vooral het beroep kunstenaar betaalt niet goed: de helft van de beeldend kunstenaars in Nederland verdient minder dan 10.000 euro per jaar. De adviesraden pleiten indirect voor hogere subsidies voor de kunstsector. Zij geven de bezuinigingen door de overheid en de lagere budgetten de schuld van de ‘uitgeholde sector’.

Privaat en publiek geld

Die sector moet nu in actie komen, ‘waar nodig samen met de overheid’, zegt de Raad van Cultuur. Ook Mariëtte Hamer, voorzitter van de SER, zegt dat er ‘zowel publiek als privaat geld’ naar de sector moet.

Dat de traditionele kunstsector het moeilijk heeft, is al langer duidelijk. Ook vorig jaar sloeg de SER alarm over de effecten die onder meer de economische crisis had op de arbeidsmarkt in de culturele sector.

Ook het feit dat 40 procent van de kunstenaars als zelfstandige werkt, draagt bij aan de economische malaise in de sector. Wat betreft flexibilisering van de arbeidsmarkt loopt de kunstsector voorop, weet Hamer.

Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) hebben de afgelopen jaren ook veel last gehad van de problemen met de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie. Die wet – inmiddels tijdelijk opgeschort – moest schijnzelfstandigheid voorkomen, maar uit diverse onderzoeken blijkt dat veel zzp’ers door de wet opdrachten zijn misgelopen: veel opdrachtgevers blijken toch voor een uitzendkracht te gaan, waardoor zzp’ers met lege handen achterblijven.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>