‘Britse economie groeit, sneller dan andere G7-landen’

04 oktober 2016Leestijd: 2 minuten
Een lid van de Conservatieve Partij leest een brochure over de Brexit - bron:AFP

Het lijkt er niet op dat de Britse economie dit jaar zware klappen krijgt door de aangekondigde Brexit. Integendeel: volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) groeit de economie in het land dit jaar met 1,8 procent.

Daarmee doet Groot-Brittannië het beter dan andere G7-landen. Dat zijn de Verenigde Staten, Duitsland, Japan, Frankrijk, Canada en Italië. In 2015 was er voor de Britten nog een plus van 2,2 procent.

Te pessimistisch over gevolgen Brexit

Het IMF moet nu wel toegeven dat het te pessimistisch was over de Britse economie in het geval van een Brexit. In april waarschuwde het fonds onder leiding van Christine Lagarde nog: bij een Brits vertrek uit de Europese Unie staat niet alleen Groot-Brittannië, maar de hele wereldeconomie een ramp te wachten. Dat het allemaal wel meevalt, bleek eerder al. Het Brexit-besluit van de kiezer in juni bezorgde de Britse economie in eerste instantie een flinke inzinking. maar in augustus veerde de markt al weer op.

Toch liggen er nog wel gevaren op de loer. Immers, de Brexit-procedure is nog niet begonnen. De Britse premier Theresa May kondigde deze week aan dat ze in maart volgend jaar Artikel 50 in werking wil stellen. Als dat echt gebeurt, kan er volgend jaar een flinke afzwakking van de groei plaatshebben, blijkt uit ramingen van het IMF.  Voor 2017 wordt een verzwakking van de groei tot 1,1 procent voorzien.

Brexit-overleg zal voor onzekerheid zorgen

Daarmee is het fonds somberder geworden over volgend jaar ten opzichte van schattingen die een paar weken na het Brexit-referendum werden gepubliceerd.  De Brexit-onderhandelingen met ‘Brussel’ zullen volgend jaar voor veel onzekerheid zorgen en lijken nu al tot uitstel van investeringen te leiden, zei IMF-hoofdeconoom Maurice Obstfeld in een toelichting.

Het IMF sprak van gemengde signalen voor de Britse economie. Zo schaadt de waardedaling van het pond de koopkracht van de Britten, die veel geïmporteerde goederen kopen. Aan de andere kant verbetert de goedkopere munt het pond de concurrentiepositie van Britse exporteurs.