Baan vinden blijkt juist voor hogeropgeleide asielzoekers lastig

23 augustus 2016Leestijd: 2 minuten
Asscher bezoekt vrijwilligersproject asielzoekers in Utrecht. Foto: ANP

Migranten met een hoog opleidingsniveau die naar Nederland komen, vinden moeilijker een betaalde baan dan laagopgeleide asielzoekers. Dat blijkt uit een pilot van uitzendbureau Randstad en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).

Randstad probeerde 94 statushouders binnen zes maanden aan een baan te helpen. In 14 gevallen lukte dat door middel van een betaalde baan, twaalf migranten vonden een stage of werkervaringsplek. De andere 68 statushouders in de pilot vonden geen werk. Opvallend is dat migranten zonder diploma’s sneller een baan wisten te vinden, meldt NOS.

Migranten moeten Nederlands leren en terug naar school
Hogeropgeleiden moeten grotere hobbels zien te overkomen. Zo hebben ze weliswaar diploma’s behaald in hun land van herkomst, in veel gevallen moeten ze in Nederland opnieuw naar school om die geldig te maken. Dat kan jaren duren.

Ook het leren van de Nederlandse taal is uiterst belangrijk voor hogeropgeleide asielzoekers bij het vinden van een baan, terwijl dat bij laaggeschoolde posities minder het geval is. Volgens Randstad zijn werkgevers ook kritischer bij het aannemen van hooggeschoolden in sectoren als de zorg en ICT.

Verwachtingen rond hooggeschoolde migranten waren torenhoog
In 2015 kwamen bijna 57.000 migranten naar Nederland. Vorig jaar hield COA-baas Gerard Bakker vol dat de asielzoekersstroom gemiddeld goed is opgeleid en dat die bij integratie in Nederland ‘een enorme empowerment’ kan opleveren voor de samenleving. Hans de Boer van VNO-NCW was het daarmee eens. Volgens De Boer kunnen asielzoekers helpen om personeelstekorten in technische en ict-functies op te lossen.

Uit eerdere asielstromen bleek juist dat het lastig is voor veel statushouders om betaald werk te vinden. Van de asielzoekers die tussen 1995 en 1999 een vergunning kregen, heeft nu 35 procent een baan van dertig uur of meer per week, meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau. De afstand tot de arbeidsmarkt zou te groot zijn, waardoor veel migranten afhankelijk werden van bijstandsuitkeringen.