Hoekstra: Geen verminderde dekking voor spaartegoeden

De Europese Commissie (EC) werkt aan een Europees depositoverzekeringsstelsel (EDIS) waarin uiteindelijk alle nationale depositogarantiestelsels moeten opgaan. Begin juni vroeg de Kamer of de garantie voor spaartegoeden niet beter kan worden verlaagd.

Minister van Financiën Wopke Hoekstra (VVD) wil de depositogarantie handhaven op 100.000 euro aan spaartegoeden. Hij ziet geen voordelen in een verlaging van het gedekte bedrag of de herinvoering van een eigen risico voor spaarders.

Er is in 1994 afgesproken dat elke EU-lidstaat een depositogarantiestelsel (DGS) moet hebben om spaarders te beschermen tegen het ‘omvallen’ van lokale banken. Sinds 2011 zijn de onder het depositogarantiestelsel vallende spaartegoeden gedekt tot een maximaal bedrag van 100.000 euro. Als een bank failliet gaat, krijgen de rekeninghouders dus maximaal 100.000 euro betaald uit het nationale DGS.

Geen lagere dekking van spaartegoeden onder het EDIS

In 2014 is er afgesproken dat alle banken door middel van risico-afhankelijke premies zelf een nationaal DGS opbouwen. Het opgebouwde DGS zou eind 2024 minimaal 0,8 procent van de onder het DGS vallende spaartegoeden moeten dekken.

Een depositogarantiestelsel is volgens internationaal onderzoek pas effectief als dit 90 tot 95 procent van de spaartegoeden dekt. Op grond van deze norm was in 2007 een dekking van 50.000 euro genoeg voor het gemiddelde spaartegoed in de EU. Voor Nederland was de garantie op dat moment al te laag, hiermee werd slechts 87 procent van het in aanmerking komende spaargeld gedekt.