Komen spookstadjes West-Virginia er ooit weer bovenop?

27 april 2018Leestijd: 1 minuut
Foto: Emile Kossen

De steenkoolindustrie in West-Virginia kreeg de afgelopen jaren tegenslag op tegenslag te verwerken – en dat heeft zijn sporen achtergelaten.

Dit is het hart van coal country – vrijwel iedereen werkt zelf of heeft familieleden die werken in de steenkoolindustrie. Daar gaat het niet best mee – de steenkoolproductie in West-Virginia daalde tussen 2008 en 2016 met maar liefst 50 procent. Dat komt met name omdat gas steenkool verdrong als belangrijkste bron voor elektriciteit.

De vele bergdorpjes in de staat hebben overduidelijk pijn geleden. Na het sluiten van de mijnen vertrokken veel mensen simpelweg. Verlaten huizen met afgebladderde verf en lege etalages domineren de omgeving.

Zo ook in Coalwood, een dorpje ooit opgericht door zakenman George Carter. Hij trof er zo’n 100 jaar geleden grote hoeveelheden steenkool aan in de bodem. Naast een mijn bouwde hij er huizen voor de werknemers, klinieken, kerken en scholen. The Washington Post noemde het in 1936 een van de mooiste kooldorpen in het land.

Maar vanaf de jaren 70 kwam de klad erin. De laatste eigenaar sloot de mijn in 1982 en verkocht alle bezittingen. Driekwart van de inwoners vertrok en wat resteert, is een schim van het ooit welvarende dorp. President Donald Trump beloofde de staat er bovenop te helpen – maar voor Coalwood komen die pogingen waarschijnlijk te laat.

Wilt u wekelijks het laatste nieuws over Amerika ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief van American Dreamers!