Parijs moet maar niet weer een finale organiseren

30 mei 2022Leestijd: 3 minuten
Supporters van Liverpool worden tegengehouden door de Franse politie. Foto: Thomas Coex/AFP

Parijs moet maar niet weer de finale van de Champions League organiseren, schrijft Hugo Camps.

Hugo Camps (Molenstede, 1943) schrijft wekelijks een sportcolumn voor weekblad EW.

De finale van de Champions League in het Stade de France in Parijs was organisatorisch een ramp. Nog voor de wedstrijd moest de Franse politie al traangas gebruiken. Duizenden kaarthouders uit Liverpool konden het stadion niet meer in. De hekken werden gesloten wegens de bestorming door avonturiers zonder kaartje. De wedstrijd begon met ruim een half uur vertraging na de warming-up. Voetballers die zolang moeten wachten na het inlopen, worden uit hun concentratie gehaald.

Feyenoord heeft speltechnisch een inhaalslag met Ajax gemaakt

De organisatie was zo schandalig dat een tweede uitgave in Parijs moet worden verboden. Dan deed het armzalige ­Tirana het met de finale van de Conference League beter. Al was de capaciteit van het stadion berekend op De Graafschap, niet op een grootstedelijke thriller. Terwijl Rotterdam en Rome toch geen gehuchten zijn. Feyenoord verloor met 1-0 door een inschattingsfout van centrale verdediger Gernot Trauner. Maar in het spel waren de Rotterdammers virieler, alsof het team een culturele revolutie heeft doorgemaakt. Het spel is offensiever en attractiever geworden. De spelers ogen nog fit na een slopend seizoen.

De verkoopwaarde van spelers als Orkun Kökçü, Luis Sinisterra, Justin Bijlow en Tyrell Malacia is aanzienlijk verhoogd. Cyriel Dessers is een verhaal apart, hij is nog steeds eigendom van het Belgische Racing Genk. Technisch directeur Frank Arnesen moet spelers verkopen om de gaten in de begroting te vullen.

Feyenoord heeft speltechnisch en -tactisch een inhaalslag met Ajax gemaakt. Er zit inspiratie en fysieke kracht in het elftal. Natuurlijk waren er in Tirana weer incidenten met supporters – die smet op het legioen lijkt onuitroeibaar. Er is geen medicijn bestand tegen de Nieuwe Wilden. Het is een kruis dat Feyenoord moet meedragen.

Anderzijds zag je een nationale identificatie opbloeien met Feyenoord, dat onverminderd de club van het volk is gebleven. Feyenoord is de grootste gemene deler van het culturele paspoort Nederland: volks, ijverig, solidair bij rampspoed, rauwe humor. De club mag dan armlastig zijn, Feyen­oord is erfgoed. De teleurstelling in Tirana was maar een incident waarin het mysterie van de hoop besloten lag.

Een botsing van twee stijlen

België

Lees ook de vorige sportcolumn van Hugo Camps: De innige band tussen Nederland en België in de sport

De finale van de Champions League was een botsing van twee stijlen. De aanvalslust van Liverpool versus het beredeneerde voetbal van Real Madrid. Uiteindelijk wonnen de Madrilenen met een zuinige 0-1 door een doelpunt van Vinícius Júnior. De verwachting was dat het duel Karim Benzema-Virgil van Dijk op het scherp van de snede zou worden bevochten, maar dat viel tegen. Benzema had zijn dag niet en Van Dijk speelde de wedstrijd uit op routine. Zonder grote fouten, maar met een zekere moedeloosheid in zijn spel. Hij vond de sleutel van de opwinding niet.

Real Madrid deed een beroep op dertigers, met Luka Modrić (36) als ouderdomsdeken. Hij heerste op het middenveld. ­Liverpool speelde als een snelheidstrein, maar botste op het miraculeuze optreden van Real-doelman Thibaut Courtois. De Belg speelde de wedstrijd van zijn leven. Alles ranselde hij weg. Courtois wordt de beste keeper van de wereld genoemd en op deze Champions-avond was dat zeker het geval. Hij is 2 meter lang, maar beweeglijker dan een vlinder. Na zijn parade in Parijs klaagde hij over een gebrek aan respect in een aantal Britse media. Zijn voetballeven lang spreekt hij met een oppositietoontje.

Steve Kerr sprak in zijn gebruikelijke persbabbel niet over basketbal

In de NBA begon Steve Kerr aan zijn zesde ­finale. De basketbalcoach won drie kampioenschappen met de Golden State Warriors. Vooraf hield hij de gebruikelijke persbabbel, maar deze keer niet over basketbal. Hij sprak over de schietpartij in het Texaanse Uvalde, waarbij negentien kinderen en twee leerkrachten zijn gedood door een schutter van achttien. Wanneer gaan we iets doen tegen de wapengekte, schreeuwde de van woede trillende coach. ‘Ik ben het zat. Ik wil dat iedereen die luistert denkt aan zijn kind of kleinkind. Wat als dit hen was overkomen.’ Met nog een klap op de tafel verliet hij de perszaal.

Hier sprak geen coach in functie. Hier raasden woede en verdriet van een zoon wiens vader is doodgeschoten in Beirut. Het was oprechte verontwaardiging.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."