Pompeii: film zonder verhaal, aftellen tot vulkaanuitbarsting

22 april 2014Leestijd: 2 minuten

Al in 2003 liep Roman Polanski rond met plannen voor een film over de laatste dagen van Pompeii. Het scenario zou worden gebaseerd op de roman die de Britse journalist Robert Harris had geconcipieerd, onder de eenvoudige titel: Pompeii.

Het budget bedroeg 150 miljoen dollar, maar een aangekondigde staking onder Hollywoodscenaristen gooide roet in het eten.

Nu is er dan toch een film, nog wel in 3D, maar met het Polanski-project heeft die niets van doen. Het is een Duits-Canadese coproductie van 100 miljoen dollar, geregisseerd door de Brit Paul W.S. Anderson – gespecialiseerd in sciencefiction en actiefilms.

Ook hier luidt de titel eenvoudig: Pompeii– en in het collectieve geheugen van de gehele mensheid volstaat dat, geen misverstand mogelijk. Als je je ogen sluit en je probeert voor te stellen hoe die uitbarsting van de Vesuvius in het doemjaar 79 uitpakte, heb je maar weinig fantasie nodig: as, rondvliegende rotsblokken, gegil, ontreddering. En ja, dat zit ook allemaal zo in de film, niet eens zo slecht gedaan.

Wat ontbreekt is de lava, maar dat is historisch correct. Wat ook ontbreekt, is een verhaal, en dat is dodelijk. Of nou ja: er is wel een verhaaltje, maar dat is zo bij elkaar geraapt uit Spartacus, Gladiator en zelfs The Horse Whisperer dat het er alle schijn van heeft dat de makers niet konden wachten tot de Grote Finale. Al het overige is: ballast.

We worden geacht mee te leven met de gladiatoren Milo (Kit Harington) en Atticus (Adewale Akinnuoye-Agbaje), en tussendoor loopt er ook nog een liefdeslijn vanuit Milo naar Cassia (Emily Browning), de mooie dochter van het stadshoofd Severus. Maar zij is al vergeven aan de Romeinse senator Corvus (een heel gemene Kiefer Sutherland), dus dat ziet er niet goed uit, nee. Kijkadvies voor wie zich op Pompeii had verheugd: sla de eerste 70 minuten over en pak de laatste akte mee in de bioscoop.