Grootheidswaanzin bij de publieke omroep is hopelijk snel verleden tijd

15 oktober 2014Leestijd: 4 minuten

Alleen een pluriforme publieke omroep is een goede afspiegeling van de maatschappij. Maar er lopen in Hilversum te veel mensen rond die het nogal hoog in hun bol hebben.

De publieke omroep moet op de schop. Het kabinet is van plan om de publieke omroep te hervormen – wat even moeilijk is als het hervormen van een antieke religie.

De publieke omroep is soms net een politieke partij. Op Radio 1 hoorde ik bekende journalisten die twijfelden aan de legitimiteit van de politiek in deze kwestie. Ze stellen echter geen vragen bij de legitimiteit van de verschillende omroepen: wij hebben aanzienlijk meer leden dan de politieke partijen!

Grootspraak

Hoe vaak per jaar houden jullie een ledenvergadering? Wanneer heeft de EO voor het laatst verkiezingen georganiseerd om te bepalen wie zijn baas wordt? En vooral: wanneer lieten de EO of de TROS hun programma’s voor het laatst beoordelen door de leden?

Er zijn journalisten die zich schuldig maken aan grootspraak, doordat zij geregeld met politici en andere belangwekkende personen moeten praten. Hierdoor gaan deze interviewers denken dat ze even belangrijk zijn als de geïnterviewde.

Slimme mensen

En daar begint de ondemocratische grootheidswaanzin: er kijken of luisteren veel mensen naar een bepaald interview, terwijl dezelfde kijkers weinig waardering hebben voor de geïnterviewde politicus. Ook gaan de journalisten die aan grootheidswaanzin lijden, geloven in hun eigen wijsheid en slimheid. Wederom omdat ze met wijze en slimme mensen praten. Er zitten vreemde vogels in Hilversum.

Ik maak vaak journalisten mee die op grond van gesprekken met intellectuelen geloven dat ook zij over dezelfde intellectuele capaciteiten beschikken. Dit soort figuren kom je vooral tegen bij actualiteitenprogramma’s. In werkelijkheid verachten ze hun eigen beroep.

Minderwaardigheidscomplex

Journalist is een belangrijk creatief beroep dat in de regel slechts door zeer intelligente mensen kan worden uitgeoefend. Maar een journalist met een minderwaardigheidscomplex veracht zijn eigen werk.

De publieke omroep is geen politieke partij. De legitimiteit van de publieke omroep is een politiek vraagstuk. De democratie in de Verenigde Staten is niet ten onder gegaan doordat er nauwelijks een publieke omroep bestaat.

De publieke omroep beschikt over veel meer middelen om zichzelf te propageren dan politici. Politici zijn vaak zelfs bang voor de Hilversumse journalisten. Maar het zijn de politici die uiteindelijk gaan over belastinggeld en het algemeen belang.

Onontkoombaar

Wanneer omroepen door belastinggeld worden gefinancierd, moeten ze begrijpen dat politici verplicht zijn om over de grondslag van die omroep te delibereren. Het geloof dat de publieke omroep een onontkoombare categorie is die door algemene middelen zou moeten worden gefinancierd, behoort tot het verleden.

De legitimatie van de publieke omroep hangt niet samen met de kijkcijfers of de ledenaantallen. Als dat laatste waar zou zijn, dan moeten de leden zelf hun vereniging maar financieren. Terecht zegt VVD-staatssecretaris Sander Dekker (Media): ‘Ik heb liever dat de kijkers een programma op de publieke omroep waarderen met een tien, dan dat er tien kijkers meer afstemmen op een programma dat wel erg veel lijkt op dat wat ook elders te zien is.’

Charlatans

De grondslagen van de publieke omroep moeten door de politiek voor de komende decennia worden gedefinieerd. Dit kabinet zet de eerste stappen. De publieke omroep moet zich meer onderscheiden van de commerciëlen, aldus Dekker.

Het kabinet, en daarmee de meerderheid van de Kamer, ziet drie taken voor de publieke omroep: informatie, educatie en cultuur. Het kabinet wil af van dure amusementsprogramma’s – die kunnen ook door de commerciële omroepen worden gemaakt.

Sommige programmamakers zijn nu al bezig om hun amusementsprogramma te verkopen met de termen informatie, educatie en cultuur. Het zijn echt charlatans!

Goedkoop

De meeste amusementsprogramma’s kunnen weg bij de publieke omroep. Hiertegen kun je inbrengen dat de reclame-inkomsten dalen. Maar dat is geen probleem, want de dure amusementsprogramma’s hoeven niet meer te worden gemaakt.

Daarnaast moet de publieke omroep leren om op een goedkopere wijze programma’s te maken. Dit kan door de publieke omroep voortaan worden opgesteld voor andere partijen, wat zou leiden tot enorme vernieuwing.

Kranten en tijdschriften kunnen met minder geld en met eigen middelen programma’s aanbieden aan de publieke omroep. De politiek wil het gesloten fort van de publieke omroep openbreken waardoor de omroep onderdeel wordt van de maatschappij.

Pluriformiteit

Daarmee zal een einde komen aan de grootsheidswaanzin van het journalistieke establishment in Hilversum. Ze moeten daar dan concurreren met anderen die wellicht ook nog betere programma’s kunnen maken.

Het kabinetsbeleid moet ook een einde maken aan de oneerlijk concurrentie tussen de door overheid gefinancierde publieke omroep en alle andere instellingen. Het verwijderen van marktverstorende elementen uit de publieke omroep is een onderdeel van de nieuwe, door overheid gesubsidieerde journalistiek.

In de plannen van het kabinet ontbreekt een belangrijk element: de politieke en wereldbeschouwelijke pluriformiteit. Dit is het grootste probleem van de publieke omroep.

Zolang de publieke omroep onvoldoende pluriform is, zal er worden getwijfeld aan de legitimiteit ervan.