Het is schandalig dat halfslachtige persvrijheid wordt gebruikt om vrouwen te straffen

31 december 2013Leestijd: 5 minuten

In veel landen, waar geen vrijheid van meningsuiting geldt, worden bloggers opgepakt voor wat zij opschrijven. De vrijheid van de een zou niet tegen de vrijheid van de ander mogen ingaan.

In landen waar de persvrijheid een voetveeg is, zou ik voor het overgrote deel van mijn blogs zijn opgepakt, gevangengezet en vaak gemarteld. Dat is een benauwende gedachte zo rond de jaarwisseling.

Toch ben ik mij daar, telkens wanneer ik achter mijn bureau plaatsneem om mijn blog te schrijven, sterk van bewust. Want vandaag heb je een minister aangevallen, morgen de regerende partij of één van haar bondgenoten.

Bovendien gedragen in veel landen de chauffeur en de secretaresse van de minister zich als ministers, waardoor ook beschimpingen van de verre naasten van overheidsfunctionarissen journalisten en bloggers duur kunnen komen te staan.

Ober, bedankt

Zo volstaat het in veel Arabische landen als dochter, zoon, neef of nicht van iemand die voor een bewindspersoon werkt om ergens een restaurant binnen te wandelen, met je wijsvinger over alle hoeken van de menukaart te gaan om vervolgens na afloop van het smakelijke roofbezoek de obers te bedanken voor de gulheid en weg te lopen.

Wie dan de moed heeft beleefd te informeren waar de rekening naar toe moet, mag oprecht voor held worden aangezien. Zo iets onmogelijks verrichten immers weinig ondernemers. Laat staan dat de pers hier ruchtbaarheid aan geeft.

Gedachtepolitie

Onmogelijk is evenwel de hekeling van manieren waarop autoritaire landen voor gedachtepolitie pogen te spelen teneinde hun burgers in voortdurende angst te doen leven. In de bekende Arabische tv-serie ‘Maraya’ (de Spiegels) ging jaren geleden één van de afleveringen over een man die ’s nachts een droom ziet waarin hij de hoofdrol vervult in een volksopstand tegen het heersende regime.

Met het zweet op zijn voorhoofd wordt hij de volgende ochtend wakker. Hoe kan ik zo’n beangstigde gedachte hebben gehad? vroeg hij zich af. Enkele minuten later kloppen lange breedgeschouderde mannen in zwarte leren jassen bij hem aan. Hij moet mee. De arme man voelde niets eens de noodzaak te vragen naar de reden van zijn arrestatie.

De kijker begreep waarom. De overheid kan zelfs uw dromen meelezen. Wees dus gewaarschuwd!

Syrië

Zelf ben ik geboren in een land waar de bovenstaande scène verre van ondenkbaar is. Daarom waardeer ik als liberaal vrijheid, waarbij de gedachte dat ik nu leef in een land dat een glansrijke tweede plaats bezet op de persvrijheidranglijst ‘World Press Freedom Index’ (2013) mij met trots vervult.

Want in China, om maar een belangrijke hekkensluiter te noemen (nummer 173), zou ik mij als blogger drie jaar lang mogen rekenen tot de bewoners van ’s lands strafinrichtingen wanneer mijn ‘onverantwoorde digitale geruchten’ zo populair worden dat ze gretig worden gedeeld (500 keer of meer) of veel klikken krijgen (5000 keer of meer).

Mensenlevens

Het overheidsapparaat dat wil bepalen wat verantwoord is en wat wel of geen gerucht is, weet zich uiteraard snel raad met de eigen vijanden en bedreigende krachten. Maar toch, en zonder het kwade goed te praten, ‘digitale geruchten’ zijn vaker dan wij hier willen geloven in staat mensenlevens op het spel te zetten.

Het is moeilijk verteerbaar dat in het overgrote deel van de wereld verminkte vormen van pers- en uitingsvrijheid worden aangewend om vrouwen en minderheden vogelvrij te verklaren, zonder wetten te overtreden en direct op te roepen tot haat en geweld.

Abu Hamza

Ja, in een enkel geval betreffen zulke geruchten notoire dwaasheden die hier worden weggelachen, maar elders gehoor krijgen. Vorige maand riep de Qatari geestelijke ‘Abu Hamza’ zijn volgers op de sociale media op om Parijs niet langer te bezoeken.

Hij zou hebben ontdekt dat Parijs stiekem ‘Baryis’ (Arabieren spreken ‘P’ als ‘B’ uit) betekent; ‘bar’ is verboden voor moslims omdat er alcohol wordt geschonken en ‘yis’ (=yes) betekent dat men instemt met al het verwerpelijks dat in de bars gebeurt.

Een ander minder onschuldig voorbeeld komt van diezelfde Abu Hamza. Op Twitter meldde hij dat toen hij onlangs naast zijn echtgenote zat en een windje liet, zij hem vroeg: wat is deze lekkere geur? waarop hij haar in elkaar sloeg omdat ze zou hebben gelogen.

Hoe idioot zo’n bericht ook is, subtiel zet het wel de mannelijke bewonderaars van Abu Hamza aan hun vrouwen ter fermer hand te nemen bij vermoedens van leugens of andere ‘kwaden’. De giftige combinatie van gebrekkig relativeringsvermogen, intolerantie, gehoorzaamheidsfetisjisme, en aversie jegens diversiteit geven mede vorm aan het tragische lot van vrouwen en ook minderheden. Beiden zijn slachtoffers van de (digitale) uitingsvrijheid zonder dat de daders per se buiten het wetboek handelen.

Strafbaarheid van geruchten

In landen als Egypte doen regelmatig roddels de ronde als: ‘Ik heb gehoord dat er een priester is die moslims gedwongen tot het Christendom bekeert’ of ‘Ik zag hoe een Koptisch meisje daar en daar de Koran verscheurde’. Zijn zulke geruchten strafbaar? Kan hun verspreider worden aangeklaagd voor het aanjagen van volkswoede? Vallen ze onder de pers- of uitingsvrijheid?

Abu Hamza bijvoorbeeld vertelt een individuele ervaring en is zelf niet verantwoordelijk voor het feit dat zijn volgers bij soortgelijke gebeurtenissen identieke fysieke verrichtingen plegen bij hun echtgenotes. Tot zover de juridische werkelijkheid.

Geciviliseerde mens vs. barbaar

Nu de menselijke werkelijkheid. De grote liberale denkers John Stuart Mill en Isaiah Berlin zijn in hun ideeën over vrijheid uitgegaan van geciviliseerde burgers en volwassen mensen die zelf leven en anderen laten leven.

Berlin heeft deze gedachte prachtig geformuleerd: ‘Het besef dat je eigen overtuigingen relatieve geldigheid kennen terwijl je er tegelijkertijd voor blijft staan, is wat een geciviliseerde mens onderscheidt van een barbaar.’

En precies die relatieve geldigheid, niet te verwarren met het antropologische waardenrelativisme, ontbreekt maar al te vaak. Het onvermogen jouw eigen overtuigingen, zonder ze op te geven, te relativeren ten gunste van de overtuigingen van je medeburgers en vrijheid op te vatten als waardigheid voor iedereen; daar schort het in veel landen en culturen aan.

Vrijheidsparadox

Hiertegen helpen geen oorlogen (Irak) teneinde het Verlichtingsdenken te exporteren en geen volksopstanden tegen de politieke heersers. Opstanden dienen te geschieden tegen iets fundamenteler.

Tegen de menselijke natuur waarin de vrijheid van sommigen gedijt op de onvrijheid van anderen en het plezier van enkelen gepaard gaat met de misère van honderden.

Waarin de vrijheid van de een niet stopt bij de vrijheid van de ander maar daar juist tegenin gaat. Waarin ‘vrijheid’ zich, ondersteund met technische instrumenten die met de snelheid van het licht vele mensen kunnen bereiken, tot een wurgende kracht kan ontwikkelen. Het oplossen van deze paradox is de opgave van de eeuw.