De Lijkwade van Turijn blijft zorgen voor verdeeldheid

13 april 2015Leestijd: 12 minuten
''

De Lijkwade van Turijn, nog steeds onderwerp van discussie onder wetenschappers, is weer te zien. Italië verwacht drommen pelgrims.

Een interview met lijkwade-expert John Jackson vindt u onder aan de pagina.

Secondo Pia, advocaat in Turijn en verdienstelijk amateurfotograaf, kreeg op 28 mei 1898 de kans om de eerste photographie in de historie te maken van de Lijkwade van Turijn.

Diezelfde nacht ontwikkelde Pia de glazen platen in zijn laboratorium. Later zou hij zeggen dat hij bij het eerste zicht van het beeld van schrik bijna de plaat uit zijn handen liet vallen. Op het negatief werd een positief beeld van een mannelijk gezicht zichtbaar; veel duidelijker dan de vage afbeelding op het doek. De conclusie moest zijn dat die afbeelding op het linnen een negatief was.

Serieuze kringen

Het was het begin van meer dan een eeuw onderzoek en discussie over de lijkwade die duurt tot de dag van vandaag. Tot dan toe werd de lijkwade in serieuze kringen niet voor vol aangezien: het was een van die ontelbare gefabriceerde relikwieën en wonderen in de katholieke kerk.

Zelfs kerkleiders beschouwden de lijkwade en de afbeelding erop als vervalsingen uit de Middeleeuwen. Met Pia’s ontdekking kwam daarin verandering. In de Middeleeuwen was het concept van fotografie en het negatief onbekend. Hoe was de afbeelding dan gemaakt?

Nieuwe technieken maakten nieuwe onderzoeken mogelijk. In 1976 deden Amerikaanse NASA-wetenschappers, onder wie de toen jonge natuurkundige John Jackson, een andere ontdekking. Ze stelden een foto van de lijkwade bloot aan een nieuw apparaat, bedoeld voor driedimensionale fotografie van het maanlandschap.

Dat toonde aan dat de afbeelding op het doek een tweedimensionale weergave van een driedimensionaal beeld was.

Voor zover bekend bevatte geen enkele door mensenhanden gemaakte afbeelding, zeker niet uit de Middeleeuwen, driedimensionale informatie. Dat de afbeelding niet door mensenhanden kon zijn gemaakt, stond nu wel vast.

Hoe dan wel? De moderne wetenschap rekende af met talloze sprookjes over wonderen, maar maakte van de lijkwade in plaats van een vervalsing opeens een mysterie.

Pollen

‘Deze demonstratie van de driedimensionaliteit genereerde zo veel wetenschappelijke aandacht dat we snel een wetenschappelijk onderzoek en een expeditie naar Turijn konden organiseren,’ zegt Jackson (69). Opeens stonden Amerikaanse wetenschappers in de rij om het relikwie te onderzoeken.

Jackson ging het Shroud of Turin Research Project (STURP) leiden dat in oktober 1978 vijf dagen lang met de meest uiteenlopende apparatuur en testen met de lijkwade in de weer mocht.

Het team deed nieuwe ontdekkingen. Er zouden in de stof pollen van planten uit Palestina van het begin van de jaartelling zitten; de verkleuringen in het linnen die de afbeelding vormden, waren zeer oppervlakkig en niet veroorzaakt door kleurstoffen.

Onnatuurlijk

Maar er ontstond ook controverse. Een van de teamleden, scheikundige Walter McCrone, trof rode pigmenten aan die op schilderwerk wezen. Het zou de onnatuurlijke rode kleur van de bloedvlekken op het linnen verklaren.

Het leidde tot een jarenlange strijd tussen McCrone en andere STURP-leden. McCrone stapte uit de groep en trad toe tot een andere groep lijkwade-onderzoekers, met een tegenovergestelde doelstelling: aantonen dat de lijkwade een artefact is.

Sindsdien bestoken wetenschappers die geloven in de authenticiteit en sceptische wetenschappers, niet zelden agnosten, elkaar met papers en nieuwe onderzoeken om het eigen gelijk aan te tonen.

Jackson, een gelovig man, kwam later met een opmerkelijke hypothese over het ontstaan van het beeld: tijdens de herrijzenis van Jezus zou door het vrijkomen van enorm veel straling (en het oplossen van zijn lichaam) het beeld in het doek zijn gebrand. Het kwam hem op veel kritiek van de sceptici te staan.

Zij houden het voor onmogelijk dat ooit wordt aangetoond dat het beeld in de lijkwade kan worden toegeschreven aan Jezus van Nazareth.

Bidden

De katholieke kerk heeft zich de laatste decennia opmerkelijk afzijdig gehouden van de discussie. Het Vaticaan heeft de echtheid van de lijkwade nooit erkend. Paus Franciscus gaat niet verder dan de lijkwade een ‘icoon’, een symbool van het lijden van Christus, te noemen. Hij gaat er de komende tijd overigens wel op bezoek om erbij te bidden.

Toch bezweek de kerk in 1988 onder de druk om meer onderzoek te doen. Er werd een stukje doek verdeeld over drie academische instituten in Zürich, Oxford en Arizona om met de betrouwbare koolstof-14-dateringsmethode de ouderdom van de lijkwade vast te stellen. Stamt hij uit het begin van de jaartelling, ofwel: kon Jezus erin gewikkeld zijn geweest?

De uitkomst was een schok voor de STURP-wetenschappers, want onafhankelijk van elkaar bepaalden de drie instituten dat de lijkwade dateert van de dertiende eeuw. Het andere kamp produceerde een storm aan hypotheses die moesten aantonen dat de datering in de fout was gegaan.

Raadsel

De roep om een nieuwe test, met ander materiaal uit de lijkwade, blijft klinken. Ook Jackson twijfelt aan de datering. ‘Ik heb geen reden om aan te nemen dat de instituten onjuiste metingen hebben gedaan. Maar we hebben zelf uit ons onderzoek genoeg aanwijzingen dat de lijkwade veel ouder is. We zouden onze ideeën moeten testen met nieuw, grondig onderzoek aan de lijkwade.’

Christopher Ramsey (52) is directeur van het instituut in Oxford, één van de drie die de koolstofdatering uitvoerden. Hij zegt tegen Elsevier: ‘Ik zie geen goed bewijs dat de datering in twijfel trekt. Maar ja, mensen hebben hun theorieën. En komen dus vragen om meer testen. Probleem is dat die testen meestal destructief zijn voor het materiaal.’

Het lijkt erop dat ook de Heilige Stoel het wel genoeg vindt zo. De roep om een nieuwe datering wordt niet meer beantwoord. Maar het raadsel van de afbeelding is nog steeds niet opgelost.

Hans en Grietje

De Nederlandse emeritus-predikant Nico ter Linden (78), auteur van een groot oeuvre over de Bijbel, staat bekend als een bijbeldeskundige die veel verhalen uit het evangelie niet letterlijk neemt. ‘De historische Jezus heeft bestaan, dat staat vast,’ zegt hij. ‘Dus je kunt er onderzoek naar doen, maar je komt niet ver. Veel is vermythologiseerd.’

Ter Linden heeft weinig op met het onderzoek naar relicten die de verhalen uit de Bijbel moeten verifiëren. ‘Het is flauwekul, maar wel mooie flauwekul. Maar net zo min als je op zoek moet gaan naar het snoephuisje van Hans en Grietje, moet je op zoek gaan naar de echtheid ervan. Je moet het verhaal intact laten.’

Ter Linden vindt het goed dat de katholieke kerk geen werk meer maakt van de zoektocht. ‘Het is wijsheid van de kerk om er geen theologie van te maken. En om aan de gelovigen hun eigen middelen te laten om het lijden van Jezus te doorleven. Maar ja, aan dit soort onderzoeken zal nooit een einde komen, want er komt nooit een einde aan ons godsverlangen.’

Elsevier nummer 16, 18 april 2015

Jackson kwam, als jonge onderzoeker in dienst van de Amerikaanse luchtmacht, in 1976 voor het eerst in aanraking met het onderzoek naar de lijkwade. In 1978 leidde hij de wetenschappelijke expeditie van veertig internationale onderzoekers naar Turijn waar de lijkwade voor het eerst aan een diepgaand wetenschappelijk onderzoek werd blootgesteld, het zogenoemde Shroud of Turin Research Project (STURP).

Nadien is de lijkwade nog maar één keer beschikbaar gesteld voor onderzoek, in 1988 voor de koolstof-14 datering waarmee de leeftijd werd bepaald op pakweg zevenhonderd jaar. Daarnaast is de lijkwade enkele malen gefotografeerd met moderne, extreem-hogeresolutie-camera’s. Alle andere onderzoekers die nu nog bezig zijn met de lijkwade maken gebruik van de gegevens uit deze onderzoeken.

Jackson leidt samen met zijn vrouw het door hem opgerichte onderzoekscentrum Turin Shroud Center in hun woonplaats in Colorado Springs. Op hun website presenteren zij hun bevindingen.

Dit interview kwam via e-mailwisseling tot stand.

Hoe kwam u in aanraking met de lijkwade?

‘Ik hoorde voor het eerst van de lijkwade van mijn moeder toen ik ongeveer 13 of 14 jaar oud was. Ik ben sindsdien geïnteresseerd in de lijkwade, gedurende de middelbare school en universiteit en daarna.

‘Het was de wetenschappelijke demonstratie van de driedimensionaliteit van het beeld van de lijkwade op 19 februari 1976, met de hulp van een toekomstige STURP collega Bill Mottern, die de wetenschappelijke belangstelling voor de lijkwade genereerde en die snel leidde tot de vorming van STURP en zijn wetenschappelijke expeditie naar Turijn in oktober 1978.’

Het moderne wetenschappelijke onderzoek naar de lijkwade duurt al ruim een eeuw. Er is al zoveel over bekend, hij wordt wel het meest onderzochte relikwie op aarde genoemd. Waarom trekt de lijkwade nog steeds zoveel wetenschappelijke aandacht en onderzoek?

‘Het doek blijft een omvangrijk wetenschappelijk vraagstuk dat uitgebreid onderzoek verdient. Er is veel belangstelling voor de lijkwade vanuit letterlijk de hele wereld. Indien de lijkwade echt de lijkwade van Jezus is, dan is hij vanuit een christelijk perspectief ook het doek van Zijn wederopstanding.

‘Tweeduizend jaar lang heeft het christendom de mensheid haar unieke oplossing voor het probleem van de menselijke sterfelijkheid en het menselijk bestaan ​​na de dood geboden, nauw verbonden met de opstanding van Jezus tweeduizend jaar geleden. Mocht de lijkwade de fysieke getuige zijn van dat evenement, dan moet hij natuurlijk een diepgaande interesse losmaken bij elk mens in onze wetenschappelijke, seculiere tijd.’

De koolstof-14-datering van 1988 was voor veel sceptici het bewijs dat de lijkwade een vervalsing is. Wetenschappers uit uw kamp denken dat de datering toch niet goed is gegaan. Wat zijn uw bevindingen over de koolstofdatering van 1988?

‘Als fysicus heb ik respect voor deze methode om archeologische artefacten die geschikt zijn voor dit soort methodieken te dateren. Ik heb geen redenen om te geloven dat de drie laboratoria geen goede koolstofisotoop-meting hebben gedaan van de verstrekte monsters die naar verluidt afkomstig waren van de lijkwade van Turijn.

‘Ik heb echter wel grote problemen met de interpretatie van de data van de gemeten verhoudingen aan koolstofisotopen in deze monsters.

Een primaire reden is dat wij in het bezit zijn van de gegevens uit ons onderzoek van de lijkwade uit 1978 die volgens ons rechtstreeks de datering van de lijkwade uit de veertiende eeuw aanvechten. Onze aanwijzingen komen uit de vaste, historische vouwlijnen die gemakkelijk kunnen worden gezien wanneer de Sluier niet strak wordt getrokken.

‘We hebben de lijkwade opnieuw gevouwen volgens deze lijnen, die werden gedocumenteerd door het wetenschappelijke STURP-team in 1978. Die wijze van vouwen komt zeer goed overeen met de weergave van een lijkwade met een afbeelding van Jezus die volgens diverse historisch gedocumenteerde rapporten aanwezig was in Constantinopel, minstens enkele eeuwen voor de koolstofdaterings-datum.

‘Daarom is het wetenschappelijk legitiem om de geldigheid van de koolstof-14-meting aan te vechten. Het probleem blijft dan de vraag waarom de koolstofdatering van de lijkwade blijkbaar niet overeenkomt met deze en andere archeologische conclusies die wijzen naar de tijd van Christus.

‘We hebben een aantal goede wetenschappelijke hypothesen over hoe de koolstof-methode een zeer onnauwkeurig datering voor de lijkwade zou hebben veroorzaakt. Maar om onze ideeën adequaat te testen is een nieuw onderzoek van de lijkwade door ons wetenschappelijke team nodig.

‘Helaas zijn er slechts schaarse data-karakteristieken van de plek op de lijkwade waar de monsters voor de koolstof-14 uit gehaald zijn. Het STURP-team wist in 1978 niet waar tien jaar later uit de lijkwade de monsters voor de koolstofdatering genomen zouden worden.’

Sceptici stellen: het is inmiddels voldoende aangetoond dat de lijkwade een menselijke constructie is. Blijft u dat bestrijden?

‘Ik moet de “scepticus” nog vinden die een samenhangende verklaring van alle wetenschappelijke gegevens en beschikbare analyses die beschikbaar zijn over de lijkwade kan geven. Over het algemeen wordt er alleen uitleg gegeven over slechts een beperkt deel van de beschikbare gegevens van het lijkwadebeeld.

‘Het meeste datamateriaal is afkomstig van STURP en een deel uit het werk van onze collega’s in Turijn. Ook onze website documenteert alle belangrijke hypothesen over de vorming van het beeld, waarvan vele een menselijke construct impliceren.

‘Maar het niet kunnen bieden van een ​​overtuigende en geloofwaardige verklaring voor het karakteristieke driedimensionale beeld van de lijkwade is een ernstige tekortkoming aan de “menselijke constructie”-hypothese.

‘Wat ik daarover dertig jaar geleden al heb geconcludeerd is volgens mij nog steeds geldig. Mijn werk van toen toont dat de afbeeldingintensiteiten op het doek sterk correleren met de vastgestelde afstanden van het lichaam tot het doek, bij het tegelijkertijd instandblijven van hoge afbeeldingsresoluties. Alle hypotheses die ik ken over een menselijke constructie van het beeld falen volgens mij om een goede verklaring te geven van de gelijktijdige driedimensionaliteit en hoge resolutie.’

Volgens de zuivere wetenschappelijke methodologie mogen wetenschappers niet alleen bezig zijn met het verifiëren van hun stellingen. Ze moeten hypotheses maken die ook te falsificeren zijn. Sceptici beweren dat u en andere wetenschappers die geloven in de authenticiteit van de lijkwade met stellingen komen die niet te falsificeren zijn, en dus niet bijdragen tot werkelijke nieuwe kennis.

‘Ik ben het er volledig mee eens dat de Wetenschappelijke Methode (hoofdletters van geïnterviewde, red.) is gebaseerd op testen, in tegenstelling tot bewijzen, van hypothesen met geloofwaardige wetenschappelijke gegevens.

‘Zeker, er zijn gevallen waarin onderzoekers dit axioma vergeten of verwaarlozen in hun onderzoek. Als iemand denkt dat we dit in ons onderzoek gedaan hebben, dan vraag ik met alle respect, in de geest van de wetenschappelijke peer-review, om aan te geven hoe we daarin tekortgeschoten zijn. Uiteraard willen we op dergelijke fouten gewezen worden.

‘Maar als rechtmatig wetenschappelijk onderzoek wijst op een “Christus-oorsprong”, dan is dat zo. Het is wetenschappelijk onjuist als mensen een ​​bepaalde hypothese, getest volgens de Wetenschappelijke Methode, verwerpen uitsluitend omdat hij niet bevalt.

‘Ik vraag elke lezer om voor zichzelf na te gaan of ik in al mijn publicaties aandacht heb gegeven aan de juiste wetenschappelijke methodologie. Op onze site is alles beschikbaar.’

Laat u ruimte open voor de stelling dat de lijkwade een menselijke constructie is, of wilt u uitsluiten dat zoiets ooit zal worden bewezen?

‘Ik denk dat de wetenschap altijd open moet staan voor alle legitieme hypotheses, met inbegrip van die van de “menselijke constructie”. Maar hoe vaker die constructie-theses met goed onderzoek worden afgewezen, hoe onwaarschijnlijker die stelling logischerwijs wordt.

‘Daarom ben ik nu geneigd, na meer dan veertig jaar lijkwade-onderzoek en getuige van het falen van vele constructie-theses, om te denken dat die menselijke constructie-these nu onhoudbaarder is dan zeg veertig jaar geleden. Maar ik vind ook dat het onderzoek naar de menselijke constructie niet moet worden ontmoedigd, ongeacht wat ik nu vind van de lage succeskans daarop.’

U denkt dat de lijkwade mogelijk is ontstaan tijdens de wederopstanding van Christus. Maar dat impliceert dat de lijkwade een goddelijk wonder is. Denkt u werkelijk dat de mensheid ooit in staat zal zijn wonderen wetenschappelijk te bewijzen?

‘De wetenschap is een menselijke strategie om vijf fundamentele vragen te kunnen beantwoorden: wie, wat, wanneer, waar en hoe. Religie en filosofie richten zich op een zesde vraag, het waarom, de vraag naar de betekenis.

‘Soms wordt de wetenschap ten onrechte gebruikt voor de waarom-vraag, en omgekeerd religie voor wetenschappelijke conclusies over hoe religie werkt. Als wetenschap probeert religie te beoefenen of als religie probeert wetenschap te beoefenen, ontstaan conflicten.

‘Uw vraag opent de weg voor een dergelijk conflict als we aannemen dat “bewijzen” behoort tot de wetenschap, terwijl een “wonder” behoort tot het perspectief van geloof. Ik denk dat de rol van zowel wetenschap als religie moet worden gerespecteerd.

‘Neem het bestaan van het heelal, nu onderwerp van veel kosmologisch wetenschappelijk onderzoek. Ik denk niet dat het universum in zichzelf de ultieme verklaring herbergt voor zijn bestaan. Ik denk dat we voor het bestaan ​​van het universum uiteindelijk moet vertrouwen op een oneindige werkelijkheid buiten het universum, en dat die oneindige werkelijkheid God is.

‘Daaruit volgt dat het bestaan ​​van ons universum, en alles daarbinnen met inbegrip van de lijkwade, het resultaat moet zijn van goddelijke inmenging. Of, zo u wilt, een wonder. Of we ooit zoiets kunnen aantonen is intrigerend, en het zou misschien kunnen als de rollen van wetenschap en religie worden gerespecteerd. Maar één ding is zeker: het is niet mogelijk als we onze geest daarvoor afsluiten.’