Alois Brunner ‘dood in Syrië’: op deze nazi’s wordt nog gejaagd

01 december 2014Leestijd: 3 minuten

De hoogbejaarde nazi Alois Brunner is vermoedelijk vier jaar geleden gestorven in Syrië. Maar er zijn nog altijd oorlogsmisdadigers die voortvluchtig zijn en op wie nog wordt gejaagd.

Er lijkt een einde te zijn gekomen aan jarenlange speculaties over het lot van de Oostenrijkse oorlogsmisdadiger Alois Brunner. Volgens het Simon Wiesenthal Centrum – dat zich heeft toegelegd op het opsporen en vervolgen van oorlogsmisdadigers – is er voldoende informatie om aan te nemen dat de hoogbejaarde nazi vier jaar geleden is gestorven in Syrië.

De dood van Brunner kan nog niet officieel worden bevestigd, maar het centrum denkt er zeker van te zijn dat hij op 98-jarige leeftijd door ouderdom is overleden.

Nazi-jager

‘We kunnen het forensisch gezien niet bewijzen, maar we denken dat dit het geval is,’ zegt nazi-jager Efraim Zuroff. Dat betekent dat de zoektocht naar de nazi wordt gestaakt.

Brunner, lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij en later ook van de SS, was de assistent van Adolf Eichmann. Deze SS-functionaris was een van de hoofdverantwoordelijken voor de massamoord op de Europese Joden.

Van 1943 tot 1944 was Brunner commandant van Drancy, een doorgangskamp waarvandaan ongeveer 70.000 Joden werden gedeporteerd naar het oosten, naar concentratie- en vernietigingskampen. Na de oorlog wist Brunner naar Syrië te ontkomen, waar hij, zo schrijft website Historiek, onder meer voor de geheime dienst werkte.

Brunner is dus naar alle waarschijnlijkheid dood. Maar naar deze, inmiddels hoogbejaarde nazi’s, wordt volgens het Simon Wiesenthal Centrum nog altijd gezocht. Elsevier zet er drie op een rij.

1. Gerhard Sommer

Deze voormalige SS-Untersturmführer prijkt hoog op het lijstje van het Simon Wiesenthal Centrum. Sommer, die werd geboren in 1921 en nu dus ruim boven de 90 jaar is, was betrokken bij de massamoord op 560 burgers in het Italiaanse dorp Sant’Anna di Stazzema. In het voorjaar van 2006 leefde de moordenaar nog onbekommerd in een verpleeghuis bij de Duitse stad Hamburg. Een poging tot vervolging in Duitsland leverde niets op.

2. Hans Lipschis

Lipschis was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van de Waffen-SS, en ‘werkte’ in die hoedanigheid als kampbewaker in Auschwitz. Hij werd door het centrum van nazi-jager Simon Wiesenthal op de vierde plek van de lijst met meest gezochte oorlogsmisdadigers geplaatst. Lipschis werd op 93-jarige leeftijd opgepakt vanwege betrokkenheid bij moord.

Hij gaf toe in het concentratie- en vernietigingskamp te hebben gediend, maar dan als kok, en niet als bewaker. Een jaar later, in december 2013 werd hij vrijgelaten omdat hij volgens de rechter vanwege dementie niet in staat was om in het beklaagdenbankje te staan.

3. Helmut Oberlander

Deze etnische Duitser diende op 17-jarige leeftijd als tolk bij een Einsatzkommando, groepen die achter het optrekkende Duitse leger in het oosten massa-executies uitvoerden op onschuldige burgers.

Het federale hof van Canada oordeelde dat de man schuldig was aan betrokkenheid bij Einsatzkommando Ek 10a, dat samen met andere van deze moordcommando’s, verantwoordelijk was voor het doodschieten van miljoenen mensen, waarvan de meesten Joden waren. In 2008 bepaalde de Canadese autoriteiten dat Oberlander geen staatsburger meer mocht zijn van het Noord-Amerikaanse land: zijn paspoort werd ingetrokken.