Bernard Haitink (1929-2021): de dirigent die muziek werd

22 oktober 2021Leestijd: 8 minuten
Dirigent Bernard Haitink in Londen. Foto: ANP

Nederlands grootste dirigent bleef zijn leven lang een muzikale zoeker. ‘Niets staat vast, alles is voort­durend in beweging. Dat vind ik juist het boeiende.’

Dirigent Bernard Haitink besloot om niet in het harnas te sterven. Op zijn negentigste nam hij afscheid van het podium. En in Nederland deed hij dat met het ensemble waar hij bijna zeventig jaar eerder als violist begon: het Radio Filharmonisch Orkest. Hij was ‘tot de laatste maat alert, soeverein en onvergetelijk,’ schreef NRC Handelsblad over deze ZaterdagMatinee. ‘Muziek was altijd zijn levenselixer. En zij zal dat ook blijven. De legacy is voltooid, maar de muziek klinkt door – in zijn hoofd én dat van zijn luisteraars.’

Zo nam Haitink afscheid in 2019 van Amsterdam, van Het Concertgebouw, precies 65 jaar na zijn dirigeerdebuut, ook met het Radio Filharmonisch Orkest, in 1954. De staande ovatie duurde 8 minuten en 6 seconden. ‘Een middag van de dankbaarheid,’ vond de Volkskrant. De dirigent sloot zijn rijke loopbaan af met Bruckners Zevende, een symfonie waarvan hij al droomde sinds hij het stuk als achtjarige jongen op de radio hoorde.

Afscheidsconcert Hatink tijdens de ZaterdagMatinee in ­Amsterdam in 2019
Lees verder onder de video

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De jongste van drie kinderen

Op 4 maart 1929, de dag dat de Verenigde Staten Herbert Hoover inzweren als hun 31ste president, wordt in Amsterdam Bernard Haitink geboren. Zijn vader is directeur van het gemeentelijk energiebedrijf. Zijn moeder komt uit een kunstzinnig onderlegde Vlaamse familie, die vooral een hartstocht koestert voor Franse cultuur, net als Haitink later. Ze is vele jaren secretaresse voor de Alliance Française in Amsterdam, speelt ­piano en zingt liederen van Schubert.

Bernard Haitink is de jongste van drie kinderen en heeft een eenzelvig ­karakter. De oorlog versterkt dat isolement. Het gevaar loert. Zijn oma van moederskant was Joods – wat het gezin voor de nazi’s verborgen weet te houden – en na een aanslag van het verzet op een boekhandel wordt vader Haitink door de Duitsers als gijzelaar vastgezet. Na vier maanden strafkamp keert hij vel over been naar huis terug.

Vioollessen van Charles van de Rosière

Loopbaan Bernard Haitink

1954 Cursist bij de Nederlandse Radio Unie

1955 Assistent-dirigent Nederlandse Radio Unie

1956 Debuut bij het Concertgebouworkest

1957-1961 Chef-dirigent Radio Filharmonisch Orkest

1961-1988 Chef-dirigent Concertgebouw­orkest

1967-1979 Chef-dirigent London Philhar­monic Orchestra

1978-1988 Artistiek leider operafestival Glyndebourne

1987-1998 Music director Royal Opera House Covent Garden

1999 Eredirigent Koninklijk Concertgebouworkest

2002-2004 Chef-dirigent Staatskapelle Dresden

2006-2010 Chef-dirigent Chicago ­Symphony Orchestra

2012 Beschermheer Radio Filharmonisch Orkest

2019 Erelid Wiener Philharmoniker

Voor de jonge Bernard vormt de ­muziek een vluchtweg uit deze onveilige wereld. Een keerpunt is – rond zijn tiende – een bezoek aan Bachs Matthäuspassion in Het Concertgebouw. Achter het koor kijkt hij in het gezicht van dirigent Willem Mengelberg. Het schouwspel fascineert hem. Maar meer indruk nog maakt naast hem een vrouw die moet huilen bij de aria ‘Erbarme dich’. Als muziek dit kan losmaken, bedenkt Haitink zich, dan wil ik musicus worden.

De jonge Bernard Haitink krijgt vioollessen van Charles van de Rosière, die bij de tweede violen speelt in het Concert­gebouworkest. Op z’n twaalfde vindt hij thuis in een kast wat zakpartituren. Hij groeit uit tot een verwoed verzamelaar. Omdat hij zichzelf ziet als niet meer dan ‘een middelmatig violist’, besluit hij rond zijn twintigste dirigent te worden. Na een bezoek aan de Salzburger Festspiele waar het charisma van Wilhelm Furtwängler hem betovert, weet hij het zeker.

Een dirigent is geboren

Op het conservatorium klopt hij eerst vergeefs aan bij de eigenzinnige Felix Hupka, dirigent van het studenten­orkest. Die geeft hem plots toch een kans wanneer hij op een ochtend het podium afstapt en Haitink opdraagt het openingsdeel uit Tsjaikovski’s ­Vioolconcert te dirigeren. Zo krijgt de student zijn gewenste lessen – niet op school maar privé, van Hupka, die hij beschouwt als ‘een klare bron van muziek’.

Vergeefs doet Haitink in 1953 een poging om te worden toegelaten tot de jaarlijkse dirigentencurus van de Nederlandse Radio Unie. Toch ziet één jurylid – dirigent Ferdinand Leitner – ‘een vonk’ in de verlegen twintiger. Op diens advies begint Haitink bij het Radio Filharmonisch als leerling-violist. Een jaar later mag hij alsnog meedoen met de cursus en dirigeert met groot succes ‘Vorspiel’ en ‘Liebestod’ uit Wagners Tristan und Isolde. Een dirigent is geboren.

‘Een krankzinnige onderneming’

Wanneer anderhalf jaar later chef Paul van Kempen overlijdt, wordt de 27-jarige Haitink zijn opvolger. Daarna gaat het snel. De eerste recensies spreken van ‘de voortstuwende kracht van zijn bezielend uitdrukkingsvermogen – in volledig ontroerende overgave maar steeds beheerst’.

En zoals soms bij grote carrières speelt het toeval een rol. In de zomer van 1956 leidt Haitink het Radio Filharmonisch in het betrekkelijk onbekende ­Requiem van Luigi Cherubini. Zo’n vijf maanden later staat dit stuk op de lessenaars bij het Concertgebouworkest, als de Italiaanse dirigent Carlo Maria Giulini op het laatste moment ziek moet afzeggen. Met niemand voorhanden die dit Requiem goed kent, vraagt het orkest de jonge Haitink. Die weigert aanvankelijk, hij noemt het ‘een krankzinnige onderneming’. Maar hij laat zich overhalen door chef-dirigent Eduard van Beinum en artistiek leider Marius Flothuis. Wanneer hij die avond de trap afdaalt, hoort hij een vrouw in het publiek zeggen: ‘Lieve hemel, wat een schooljongen!’ Maar het concert wordt een succes.

Tournee door de Verenigde Staten

Haitink staat op de radar van het beste orkest van Nederland. Als hij begin 1959 een aanbod krijgt om chef te worden in Rotterdam, drukt Van Beinum hem op het hart nog geen besluit te nemen. Een paar weken later overlijdt de chef-dirigent tijdens een repetitie. Haitink wordt in 1961 zijn opvolger, in de eerste jaren samen met de oude rot Eugen Jochum. ‘Hij heeft zich ons vertrouwen waardig getoond,’ schrijft Flothuis later, ‘maar het pad is niet over rozen gegaan.’

‘Het is een wonder dat ik overleefde,’ zal Haitink later zeggen over zijn beginjaren in Amsterdam. De oude garde in het Concertgebouworkest vindt hem te onervaren en staat niet open voor wat hij anders wil doen. Alles valt pas op zijn plek, zegt hij zelf, tijdens een Beethoven-tournee van vele weken door de Verenigde Staten in 1978. Daar stijgen het ­orkest en Haitink tot grote hoogten in het samenspelen en samen ademen.

Vechtpartijen in de Grote Zaal

Eind jaren zestig wachten hem en het orkest bovendien nog een andere beproeving: ze worden mikpunt van protesten door een nieuwe generatie componisten, onder wie Reinbert de Leeuw, Louis Andriessen en Peter Schat. Zij vinden de programmering te weinig vernieuwend. Grotendeels onterecht, maar het Concertgebouworkest belichaamt voor de revolutionairen de macht die op de knieën moet worden gedwongen.

Het ontaardt in de Aktie Notenkraker, waarbij de jonge componisten en hun aanhang in november 1969 een concert van Haitink verstoren met onder meer ratels. Er breken vechtpartijen uit in de Grote Zaal en het incident slaat diepe geestelijke wonden bij Haitink. ‘Je kunt alles met een musicus doen, maar je moet niet op zijn ziel staan,’ is zijn lijfspreuk. En dat is wat hier gebeurt.

Raitink inspireert ook veel topdirigenten in spe

In de jaren zeventig begint de glorietijd van Haitink. Hij maakt – en dat zal zo blijven – vooral indruk met vertolkingen van Beethoven, Bruckner, Mahler en Debussy. Ook Engeland ontdekt Haitink, die vanaf 1967 chef is van het London Philharmonic en zichzelf op de kaart zet als operadirigent als hij in 1978 artistiek leider wordt in Glyndebourne.

Haitink in het begin van zijn loopbaan bij het Concertgebouworkest
Lees verder onder video

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hij inspireert ook veel topdirigenten in spe, zoals de jonge Simon Rattle, die hem assisteert bij Stravinsky’s opera The Rake’s Progress. In een liber amicorum voor Haitinks zeventigste verjaardag schrijft de Brit: ‘Als er al ooit twijfel bestond over wat een grote dirigent doet, dan was mijn ervaring met jou toch uitzonderlijk. Ik ben niet zo’n goede pianist – al kan ik aardig doen alsof – maar tot de dag van vandaag begrijp ik niet waarom ik de hele partituur van The ­Rake’s Progress kon spelen als jij dirigeerde, terwijl ik dat niet meer kon toen jij ophield.’

Een nieuwe stap in Londen

Londen wordt Haitinks thuishaven als er na ruim twee decennia de eerste scheuren ontstaan met het Concert­gebouworkest. Orkest-inspecteur Theo Berkhout (1941) maakt de pijnlijke breuk van dichtbij mee. ‘Een kwart eeuw bij een orkest, zoals Haitink in Amsterdam, dat werkte gewoon niet meer. Het was goed dat hij wegging om zich verder te kunnen ontwikkelen. Bij het Londense operahuis Covent Garden kon hij een nieuwe stap zetten. Daar leerde hij nog meer het drama, het verhaal, in de muziek te doorgronden. En dat heeft hem als dirigent van symfonisch werken groter gemaakt.’

Niet dat het bij Covent Garden eenvoudig was. Het operahuis verkeerde voortdurend in financiële nood. En Haitink moest steeds weer in de bres springen voor zijn musici. ‘Zijn steun voor orkest en koor van de Royal Opera,’ schreef mezzo Janet Baker, ‘is vergelijkbaar met die van de jongen die zijn duim in een gat in de dijk stak en zodoende voorkwam dat het land overstroomde.’

Verzoening met Het Concertgebouw

Zijn roem breidt zich in die jaren steeds verder over de wereld uit. Bij tal van grote orkesten is Haitink te gast. Wat zijn magie is, daarover schreef fagottist Brian Pollard van het Concertgebouw­orkest: ‘Sommige dirigenten komen een zaal binnen als een gladiator in een ­Romeinse arena. Niet Haitink. Hij loopt als in trance de trap af, kijkt niemand aan en is helemaal vol van de muziek. Als hij op het podium komt en zich omdraait naar het orkest, voel je zo’n spanning in hem, dat het lijkt of hij helemaal omringd is door een veld van energie, dat uitstraalt naar het hele orkest. En dan hoeft hij maar één beweging te maken en het orkest spéélt. Op dat moment is er ­totaal geen onzekerheid bij hem en als orkestlid kun je het op dat moment niet anders doen dan de bedoeling is. Het is alsof je als musicus bespeeld wordt.’

Eind jaren negentig komt het tot een verzoening met Het Concertgebouw: Haitink wordt eredirigent. Orkest-inspecteur Berkhout: ‘Ik herinner me die periode nog goed. Na de Vijfde Symfonie van Sjostakovitsj zei Haitink: “Wat hier gebeurt, dat is levensgevaarlijk.” Het was alsof hij na een lange scheiding zijn oude geliefde tegenkwam. Beiden waren opnieuw getrouwd, maar voelden de hartstocht weer oplaaien. Er zit nu eenmaal een erotische kant aan de verhouding tussen orkest en dirigent.’

Bereid te sterven voor deze muziek

En zoals tussen oud-geliefden blijft de verhouding soms problematisch. De pijn verdwijnt nooit helemaal bij Haitink. In een nieuwe eeuw oogst hij de rijpe vruchten van zijn grote ervaring. Contrabassist Dominic Seldis (1971) van het Concertgebouworkest vat die laatste periode mooi samen: ‘Na de Negende van Mahler met Haitink in ­Luzern in 2018 was menig ­orkestlid in tranen. Want hij liet ons woordeloos voelen wat het betekent om mens te zijn.

‘Met de jaren worden zijn gebaren kariger: een hoofdbeweging, een glimlach, de oogopslag van een negentiger die weet dat de jaren opraken. Meer blijkt niet nodig. Het wezen van Haitink versmelt met Mahler. We zagen Haitink van de bok vallen bij de Negende. Hij is bereid te sterven voor deze muziek. Die houding brengt in ons, orkestmusici, buitengewone krachten naar boven. Haitink toonde ons deuren die we voordien niet zagen. Zullen ze zich zonder hem nog openen? We weten we het niet. Zo is het leven.’