Aanval op de bedrijfsarts, FNV komt met eigen artsen

14 oktober 2014Leestijd: 4 minuten

Vakbond FNV vertrouwt de bedrijfsarts niet en komt met eigen artsen waar leden een second opinion kunnen krijgen. Hoe nodig is dat?

De Sociaal-Economische Raad (SER) bracht vorige maand unaniem advies uit over het opfrissen van de bedrijfsgezondheidszorg. Belangrijk punt: bedrijfsartsen en huisartsen moeten beter gaan samenwerken.

Heel unaniem bleek dat advies bij nader inzien niet, want de grootste vakbond – de FNV – maakte vrijwel tegelijkertijd bekend dat leden die zijn verzekerd bij zorgverzekeraar Menzis, komend jaar terechtkunnen bij onafhankelijke artsen voor een second opinion.

Die vakbondsartsen zijn een aanklacht van de FNV tegen het in haar ogen lauwe advies van de SER, het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en kabinet. De vakbond wil dat het stelsel van arbodiensten en bedrijfsartsen grondig op de schop gaat en bedrijfsartsen niet langer worden betaald door de baas. FNV vindt de artsen vaak niet integer, niet onafhankelijk en dikwijls niet objectief.

De overige sociale partners zijn het daar niet mee eens. Zij vragen zich ook af voor welk probleem de artsen van de vakbond een oplossing zijn. De klachten van FNV ten spijt, lijkt het huidige stelsel van arbodiensten en bedrijfsartsen goed te werken.

Ambtenaren

Het ziekteverzuim op de werkvloer is historisch laag. Vorig jaar zat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 3,9 procent van de werknemers ziek thuis. Rond de eeuwwisseling was dat nog 5,5 procent.

Zelfs onder ambtenaren – traditiegetrouw vaker ziek dan veel andere werknemers – is het verzuim de laatste jaren gedaald. Het kan natuurlijk altijd beter, al was het maar omdat de 3,9 procent van de werknemers die nog wel ziek thuiszitten, de maatschappij jaarlijks meer dan 7 miljard euro kost.

Zowel werkgevers als vakbonden zijn het erover eens dat er meer moet gebeuren aan preventie van ziekte op de werkvloer, en dat werknemers baat hebben bij een betere samenwerking tussen bedrijfsartsen en de reguliere gezondheidszorg, de huisarts in het bijzonder.

Petra van de Goorbergh (43), directeur van OVAL, brancheorganisatie voor arbodiensten: ‘Huisartsen weten niet altijd wat er op de werkvloer speelt, en andersom hebben bedrijfsartsen niet altijd volledige informatie over de werknemers die zij zien. Dat maakt het moeilijk om een ziek personeelslid op de juiste manier te helpen.’

Maar volgens de vakbonden ligt het grootste probleem bij de manier waarop de bedrijfsgezondheidszorg wordt gefinancierd. ‘Wie betaalt, bepaalt,’ zegt FNV-bestuurder Leo Hartveld (58). Hij hekelt de positie van bedrijfsartsen. Volgens hem laten zij hun oren te veel hangen naar werkgevers. Werkgevers zouden bedrijfsartsen onder druk zetten om werknemers sneller aan de slag te krijgen, zo klinkt het.

Toen duidelijk werd dat in het SER-advies niet werd opgenomen dat de bedrijfsarts moet worden losgeweekt van het bedrijf, sloot FNV een deal met zorgverzekeraar Menzis, waardoor vakbondsleden vanaf komend jaar voor advies terechtkunnen bij artsen in 35 regionale kantoren van FNV.

Service

Werknemers die twijfelen over het advies van de bedrijfsarts kunnen bij de vakbondsarts terecht, vertelt Hartveld. ‘Totdat er structurele hervormingen komen in de bedrijfsgezondheidszorg, bieden wij onze leden deze service.’

Petra van de Goorbergh van OVAL vraagt zich af of werknemers echt geholpen zijn door een derde arts naast de bedrijfsarts en de huisarts. Ze wijst erop dat vakbondsartsen zonder de werkplek van hun cliënten te kennen, moeilijk advies kunnen geven.

‘Daarnaast,’ legt ze uit, ‘kan het werknemers valse hoop geven. Als de vakbondsarts en bedrijfsarts tegenstrijdige adviezen geven, aan welk advies moeten werknemers en werkgevers zich dan houden? Dat zal meestal toch dat van de bedrijfsarts zijn, waardoor werknemers er onder de streep weinig mee opschieten.’

Bedrijfsartsen liggen bovendien veel minder onder vuur dan de FNV suggereert. Uit een enquête van onderzoeksbureau GfK Intomart eind vorig jaar blijkt dat juist werknemers in hoge mate tevreden zijn over de bedrijfsarts: 80 procent voelt zich serieus genomen door de bedrijfsarts, 70 procent heeft niet het gevoel dat de bedrijfsarts op de hand van de werkgever is.

Bedrijfsarts en voorzitter van Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde Jurriaan Penders (38) is de aanhoudende kritiek van FNV over de onafhankelijkheid en integriteit van zijn beroepsgroep moe: ‘Bedrijfsartsen leggen net als andere medici een eed af dat ze de patiënt vooropstellen, en moeten zich anders verantwoorden bij de tuchtrechter.’

Sven Bontje (29), secretaris sociale zekerheid van de werkgeversorganisaties: ‘Niet alleen bedrijfsartsen krijgen met sancties te maken als zij onjuist handelen. Ook werkgevers krijgen het aan de stok met uitkeringsinstantie UWV als ze hun personeel onvoldoende bijstaan.’

In de FNV-artsen ziet Bontje vooral een verdere versnippering van de gezondheidszorg, waar werkgevers én werknemers weinig baat bij hebben.