Geen verzet, maar appeasement in Britse cartoonrel

01 april 2021Leestijd: 6 minuten
Boze moslimouders protesteren tegen Mohammed-cartoons bij Batley Grammar School, West Yorkshire. Foto: PA Media.

In Groot-Brittannië is het nieuws van de minder urgente categorie: een leraar moet onderduiken na het in zijn klas tonen van een Mohammed-cartoon. Frankrijk, waar een leraar dezelfde moed (of naïviteit) bekocht met onthoofding, zou op zijn achterste benen hebben gestaan, schrijft René ter Steege in een ingezonden opinie. Duidt de Britse lankmoedigheid op acceptatie van de gestage islamisering?

Britse media verzwijgen de naam van de godsdienstleraar om het zijn belagers niet nog gemakkelijker te maken. Het is een jonge man uit Yorkshire, fervent rugbyspeler, iemand met hart voor zijn vak. Er is wel meer wat de BBC en andere media liever niet noemen, zoals welke Mohammed-cartoon hij de leerlingen toonde tijdens een les over religie versus vrijheid van meningsuiting. Volgens geruchten was het die waarop Mohammed staat afgebeeld met een bom in zijn tulband.

René ter Steege (Den Haag, 1949) werkte na zijn studie Frans als verslaggever en redacteur buitenland bij Het Parool en de Franse krant Le Monde. Hij vertaalde boeken uit het Frans en schreef over extreem-rechts in Frankrijk, onder wie Marine Le Pen.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Hoe dan ook, de pleuris brak vorige week uit rond de Batley Grammar School in het Noord-Engelse Yorkshire, waar volgens het dagblad Daily Mail driekwart van de 990 leerlingen behoort tot etnische minderheden. In dit deel van Engeland betekent dat bijna uitsluitend moslims, geïmmigreerd vanuit Pakistan, India en Bangladesh.

Kinderen vertelden hun ouders over de opmerkelijke les, ouders schakelden plaatselijke en landelijke islamitische leiders in, een vijftigtal overwegend mannelijke betogers blokkeerde de school en eiste het ontslag van de leraar.

Samuel Paty in Frankrijk

Overeenkomsten genoeg met wat in oktober vorig jaar gebeurde op de school in Conflans-Sainte-Honorine bij Parijs, waar de leraar Samuel Paty kinderen van rond de dertien jaar een Mohammed-cartoon toonde uit Charlie Hebdo. Een eerder door Paty uit de les verwijderde islamitische leerlinge ‘gaf hem aan’ bij haar vader, die via sociale media medestanders alarmeerde, onder wie een fanatieke prediker, en daarmee Paty’s doodvonnis velde.

Iedereen begrijpt dat zulks ook het lot kan worden van de jonge Britse leraar, die met zijn gezin in allerijl door de politie uit hun woning in Batley, bij Bradford, werd gehaald en ondergebracht op een onbekende plaats voordat een woedende meute hem zou lynchen. Hij woonde niet ver van de school.

Zijn buurman, een vluchteling uit Syrië, vertelde een plaatselijke krant dat ‘Aziatische’ jongens zich verdacht bij het huis van het verdwenen gezin hadden opgehouden. Hij bezwoer dat zijn voormalige buurman zeker niet islamofoob is, maar juist overliep van aandacht voor het migrantengezin naast hem. Hun kinderen speelden met elkaar.

Schooldirecteur steunt docent niet

Het verschil tussen de Britse en Franse houding in kwesties als deze is enorm. De directrice van de Franse school stond vierkant achter Samuel Paty terwijl de rel aanzwol: ouders en moslimgeestelijken eisten op hoge toon Paty’s ontslag en dreigden met demonstraties. Dat hield aan tot zijn executie door een jonge Tsjetsjeense migrant.

Haar Britse collega Gary Kibble capituleerde op zijn beurt meteen voor de menigte buiten de school. Hij ‘schorste’ de godsdienstleraar, die zich volgens hem ‘volstrekt onverantwoordelijk had gedragen’, betuigde diepe en oprechte spijt, beloofde dat zoiets nooit meer zou voorkomen en dat er een ‘volledig onderzoek’ wordt ingesteld naar hoe het zover heeft kunnen komen. Ook de godsdienstleraar heeft spijt, verzekerde de directeur. Hij dankte de ouders voor het ‘delen’ van hun bezorgde reacties, die hij zou ‘meenemen’ bij toekomstig overleg met het ministerie van Onderwijs over een ‘herziening’ van het godsdienstonderwijs. Geen woord van compassie met zijn leraar, laat staan van vermaning aan diens belagers. De vader van de leraar vindt dat Kibble zijn zoon daarmee ‘voor de bus heeft gegooid’, vertelde hij de Daily Mail.

Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Maak van middelbare school geen laffe ‘safe space’

De directeur liet zijn capitulatie voor de school voorlezen door een politieman, omringd door veelal in islamitische kledij gehulde betogers. Ze beweerden ouders te zijn van de leerlingen, maar volgens plaatselijke journalisten betrof het vooral leden van een islamitische organisatie. Die namen geen genoegen met Kibbles knieval. Slechts na het ontslag van de leraar, en diens levenslange verbanning uit het Britse onderwijs, zouden ze inbinden.

Minister van Onderwijs Gavin Williamson laakte hun intimiderende gedrag en onderstreepte het belang van de vrijheid van meningsuiting, ook op religieus gebied. De parlementaire afgevaardigde van het district, een Labour-politica, toonde zich vooral bezorgd over het verder uit de hand lopen van het conflict, net als een tot barones bevorderde Conservatieve moslima, die geldt als spreekbuis van gematigde Britse moslims. Zij toonde vooral begrip voor de woede over de tekening. Anderen vreesden dat de extreemrechtse splinterbeweging Britain First van de ophef profiteert. De onderwijsvakbond van de leraar hield het bij een tamme, diplomatieke verklaring.

De Franse stijl

In Frankrijk zou niet alleen politiek rechts in woede zijn ontstoken en solidariteit hebben betuigd met het slachtoffer, maar ook het staatshoofd en oppositieleiders. Vakbonden, schrijvers en intellectuelen zouden voor hem of haar in de bres zijn gesprongen. In Parijs en andere steden zouden mensen van allerlei gezindten de straat op zijn gegaan ter verdediging van de laïcité of, gewoon, van de vrijheid van meningsuiting.

Verklaringen in ‘Franse stijl’ waren er in Engeland wel, maar veelal afkomstig van organisaties als de National Secular Society, die sprak van een poging om islamitische blasfemiewetten in te voeren in het Britse openbaar onderwijs. De Free Speech Union vindt dat Groot-Brittannië hier als belangrijke westerse natie een principieel standpunt moet innemen, zoals Frankrijk. Het zijn ongetwijfeld eerbiedwaardige organisaties, maar in het maatschappelijk debat leggen ze weinig gewicht in de schaal.

Sussen van een vijandige minderheid

Engeland, om ons te beperken tot dat deel van het Verenigd Koninkrijk, lijkt bezig met het sussen van een vijandige minderheid, die zoiets eerder beschouwt als een aansporing om ‘door te pakken’. De correspondent van de Volkskrant brengt in herinnering dat Bradford in 1989 een brandhaard was van de gewelddadige moslimprotesten tegen de Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie, die zich over de hele wereld verspreidden. In deze regio opgegroeide jonge moslims pleegden terreuraanslagen in Engeland en in 1985 uitte schoolhoofd Ray Honeyford, op wiens school in Bradford al bijna geen blanke leerlingen meer waren, scherpe kritiek op het multiculturalisme in en buiten het onderwijs. Het kostte hem zijn baan, na druk van de islamitische burgemeester van Bradford.

Honeyford, die in 2002 overleed, gold destijds vooral als een racistische schurk, wiens ‘gelijk’ werd gevierd door rechtse intellectuelen als Roger Scruton. Natuurlijk schilderden zijn tegenstanders hem ook af als een volgeling van de Conservatieve politicus Enoch Powell. Die voorspelde in 1968 bloedige gevolgen als de ‘waanzin’ van de immigratie zou doorgaan. Powell werd prompt ontslagen uit het schaduwkabinet en verbannen uit beschaafde kringen. Ook voor de Conservatieve elite in de Thatcher-jaren gold hij als besmet. Onder de Britse arbeidersklasse kon de excentrieke intellectueel ‘Enoch’ wel rekenen op veel sympathie.

Groot-Brittannië lijkt voor appeasement te kiezen

Het sindsdien geldende taboe op verzet tegen immigratie, op straffe van de beschuldiging van racisme, kreeg gevolgen die Powell niet had kunnen voorzien in zijn ergste nachtmerrie, schreef Douglas Murray in The Strange Death of Europe. Londen en Birmingham, de tweede stad van Engeland, worden al jaren bestuurd door islamitische burgemeesters. In Londen vormen blanken al jaren een slinkende minderheid, Birmingham bereikt naar verwachting nog dit jaar die hoge mate van ‘diversiteit’.

Tijdens de campagne voor het Brexit-referendum was een rem op immigratie een belangrijke stemmentrekker van de voorstanders, maar daarmee bedoelden ze vooral  mede-Europeanen.

Onder de rechtse premier Boris Johnson keert Groot-Brittannië zich sinds de Brexit steeds verder af van Europa, ten faveure van contacten met voormalige koloniën als Australië en Canada, maar ook India en Pakistan. Minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel, dochter van Indiase immigranten, gaat de immigratie van Europeanen aan banden leggen. Polen en Bulgaren zullen vaak niet voldoen aan de door haar bepleite inkomens-, taal- en opleidingseisen voor nieuwkomers, Pakistanen en andere moslims vaak wel. Met alle kans op voortschrijding van de islamisering.

Het door moslimterreur-van-eigen-bodem zwaar getroffen Frankrijk verzet zich daartegen, waar Groot-Brittannië voor appeasement lijkt te kiezen – een beleid dat is gebaseerd op concessies aan een andere macht.