Afrikanen stoppen? Schenk Spaanse exclaves aan Marokko

22 februari 2017Leestijd: 2 minuten
Blijdschap onder Afrikaanse migranten nadat zij Melilla hebben bereikt - bron:AFP

Deze week klommen opnieuw honderden Afrikanen over de metershoge hekken rond de Spaanse exclaves Ceuta en Melilla om ‘Europa’ te bereiken. Ze komen uit landen waar geen burgeroorlog woedt noch vervolging dreigt. Er is maar één oplossing om dit tegen te gaan, schrijft Philip van Tijn.

Honderden agenten konden de migranten maandag niet tegenhouden. Integendeel: door het geweld van de Afrikanen raakten heel wat politieagenten gewond.

De Afrikanen die het Beloofde Land bereikten, wierpen zich ter aarde, luid schreeuwend nous sommes en Europe, merci beaucoup en liberté, liberté! Je kunt het hartverscheurend vinden of schandalig, het lijkt in elk geval geen verrijking van de Europese samenleving.

Afrikanen winnen de hoofdprijs

Dit alles speelde zich af in Melilla, net als Ceuta een Spaanse exclave in Marokko. Dus twee stukjes Spanje die, aan de Middellandse Zee, als wratten in Marokko liggen. Alsof een stukje Engeland tussen Zandvoort en Noordwijk ligt. En dan heeft Engeland – ook na de Brexit- heel wat meer gemeen met Nederland dan Spanje met Marokko.

Sinds december hebben vele duizenden Afrikanen op gewelddadige wijze de exclaves weten binnen te dringen. En daarmee wonnen zij de hoofdprijs, want eenmaal op ‘Europees’ grondgebied kunnen zij asiel aanvragen. Dat doen zij in Spanje, maar geen van hen wil in Spanje blijven. Allemaal naar het noorden, want in Nederland, Duitsland en Scandinavië schijnt het goed toeven te zijn.

Daarom kan het Spanje betrekkelijk weinig schelen, ook al doen ze voor de vorm hun best. Maar een paar meter hek houdt geen Afrikaan tegen die naar de welvaart wil.

Belastingvrij

Dat Melilla en Ceuta Spaans zijn, gaat eeuwen terug. Maar dat is geen reden om het zo te laten. Er is maar één oplossing: Spanje moet de twee exclaves schenken aan Marokko (de Marokkanen zien het als ‘teruggeven’). De gebiedjes zijn samen iets meer dan 30 vierkante kilometer groot en hebben nog geen 200.000 inwoners. Klein bier dus. Alleen Spanjaarden die aan de zuidkust wonen, doen er hun voordeel mee. Binnen 40 minuten ben je met de ferry in Ceuta en daar is het belastingvrij winkelen.

Voor een paar grijpstuivers voor een handjevol Spanjaarden heeft Europa er weer een probleem bij. Misschien kan ‘Europa’ een keer de financiering van een Spaanse sneltrein met weinig passagiers afhankelijk maken van het afstoten van deze twee zinloze, ook strategisch onbeduidende stukje ‘Spaans grondgebied’. Het risico dat het gezeur over Gibraltar – het Britse schiereiland onder Spanje – dan weer begint, nemen we maar op de koop toe.