Op een filmset ten zuiden van de Iraanse hoofdstad Teheran zijn woensdag ten minste vijf crewleden om het leven gekomen. Zij werkten aan een film over de Iraaks-Iraanse Oorlog (1980-1988).
De chef van de speciale effecten, acteurs en leden van het productieteam zouden zijn omgekomen. Enkele gewonden zijn naar een ziekenhuis overgebracht.
Embargo
In Iraanse staatsmedia heeft teamlid Abbass Shoghi gezegd dat er echte bommen werden gebruikt, omdat imitatie-explosieven niet mogen worden geïmporteerd uit het buitenland vanwege een handelsembargo, meldt de BBC: ‘De explosieven zijn van het soort dat in oorlogsgebieden worden gebruikt. We moesten wel deze soort explosieven gebruiken, omdat de import van imitatiebommen voor films verboden is.’
De bommen zouden per ongeluk zijn afgegaan naast de auto van een van de slachtoffers.
Veteraan
Iran heeft een grote filmindustrie. De opnamen van deze film Me’rajiha hadden plaats in een filmstadje op 35 kilometer afstand van Teheran.
De film van regisseur Masoud Dehnamaki zou in februari in première moeten gaan op een filmfestival. Al sinds september werden er opnames voor gemaakt.
Over deze regisseur schreef The Washington Post eerder dat hij een oorlogsveteraan is van de oorlog met Irak, waarover deze film gaat. Hij zou de sfeer van de oorlog nog elke dag missen.
Irak-Iranoorlog
Het Iraakse leger van Saddam Hoessein viel in september 1980, kort na de Iraanse Revolutie, de zuidwestelijke provincie Khoezistan binnen. De oorlog zorgde voor raketbeschietingen op hoofdsteden Bagdad en Teheran en werd in 1988 beëindigd na tussenkomst van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Pas in 1990 tekenden beide landen een officieel vredesakkoord.
Schattingen van het aantal slachtoffers dat de oorlog heeft gemaakt, variëren van 1 miljoen tot 2 miljoen. Onder hen waren ook tienduizenden Koerden die omkwamen bij onder meer gifgasaanvallen door het leger van Saddam Hoessein.