‘Islamitische ontvoerders kregen 77 miljoen euro losgeld’

28 januari 2014Leestijd: 2 minuten

Al-Qa’ida en andere islamitische terreurorganisaties hebben de afgelopen 3,5 jaar zeker 77 miljoen euro aan losgeld voor ontvoeringen geïncasseerd. Zo blijven ontvoeringen in landen als Jemen, Syrië en Nigeria interessant voor terroristen.

Daarom willen de Verenigde Naties (VN) regeringen onder druk zetten niet langer te betalen voor de vrijlating van ontvoerde burgers. Dat meldt de BBC.

Maandag hebben de vijftien leden van de VN-veiligheidsraad een Britse resolutie aangenomen, die de druk op landen om geen losgeld te betalen, moet verhogen. Ook indirecte betalingen worden ontraden. Landen moeten actief bij bedrijven benadrukken dat het betalen van losgeld averechts werkt.

Fransen

Al in 2001 zijn internationale afspraken gemaakt om geen losgeld te betalen aan terroristen, maar toch gebeurt dat. Zo zou Frankrijk, hoewel de regering ontkent, vorig jaar indirect 17 miljoen euro hebben betaald voor de vrijlating de Fransen Marc Feret, Pierre Legrand en Daniel Larribe die in 2010 in Niger waren ontvoerd.

Daarnaast zou in andere ontvoeringszaken nog minstens 60 miljoen euro zijn betaald, schat de Britse VN-ambassadeur Mark Lyall. Britse deskundigen denken dat het aantal ontvoeringen en het aantal terreurgroepen dat gebruikmaakt van de methode toenemen omdat er nog steeds losgeld wordt betaald.

Verschil

Terroristen ontvoeren alleen burgers uit landen die losgeld betalen en ‘maken er een punt van’ geen gijzelaars te nemen uit landen waarvan ze weten dat die weigeren geld te geven, zegt de Amerikaanse VN-ambassadeur Samantha Power.

Nederland heeft voor de vrijlating van Arjan Erkel, die in 2002 bijna twintig maanden werd vastgehouden in Dagestan, 1 miljoen euro betaald. Zijn werkgever Artsen zonder Grenzen moest dat bedrag deels terugbetalen.