Grote EU-landen verzetten zich tegen nationalisme

22 augustus 2016Leestijd: 2 minuten
De drie leiders kwamen samen op het Italiaanse eiland Ventotene. Foto: AFP

Tijdens de ontmoeting tussen de leiders van Duitsland, Frankrijk en Italië werden geen echte maatregelen aangekondigd, wel werd de toekomst van het Europese project besproken. Voor even leken ze het roerend met elkaar eens: de EU moet beter samenwerken.

De toekomst van de Europese Unie is ongewis, nu de Britten hebben besloten de Unie verlaten. Vanaf 16 september, wanneer de volgende EU-top wordt georganiseerd, gaan de lidstaten een aantal keer om de tafel om de huidige vorm van de Unie te bespreken. Maandag kwamen François Hollande, Angela Merkel en Matteo Renzi alvast samen op het Italiaanse eiland Ventotene om een strategie te vormen, maar vooral om eenheid uit te stralen.

Landen moeten niet egoïstisch zijn
Om nieuwe afsplitsingen te voorkomen is het volgens Hollande vooral belangrijk dat ‘nationalistische tendensen’ worden bestreden. De Franse president zegt dat leiders moeten vechten ‘tegen egoïsme en de tendens om zich in zichzelf terug te trekken’. In verscheidene Europese landen, waaronder Frankrijk, worden nationalistische partijen als Front National steeds populairder.

Tegelijkertijd willen de leiders de samenwerking binnen de Unie versterken. ‘In het licht van islamitisch terrorisme en de burgeroorlog in Syrië, moeten we meer inzetten op interne en externe veiligheid,’ zei Merkel. ‘We moeten onze samenwerking op het vlak van defensie versterken en onze inlichtingendiensten moeten intensiever samenwerken.’

Italianen willen flexibelere EU-regels
Renzi, initiatiefnemer van de minitop, hamerde op meer economische samenwerking. Daarbij wilde hij nog wel kwijt dat ‘Brussel’ minder bureaucratisch moet worden, wellicht een verwijzing naar de problemen die Italiaanse banken hebben. Door Europese regels kan de Italiaanse regering niet zomaar miljoenen staatssteun verlenen aan de bankensector.

Dat de drie leiders slechts één visie op Europa presenteren, werd ook maandag weer duidelijk. De Visegradlanden (Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije) hebben een plan voor een alternatieve EU gepresenteerd, waarbij juist veel meer macht naar nationale parlementen gaat. Ook Nederland doet vrijdag een duit in het zakje, als Mark Rutte met zijn collega’s uit Denemarken, Finland, Zweden en Duitsland om de tafel gaat.