Vijf hardnekkige en gevaarlijke mythes over Syrië ontkracht

18 december 2015Leestijd: 4 minuten

De oorlog in Syrië zorgt tot ver buiten het Midden-Oosten voor verdeeldheid. De vele complottheorieën brengen een oplossing niet dichterbij.

De oorlog in Syrië gaat onverminderd door. Dagelijks komen strijders en burgers om het leven. Geregeld komen ook buitenlandse strijders in dienst van Hezbollah of Iran om het leven, vechtend aan de zijde van het regime van president Bashar al-Assad.

De tragedie van het Syrische volk krijgt een mondiale dimensie. Betrokkenen in de Syrische strijd hebben uiteenlopende nationaliteiten. Wel zijn er verschillende mythes die al een tijdje de ronde doen.

Islamitisch bewustzijn

Mythe nummer 1: het jihadisme en de politieke islam zijn door Amerika en dus het Westen geconstrueerd. Er wordt teruggegrepen op de oorlog in Afghanistan, tegen de Sovjet-Unie. Dat was kort na de Iraanse islamitische revolutie.

Het islamitische bewustzijn was reeds geboren. Afghaanse strijders waren gevormd rond de islamitische identiteit, die zich vervolgens langs de verschillende fracties manifesteerde.

De Verenigde Staten en andere westerse landen boden hulp, militaire training en wapens aan de Afghaanse Mujahedin. Met één doel: het bestrijden van het Rode Leger.

Amerikanen maakten in Afghanistan ernstige fouten. De oorzaken daarvan waren in alle westerse landen te vinden. Ze zijn er nog steeds. In de islam zagen ze geen politiek-militair gevaar voor het Westen, al werd – onder invloed van Saudi-Arabië – een uitzondering gemaakt: het sjiitische Iran.

Dat werd niet beschouwd als ‘islam’ maar als een sekte.

CIA

Maar Amerika heeft niet willens en wetens groepen getraind of bewapend die openlijk wereldwijd terrorisme tot doel hadden. Ook hebben Amerika en de andere westerse landen geen bijdrage geleverd aan de vorming van de Taliban.

Na de overwinning van de Afghaanse Mujahedin stopte het CIA-programma voor Afghanistan. Het land verdween geheel uit de politieke en militaire debatten. In de laatste fase van de oorlog in Afghanistan tegen de Sovjet-Unie ontdekten Amerikanen groepen en individuen die zeer antiwesters en gevaarlijk waren. Dat blijkt uit verschillende documenten.

Ook hiertegen deed Washington niets. Rond 1992 ontstond de Taliban met hulp van de Pakistaanse inlichtingendienst, Saudi-Arabië en Al-Qa’ida. Toen in 1996 de Taliban aan de macht kwamen, werden ze door geen enkel westers land erkend.

Op dat moment had Amerika ook nog nauwelijks diplomatieke of militaire contacten met Pakistan wegens de productie van nucleaire bommen. Dat veranderde pas na 9/11.

Israël

Mythe nummer 2: het jihadisme heeft te maken met het bestaan van de staat Israël. De Afghaanse Taliban zijn niet opgericht omdat de Palestijnen moeten worden bevrijd. Dat blijkt uit geen enkel document van de Taliban tussen 1992 en 1996.

Ook Al-Qa’ida richtte zich voornamelijk op het Westen. Het primaire doel van Al-Qa’ida was en is het ten val brengen van afvallige regimes in de islamitische wereld en de vorming van de islamitische staten.

Natuurlijk willen ze, zodra ze over voldoende macht beschikken, Israël aanvallen. Afvallige regimes waren verwerpelijk volgens de regels van de politieke islam, en dat had niets te maken met Israël.

Ook IS is niet primair opgericht omwille van de vernietiging van Israël. Zij willen het islamitische kalifaat herstellen. Inderdaad, daarna zou geen plaats meer zijn voor de Joodse staat. Maar dat is niet de voornaamste reden voor de oprichting van IS.

Burgeroorlog

Mythe nummer 3: IS kon ontstaan dankzij de afzetting van Saddam Hussein. Dat is een ‘als-dan-geschiedenis’. We kunnen ons een als-dan-scenario voorstellen waarin Saddam en zijn zonen gedurende de Arabische Lente in een gigantische burgeroorlog zouden terechtkomen.

Het is zonder meer waar dat het islamitisch terrorisme dankzij de val van de Arabische tirannen ruimte kreeg om te groeien. Maar de islamitische revolutie was al voor de val van de tirannen gaande. Dit gedeelte van de geschiedenis is nog geen gesloten boek.

Mythe nummer 4: IS zou door Amerika zijn opgericht. De Amerikaanse strijdkrachten maakten in 2007 bijna een einde aan Al-Qa’ida in Irak. De structuren ervan waren bijna vernietigd. Na de terugtrekking van de Verenigde Staten uit Irak werden vele gevangenen vrijgelaten.

Ook werden de gevangenissen enkele malen bestormd, waardoor mannen vrijkwamen die IS vormden. De Iraakse regering was niet langer zelfstandig in staat om Al-Qa’ida te onderdrukken.

De burgeroorlog in Syrië gaf ze de ruimte en de gelegenheid om te groeien en bloeien. De oorsprong van IS moeten we zoeken in de islamitische militante traditie.

Saddam Hussein

Mythe nummer 5: de leden van de Baa’th-partij van Saddam Hussein zouden IS hebben gevormd. Al tijdens van de Amerikaanse bezetting liepen enkele soennitische leden van de Baa’th-partij over naar Al-Qa’ida. Ze werden radicale moslims; sommigen waren simpelweg uit op wraak.

Velen kwamen om het leven gekomen in de strijd tegen de Verenigde Staten. Het is zonder meer waar dat een beperkt aantal officieren van Saddam Hussein heeft bijgedragen aan de militaire strategieën van IS. Maar dat valt in het niet vergeleken met de waardevolle ervaring van buitenlandse jihadisten. Alleen al Nederland heeft twee ervaren IS-militairen geleverd. Ook zijn hebben zich nogal wat soennitische officieren van Assad aangesloten bij IS.

Het kalifaat draait op de aantrekkingskracht van de jihadistische ideologie en niet de Baa’th-parij. Het kalifaat biedt slechts ruimte aan radicale moslims. Bovenstaande mythes kunnen geen verklaring zijn voor de verschrikkelijke realiteit.

Ingelogde abonnees van EWmagazine kunnen reageren
Bij het plaatsen van een reactie geldt een aantal voorwaarden. Klik hier voor de voorwaarden.

Reacties die anoniem worden geplaatst of met een overduidelijke schuilnaam zullen door de moderator worden verwijderd, evenals reacties die niets met het onderwerp van het artikel te maken hebben. Dit geldt evenzeer voor racistische of antisemitische reacties. De moderator handelt in opdracht van de hoofdredacteur.