Het Westen moet de Turkse sultan Erdogan een halt toeroepen

31 juli 2015Leestijd: 4 minuten
'AFP'

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan maakt van de Turkse crisis een militair machtsspel, en speelt daarmee IS in de kaart. Europa en de NAVO moeten zich niet laten verleiden door Erdogans ondemocratische strategie.

Sinds de laatste verkiezingen verkeert Turkije in crisis. Ruim een decennium had de AK-partij van president Recep Tayyip Erdogan het er voor het zeggen. Erdogan ging te werk als een gedegen fundamentalist.

In het begin maakte hij gebruik van de Turkse ambitie om toe te treden tot de Europese Unie. Daarvoor mocht en moest hij van Europa de positie van het Turkse le0ger verzwakken, wat hij vakkundig deed. Terwijl het Turkse leger tot taak had om de seculiere identiteit van Turkije te bewaken.

Ruimte

Daarna maakte hij haast om te voldoen aan een andere eis van de EU, namelijk de godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid betekent voor Erdogan: het veranderen van de seculiere beginselen van de Turkse republiek.

Hij heeft beetje bij beetje meer ruimte gecreëerd voor de fundamentalistische islam. En toen was hij ineens niet meer aantrekkelijk voor de Europese Unie. In de voorbije jaren was hij bezig met twee zaken die grote invloed zullen hebben op de toekomst van Turkije.

Erdogan heeft zijn best gedaan om de Turkse inlichtingendiensten naar zijn hand te zetten. Als politieagenten een corruptiegeval binnen regeringskringen onderzoeken, worden niet de corrupte personen maar de agenten gearresteerd of uit hun functie gezet.

Hamas

Daarnaast heeft de Erdogan grondige wijzigingen aangebracht in de buitenlandse politiek van Turkije. De republiek was ooit beroemd om haar uitstekende diplomatieke dienst. Dat is nu anders.

Erdogans regering had eerst goede banden met het regime van de Syrische president Bashar al-Assad.

Maar kort na de Arabische opstanden en de machtsovername door de Moslimbroederschap in Egypte veranderde hij de diplomatieke richting: Moslimbroeders in alle soorten en maten, met Hamas voorop, werden plotseling de belangrijkste bondgenoten van Turkije.

Troon

Toch is het buitenlandbeleid van Turkije een zigzagbeleid geworden. Erdogan had uitstekende banden met de regering van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinedjad, maar aan deze warme relatie kwam een einde door de nieuwe koers van Ankara na het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië.

Turkije onder leiding van Erdogan sloot zich aan bij Saudi-Arabië en Qatar om het regime van Assad ten val te brengen, ten gunste van de Moslimbroeders. Aanvankelijk hoopte Erdogan de NAVO te kunnen betrekken bij de Syrische burgeroorlog – om volgens het Libische model – Assad van zijn troon te stoten.

Deze poging mislukte omdat de Syrische rebellen voornamelijk islamitische terroristen zijn. De grenzen met Syrië stonden wagenwijd open voor islamitische terroristen.

Mond gesnoerd

In Turkije zelf werd elk kritisch geluid gesmoord, vooral journalisten werd de mond gesnoerd. Vrijheid van meningsuiting is ver te zoeken in het Turkije van Erdogan. Om voor altijd aan de macht te kunnen blijven, veranderde hij de Turkse Grondwet, waardoor de positie van de president wordt versterkt. En nu is hij president van Turkije.

De Turkse republiek dreigt te veranderen in een regime van Moslimbroeders. Erdogan zelf gedraagt zich als een alleenheerser, een sultan. Het ontbreekt Erdogans Turkije aan een consistente diplomatieke lijn.

De laatste verkiezingen gooiden roet in het eten – het feestje van sultan Erdogan werd verpest. Volgens de spelregels van de Grondwet kan zijn partij niet langer alleen regeren en heeft Erdogan de steun van de oppositie nodig.

PKK

De pro-Koerdische partijen wonnen de laatste algemene verkiezingen van Turkije. Als het Erdogan niet lukt om met de oppositie een regering te vormen, moet hij nieuwe verkiezingen uitschrijven. Die mogelijke consequentie speelt een belangrijke rol in de huidige Turkse crisis.

President Erdogan wil de Turkse crisis niet bezweren, maar opvoeren. Dit blijkt ook uit de militaire en inlichtingen-acties die in opdracht van Erdogan worden uitgevoerd. Hij beweert dat hij IS en de militanten Koerdische rebellenbeweging PKK tegelijkertijd wil bestrijden.

Activisten

IS pleegde een aanslag op de Koerden, en als reactie daarop bombardeert Erdogan voornamelijk de Koerden. De meeste bombardementen van Turkije zijn gericht op Koerden in Noord-Irak en wellicht in Syrië.

Ook de meeste arrestanten zijn de Koerdische activisten. Nu kan Erdogan van deze gelegenheid gebruikmaken om de pro-Koerdische partij die de laatste verkiezingen heeft gewonnen, te intimideren.

De Koerden die Erdogan niet bevallen, kunnen als handlangers van PKK worden aangehouden. Op deze manier kan hij enerzijds de nationalisten aan zich binden, en is hij anderzijds in staat om de winnaars van de laatste verkiezingen te intimideren dan wel te arresteren.

Ondemocratisch

Recep Tayyip Erdogan militariseert de Turkse crisis. Europa en de NAVO moeten onder geen beding deel gaan uitmaken van Erdogans militaire en ondemocratische strategie.

Door de Koerden te bombarderen, versterkt Erdogan de militaire positie van IS. Hij vermoordt de Koerden die in Irak en Syrië tegen de IS strijden. Sultan Erdogan moet daarom een halt worden toegeroepen.