Zijn Amerikaanse politie-agenten racistisch? Welnee

21 april 2015Leestijd: 6 minuten
''

Na een reeks geweldsincidenten ligt de politie onder vuur. Dat is ten onrechte – agenten hebben steden als Los Angeles juist veel veiliger gemaakt – en leidt bovendien tot grote terughoudendheid onder cops.

In Los Angeles is het vermoeden van een wetsovertreding al een goede reden voor aanhouding door de politie. ‘Stop, question and frisk,’ zo luidt het motto: houd een verdachte staande, ondervraag hem en fouilleer zo nodig.

Vind je een wapen of een uitstaand vervolgingsbevel? Bingo. Is de aangehouden man ‘schoon’? Dan mag hij doorlopen of -rijden.

Samen met zorgvuldig opgebouwd vertrouwen tussen politie en burgers is stop and frisk de oorzaak van een drastische daling van de misdaad- en criminaliteitscijfers in de Californische miljoenenstad.

In New York stijgen de aantallen moorden en zware misdrijven recent juist weer, vooral in zwarte wijken, door zogenoemde black-on-black crime. De reden volgens juridische experts: het stop and frisk-beleid dat een doorslaand succes was, is stopgezet onder de nieuwe, linkse burgemeester, nadat een progressieve rechter de praktijk had afgewezen als ‘raciaal profileren’. De politie is nu onthand, criminelen hebben minder te vrezen.

Onuitroeibaar?

Gericht politiewerk is volgens criminoloog Franklin Zimring de enige verklaring voor een nog altijd opmerkelijk feit: New York is de veiligste grote stad van de Verenigde Staten. Los Angeles gaat ook die kant op.

Het verschil met Chicago en andere steden waar het straatgeweld onuitroeibaar lijkt? ‘Goede politie,’ zegt Zimring (72) van de University of California. Zijn boeken over ontwikkelingen in criminaliteit en de bestrijding ervan zijn standaardwerken.

‘Uit de cijfers die ik analyseer, blijkt dat zelfs marginale investeringen in gerichte politiestrategie veel meer opleveren dan de massale opsluiting van foute lieden.’

Net als andere experts die Elsevier spreekt, wil Zimring onderstrepen hoe belangrijk de duizenden Amerikaanse politiekorpsen zijn. Want de kenners maken zich zorgen over een emotionele, niet op feiten gebaseerde tegenbeweging.

Tienerzoon

Een recente reeks incidenten, soms gefilmd en steeds verspreid via sociale media, heeft in de Verenigde Staten massale protesten op gang gebracht. Beschuldigingen van bovenmatig geweld en racisme vliegen over internet.

De burgemeester van New York, Bill de Blasio, haalde zich de woede van de politievakbond op de hals toen hij zei elke avond te vrezen voor het leven van zijn half-zwarte tienerzoon – een absurd klein risico voor een New Yorks kind uit de hogere middenklasse.

In zijn stad werden kort daarna twee agenten doodgeschoten door een man die zich had laten inspireren door ‘Ferguson’ – hoewel de protesten in die stad op leugens bleken te zijn gebaseerd.

Tijdens demonstraties werden agenten ‘varkens’ en ‘moordenaars’ genoemd. Agenten worden meer dan voorheen getreiterd en met vuilnis bekogeld, terwijl horden talking heads (deskundigen) op de televisie van een ‘crisis’ van politiegeweld spreken. Het gevolg onder de honderdduizenden agenten die de straten en buurten moeten bewaken: een terughoudendheid die risico’s meebrengt.

Grimmig

Voor de politiemensen die Betsy Brantner Smith opleidt, geldt een grimmig advies: zorg dat je niet ‘de volgende Darren Wilson’ wordt.

Wilson is de agent die in Ferguson een zwarte verdachte doodschoot. Hoewel later bleek dat hij juist had gehandeld, zal Wilson volgens Brantner Smith nooit meer werken binnen de wetshandhaving. ‘Terwijl hij er als kind van droomde om mensen te helpen,’ zegt Brantner Smith (56), die de politie van Ferguson van binnenuit kent.

Daarom werd Wilson een cop (straattaal voor agent), weet zij: ‘Om mensen te helpen, net als alle agenten die ik ken.’

Agenten worden voorzichtig. Niemand wil worden beschuldigd van moord of – in het hedendaagse Amerika ook een hoofdzonde – racisme.

‘We zijn zo bang om op het nieuws te worden zwartgemaakt. Ik denk dat dit ons, en uiteindelijk ook de burgers, zal raken,’ zegt Brantner Smith, die 29 jaar diende als politievrouw voordat ze agenten ging opleiden.

Niet alleen aarzelen agenten om gevaarlijke wijken of panden in te gaan, ook wordt het moeilijker om kandidaten onder minderheden te werven als zij geloven in de mythe dat de politie ‘slecht’ is en stelselmatig discrimineert.

Ironie

Het idee dat ‘de politie’ racistisch is, is even wijdverbreid als belachelijk, zegt Heather Mac Donald. Als jurist is zij verbonden aan het Manhattan Institute, een denktank in New York. Ze volgt de ontwikkelingen in de criminaliteitsstatistieken al decennia.

‘De pijnlijke ironie is dat geen enkele overheidsinstelling méér doet voor zwarte gemeenschappen dan de politie,’ zegt Mac Donald (58). ‘Black lives matter‘ – zwarte levens tellen – zou het motto van de departementen in New York en Los Angeles kunnen zijn.

Vele duizenden zwarte levens zijn de afgelopen jaren gered dankzij het assertieve optreden dat nu wordt gehekeld, vertelt Mac Donald.

Ze legt uit dat de recente incidenten geen systematisch probleem vormen, maar incidenten zijn die worden uitvergroot door de media en ‘beroepsopruiers’. Mac Donald somt op: de zaak-Ferguson had niets met racisme te maken, zo bleek later. Eric Garner in New York: idem.

Walter Scott: absoluut fout van de agent, maar hoe bewijs je dat hij schoot uit racisme? ‘Eén rotte appel onder duizenden en duizenden cops,’ aldus Mac Donald. Politiegeweld is hoogst uitzonderlijk, voegt ze toe, terwijl racisme simpelweg zelden is aan te tonen.

Zelfbeklag

Waarom is er zo veel aandacht voor vermeend wangedrag van mensen in uniform? Volgens Mac Donald is wel duidelijk waar de ‘obsessie’ vandaan komt: ‘Lekker kritisch doen over de wetshandhavers, en intussen hoeven we het niet te hebben over de crises in de zwarte gemeenschap. Dan zou je ­namelijk moeten praten over de echte ­oorzaken: vaders die niet bij moeders blijven, zwangere tieners, een cultuur van ­geweld en zelfbeklag, armoede en hoge criminaliteit.’

Hoogleraar Zimring wijst erop dat de vele vuurwapens in de Amerikaanse samenleving de bron van alle kwaad zijn. Als alleen de politie een monopolie heeft op schieten, dan gebeurt het maar zelden, betoogt hij.

Kan zijn, zegt Brantner Smith, maar in werkelijkheid zijn de tientallen miljoenen Amerikaanse vuurwapens niet meer van de straat te halen.

Standvastig

In haar ogen is een ander politiek klimaat van belang. Ze droomt van een president die de politiekorpsen steunt. Die inziet dat de meeste korpsen kleine, zelfstandige organisaties zijn, met minder dan tien mensen. Decennia werken zij al intensief aan gemengde korpsen en gemeenschapsbanden – naast de verplichte training om altijd kalm en standvastig te blijven.

‘Ik weet zeker dat er inmiddels veel minder racisme is onder cops. Wij moeten die buurten blijven in gaan,’ zegt Brantner Smith. Kleine camera’s op het lichaam van agenten, zodat er achteraf meer controle is? Prima, zeggen zij en andere experts. Maar nog meer antiracismetraining? ‘Het enige wat we nodig hebben, is de ruimte om de bestaande wetten te handhaven.’

Elsevier nummer 17, 25 april 2015