In strijd tegen corruptie mag China’s elite zichzelf niet ontzien

09 januari 2014Leestijd: 3 minuten

De Chinese president Xi Jinping treedt hard op tegen de alomtegenwoordige corruptie in zijn land. De vraag is of zijn strijd niet vooral is gericht op het uit de weg ruimen van politieke tegenstanders.

Het is niet zo makkelijk om het grootste probleem van China aan te wijzen. Is het de vervuiling van lucht, water en grond? Is het de schuldenlast van de overheid die de financiële stabiliteit van het land bedreigt?

Of is het een gebrek aan hervormingen op het gebied van democratisering en mensenrechten?

Waarschijnlijk is corruptie het grootste probleem van de Volksrepubliek. Al was het maar omdat corruptie aan de basis staat van ongestrafte milieuvervuiling, verspilling van overheidsmiddelen en de rechtsonzekerheid van gewone Chinezen.

Extraatje

Je betaalt de dokter om snel te worden behandeld. Je betaalt de leraar van je kinderen om hem gunstig te stemmen. Een ambtenaar die klaagt over de hoge kosten van levensonderhoud, hint naar een extraatje.

De grote bedragen worden door het bedrijfsleven betaald. Steekpenningen om overheidsopdrachten te verwerven, vergunningen te krijgen of om controles te ontlopen.

Hoe hoger in de boom, hoe groter de bedragen. Mensen betalen hun baas om promotie te maken. Soms dragen ze een deel van de steekpenningen af als provisie aan hun leidinggevende.

Vervolging

Vorige week werden 56 afgevaardigden uit het provinciale parlement van Hunan gezet omdat ze honderdduizenden euro’s over hadden voor het veiligstellen van hun verkiezing. Blijkbaar kun je op het niveau van provinciaal volksvertegenwoordiger in China miljoenen verdienen, anders is de schaal van de omkoping niet te verklaren.

De zaak zegt iets over de omvang van corruptie in China en is tegelijk het bewijs dat er ook tegen wordt opgetreden.

In totaal werden in 2013 meer dan 27.000 corruptiezaken bij de overheid en staatsbedrijven onderzocht. Bijna 37.000 functionarissen werden vervolgd.

Tijgers

De nieuwe president en partijleider Xi Jinping heeft aangekondigd dat hij niet alleen vliegen (kleine rommelaars), maar ook tijgers (hoge functionarissen) zal aanpakken. Xi lijkt doordrongen van het feit dat wijdverspreide corruptie de bijl is aan de wortel van de eenpartijstaat.

Grote vraag blijft of het Xi menens is, of dat hij corruptie gebruikt als middel voor politieke zuiveringen. De corruptiezaak tegen zijn politieke tegenstander Bo Xilai wordt gezien als bewijs van het laatste.

De Chinese leiders doen hun best zich voor te doen als eenvoudige mensen die weten wat er leeft onder het volk. Hoe alomtegenwoordig corruptie in China ook is, gek genoeg geloven veel Chinezen dat de mannen die het land leiden niet – of minder – corrupt zijn dan de partijbonzen die ze in hun provincie, stad of dorp zien.

Censuur

Transparantie over de bezittingen van China’s leiders en hun families geldt dan ook als taboe. Activisten die pleiten voor openbaring worden gedetineerd en informatie die in het buitenland is gepubliceerd, wordt gecensureerd.

Sinds 1995 moeten de 83 miljoen leden van de communistische partij in de maand januari een opgave doen van hun persoonlijke financiën. Drie jaar geleden werd de registratie uitgebreid en moeten ook de bezittingen van naaste familieleden worden opgegeven. De gegevens van de partijleden werden niet geopenbaard – sterker nog, eigenlijk keek niemand ernaar.

Dit jaar heeft de partij aangekondigd steekproeven te nemen om de informatie te controleren. Foutieve opgave zal worden gestraft.

De vraag is hoe omvangrijk de controles zullen zijn, hoe willekeurig de steekproeven en of ook de partijtop zelf onder het vergrootglas komt. Dat is de echte lakmoesproef.