Het is onze plicht verschrikkingen van Holocaust te herdenken

27 januari 2014Leestijd: 4 minuten

De uitroeiing van de Joden in de Tweede Wereldoorlog was meer dan genocide. De daders waren kinderen van de Verlichting, en de slachtoffers waren met niemand in oorlog. We mogen deze verschrikkingen nooit vergeten.

Vandaag herdenkt de wereld een bevrijding die geen bevrijding meer was: 69 jaar geleden werden de poorten van concentratiekamp Auschwitz-Birkenau geopend.

Op 27 januari 1945 bevrijdde het Rode Leger 7.500 uitgehongerde gevangen. Vandaag herdenken we namen en personen. Indertijd transporteerde de bezetter 57.000 Nederlanders naar Auschwitz, voornamelijk Joden. Slechts een paar honderd Nederlandse gevangenen hebben deze horror overleefd.

Duizelingwekkend

Auschwitz heb ik nog nooit bezocht. Iets, een onbekende oorzaak, houdt me tegen. Ooit heb ik een omvangrijk boek in handen gehad met de namen van alle Nederlandse Joodse slachtoffers van Duitse concentratiekampen.

Een duizelingwekkend boek met duizenden namen.

Vandaag wordt niet alleen de wreedheid herdacht – hoeveel menselijke wreedheden moeten we herdenken? Evenmin wordt vandaag slechts een massale moordpartij herdacht – hoeveel moordpartijen moeten we herdenken?

We herdenken vandaag Auschwitz, de Holocaust en de algehele verbranding van mensen, moraal en recht.

Inflatie

De Holocaust kan niet worden teruggebracht tot genocide, hoewel het dat technisch-juridisch gezien wel was: de systematische uitroeiing van een bevolkingsgroep. Voor en na de Tweede Wereldoorlog zijn er gevallen bekend van genocide.

Sommigen vinden dat we het begrip moeten reserveren voor gevallen die vergelijkbaar zijn met concentratiekampen, om de begripsmatige inflatie van genocide te voorkomen.

Dat is onmogelijk: de juridische vaststelling van genocide, die niet altijd in verband hoeft te staan met de Tweede Wereldoorlog, is belangrijk om betekenis toe te kennen aan afschuwelijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld die in Rwanda.

Onbeduidend

De Holocaust kan evenmin worden gereduceerd tot wreedheid. Als wij de wreedheid waarmee de ene mens de ander behandelt als vertrekpunt nemen om de Holocaust te begrijpen, dan komt die terecht in een reeks historische wreedheden. Daarmee wordt de Holocaust een vaag en bijna onbeduidend begrip.

Uit talloze studies blijkt dat de uitroeiing van Joden niet het resultaat was van een driftmatige handeling. Stap voor stap, kalm en bedachtzaam werkte het nationaal-socialisme ruim een decennium aan de uitroeiing van de Europese Joden.

Kerkvaders

Uit alle studies blijkt dat het idee van de uitroeiing van Joden al in de voorafgaande eeuwen door religieuze en culturele instituten was voorbereid. De Holocaust was het resultaat van verbale en gewelddadige inspanningen van het Europese antisemitisme, gericht op Joden.

Al ten tijde van kerkvaders begon het antisemitisme, dat door sommige onderzoekers wordt gezien als een erfenis van Egyptische farao’s. Joden en het jodendom als theologische vijanden van het christendom vormden gaandeweg een onwrikbare overtuiging, een misdadig idee dat ook door de grote kerkhervormer Luther werd overgenomen.

Zwoegen

Maarten Luther publiceerde in 1543 zijn pamflet Over de Joden en hun leugens. De lutherse aanbevelingen over hoe Europa het Joodse vraagstuk moest aanpakken, kunnen niet los worden gezien van het fenomeen Holocaust: synagogen en Joodse scholen moesten in brand worden gestoken, en Joden mochten zich niet meer op straat vertonen.

Voor Luther was duidelijk wat de Joden moesten doen: in werkkampen zwoegen voor een stukje brood. Paus Johannes Paulus II erkende in zijn historische mea culpa het antisemitisme en het daaruit voortvloeiende onrecht. Mea culpa, tweeduizend jaar later.

De Holocaust is bijzonder omdat de daders deel uitmaakten van een magnifieke culturele, economische en wetenschappelijke ontwikkeling. De daders waren kinderen van de Verlichting en het Europese christendom.

Harmonie

Sommige verlichte denkers waren doortrokken van het antisemitisme. Wetenschap en filosofie bloeiden en groeiden in een anti-judaïstische cultuur.

Het continent van Newton, Beethoven, Bach, Mozart, Hegel en Kant was intellectueel uitermate weerloos toen het nazisme de daad moeiteloos bij het woord voegde. Het is nog altijd een verbazingwekkende constatering.

De Joden verkeerden nergens in Europa in staat van oorlog met Europeanen. Ze leefden in harmonie met diverse Europese gemeenschappen. Joden waren een belangrijk onderdeel van de Europese cultuur en wetenschap.

In de negentiende eeuw werd zelfs geprobeerd Joden te erkennen als burgers. Het is in deze eeuw dat nationaal burgerschap vorm en inhoud krijgt.

Onvergetelijk

De Jood representeerde geen politieke of militaire vijanden tegen wie Europa zou hebben gevochten. Evenmin representeerde de Jood een imperialistisch rijk dat als concurrent een belemmering zou zijn voor de Europese ambities.

Maar de Jood verwees – en doet dat nog steeds – naar het ontstaan van een onvergetelijke wortel van Europa: het christendom.

En toch was de Jood de vijand – de fictieve vijand van Europa. Kennelijk worden fictieve vijanden intenser gehaat dan reële. De fictieve vijand is de ergste apolitieke vijand: de politieke theologie vond in de Jood de eschatologische vijand.

Nasleep

Ten slotte werd de fictieve vijand systematisch, langdurig, kalm en rationeel vernederd, uitgesloten en uiteindelijk uitgeroeid. De faraonische daad van Europa tegen de Joden is een tragedie, en met de nasleep ervan wordt nog steeds geworsteld.

Het bewustzijn over het unieke van de Holocaust is het morele en mensenrechtelijke anker van Europa van nu en hopelijk van morgen.

Denken aan en herdenken van de Holocaust is daarom onze plicht.