Syrische christenen worden in brand gestoken; media zwijgen

27 november 2013Leestijd: 5 minuten

De Syrische oppositie voert talloze gruwelijkheden uit, maar mag van de westerse journalisten vooral niet van haar voetstuk vallen. In Den Haag worden krokodillentranen gehuild over de ellende in Syrië.

De verzengende hysterie over het Syrische conflict is voorbij. Westerse politici zingen een paar toontjes lager nu ze zien dat hun plunderende, moordende en kannibalistische vrienden binnen de Syrische oppositie zijn ontmaskerd.

Maar dat is ook omdat ze doorhebben dat de publieke opinie zich niet langer knollen voor citroenen laat verkopen, waardoor betoverende verhalen over ‘gematigde’ oppositiegroepen die onze ‘morele’ en financiële steun zouden verdienen, achterwege blijven.

Treffend

Niettemin was er tot voor kort zeer veel steun voor de oppositie. Ziad al-Rahbani, de bekendste Arabische componist en zoon van de Libanese legende Fairouz, zei onlangs: ‘Als de steun aan de Syrische oppositie aan koeien was besteed, dan hadden ze inmiddels geleerd piano te spelen.’

Een dergelijke vergelijking werkt misschien op de lachspieren, maar is toch treffend omdat ze aangeeft hoe omvangrijk die steun is geweest en welke onmogelijke zaken hadden kunnen worden bereikt.

Ook de journalistieke hitte rondom het onderwerp ‘Syrië’ is teneinde – wat nauwelijks te betreuren is, aangezien een groot deel van het nieuws onjuist of subjectief was.

Realiteit

Ga eens na hoeveel voorspellingen over de aard en het verloop van dit conflict zijn uitgekomen. Bedenk ook hoe kort geleden het was dat de media begonnen te schrijven over de jihadisten in Syrië, terwijl zij vanaf het begin deel uitmaakten van de ‘gematigde’ oppositie.

Helaas is te lang een geheel ander beeld geschetst van de Syrische realiteit. Dat kwam gedeeltelijk doordat westerse journalisten het waarheidsgehalte van de vele berichten nauwelijks konden controleren.

Wanneer ‘Syrische activisten’, ‘ooggetuigen’, ‘lokale actiecomités’, of ‘gedeserteerde generaals’ iets meldden, werden journalistieke standaarden – zoals als het checken en dubbelchecken van berichten en het toepassen van hoor en wederhoor – losgelaten.

Gezichtsverlies

Uit angst de nieuwskaravaan te missen, werden allerlei ufo’s geraadpleegd die via land-neutrale communicatiemiddelen hun ‘waarheid’ wereldkundig maakten.

Het journalistieke gezichtsverlies rondom de Syrische blogster Amina al-Omari, bekend als ‘Gay Girl from Damascus’, mag in dit licht niet onvermeld blijven. Deze lesbische activiste hield vier maanden lang een blog bij over het regeringsgeweld tegen demonstranten die burgerlijke vrijheden zouden eisen.

Voorname internationale media namen haar waarnemingen klakkeloos over. Zo kopte de Britse krant The Guardian:A Gay Girl in Damascus becomes a heroine of the Syrian revolt’. En Time Magazine omschreef deze Syrische ‘heldin’ als een ‘honest and reflective voice of the revolution‘ die de wereld voorziet van ‘unsettling details about the state of the country‘.

Blunders

Amina bleek uiteindelijk een fictief figuur en de blogs bleken geschreven door Tom MacMaster, een heteroseksuele Amerikaan die vanuit de Verenigde Staten zijn fantasieën de vrije loop liet.

Dergelijke blunders betekenen wel dat de berichtgeving over de cruciale eerste maanden van de Syrische opstand vooral waanvoorstellingen omhelsde. Soortgelijke journalistieke missers, goedbedoeld of niet, plaveien de weg naar de hel of naar algehele misleiding.

Ook het aandikken van nieuws om publieke emoties te bespelen en politiek-militaire acties te bespoedigen, behoorde tot de trucs.

Verbolgen

Zo gebruikte de BBC een weerzinwekkende foto van een slachting uit 2003 in Irak om een bloedbad, waar de Syrische president Bashar al-Assad van werd verdacht, in het Syrische dorpje Houla (2012) te illustreren. De Italiaanse fotograaf die de foto in Irak had geschoten, reageerde verbolgen. Hoe kan een gerespecteerd medium als de BBC zomaar foto’s bij gebeurtenissen plakken?

Hoogwaardige list is geen vreemd verschijnsel in de geschiedenis van dit Britse medium. Lees de vele onderzoeken die zijn verschenen naar aanleiding van de staatsgreep in Iran (1953) en de rol van de BBC daarin. Een aanrader is The 1953 Coup in Iran (2001) van Ervand Abrahamian.

De eenzijdigheid rondom de berichtgeving over Syrië uitte zich ook in journalistieke desinteresse in de misdaden die de oppositie pleegde tegen minderheden, vrouwen en kinderen.

‘Bloedvrij’

De oppositie mocht vooral niet van haar voetstuk vallen, aangezien het overgrote deel van de journalisten haar ‘moreel’ steunde. Daarom hebben de gruwelijke verhalen uit Sadad, Ma’loula, en Qalamoen u niet bereikt. Ze betroffen slechts christenen, dus onbelangrijk.

Daarom heeft u niets gehoord over de drie priesters uit Al-Raqqa die zijn gewurgd door hun lichamen eerst ‘bloedvrij’ te maken, hun bloed op te vangen in een emmer en die vervolgens te verbranden zodat hun ‘onrein levensgif’ de grond niet zou raken.

Daarom heeft u niets gehoord over Syrische vrouwen die door de Saudische terreurorganisatie Da’esh worden opgehangen als ze weigeren een verklaring te ondertekenen waarin ze instemmen met de ‘neukjihad’.

Medeplichtig

Daarom heeft u niets bereikt over schoolbussen die dagelijks worden aangevallen omdat kinderen niet ‘geloofwaardig’ koranverzen kunnen reciteren. Idem dito over de eeuwenoude bomen (!), musea, kerken en moskeeën die te bedreigend zijn en dus in brand worden gestoken. Zij die hierover zwijgen, inclusief westerse christenen en kerkleiders, zijn minstens even medeplichtig aan deze wandaden. Wie zwijgt, stemt namelijk toe.

Wanneer journalisten in activisten veranderen en activisten zichzelf omtoveren tot journalisten, zonder dat ze elkaars vak beheersen, wordt het publiek schromelijk benadeeld.

‘Eerlijk nieuws’

De activistische journalist houdt zich bezig met vragen als: wie moet ik ‘moreel’ steunen? Terwijl de nieuwsduidende activist zijn primaire taken verwaarloost om zich toe te leggen op verslaggeving, al dan niet gesteund door westerse regeringen, zoals de Nederlandse. 3 ton schonk zij een nieuwssite om ‘eerlijk nieuws’ uit Syrië te brengen. Wil de regering soms schuldgevoelens over het ‘oneerlijke’ nieuws afkopen?

Overigens reikt de edele betrokkenheid van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken verder. Mij is verteld dat de toenmalige leider van de Syrische oppositie in Nederland al maanden op de loonlijst van dit departement staat.

Haagse wijsheid

Deze nobele man, die onlangs minister van Financiën werd in het Syrische oppositiekabinet, liet zich door de Nederlandse regering betalen om zijn vaderland te veranderen. Welkom in het idealisme van 2013.

Tegenwoordig verkopen Syrische vluchtelingen in Libanon hun organen om in hun primaire levensbehoeften te voorzien. Terwijl de Haagse wijsheid vage sites steunt, een oppositieleider betaalt om oppositie te voeren en jihadisten (sorry: ‘gematigde’ rebellen) voorziet van geavanceerde communicatieapparatuur om ‘de onderlinge communicatie te verbeteren en de oppositie slagvaardiger te maken’.

En dan politieke krokodillentranen over de humanitaire misère waarin Syriërs verkeren. In vredesnaam, bespaar ons dit laagwaardig toneel.