Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry staat Libië onder enorme druk door de toestroom van leden van terreurgroep Islamitische Staat (IS).
Nu IS teruggedrongen wordt in Irak en Syrië, wijken steeds meer leden van de terreurgroep uit naar het olierijke Libië. Kerry benadrukte dinsdag tijdens een conferentie in Rome de dreiging die Libië boven het hoofd hangt. ‘Het laatste wat je wilt is een vals kalifaat met toegang tot miljarden dollars aan olie-inkomsten,’ aldus de minister.
Libië
IS heeft momenteel de controle over een deel van de Libische kust, rond de stad Sirte. Daar wonen naar schatting twee- tot vijfduizend IS-strijders. Libië ligt op een strategische positie, dichtbij Zuid-Europa én heeft grote olie-en gasreserves. Een centrale regering is in Libië ver te zoeken; het land is na de val van Muammar Khaddafi ontaard in anarchie.
Kerry noemde de herovering van de Iraakse stad Ramadi op IS een positieve vooruitgang in de strijd tegen de terreurgroep. Ook zei de Amerikaanse minister dat IS ongeveer 40 procent van zijn terrein in Irak heeft verloren en 20 procent in Syrië.
Politici uit 23 landen kwamen dinsdag in Rome bijeen om de strijd tegen IS te bespreken. De Verenigde Staten leiden twee verschillende coalities die luchtaanvallen uitvoeren in Irak en Syrië. De westerse landen overwegen nu ook de militanten in Libië aan te vallen.
Genève
Intussen lijkt in Genève het vredesoverleg, dat voor vrede en voor rust moet gaan zorgen in Syrië, iets op gang te komen. Ook al is er van rechtstreeks overleg tussen de strijdende partijen geen sprake. Het overleg zou nog steeds in voorbereiding zijn zei het hoofd van de Syrische regeringsdelegatie, Bashar al-Jaafari, dinsdag na een gesprek met VN-gezant Staffan de Mistura.
Jaafari sprak dinsdag 2,5 uur met De Mistura en zei dat er ‘nog steeds voorbereidingen worden getroffen voor het begin van indirecte onderhandelingen’. Er moeten straks twee teams van onderhandelaars zijn, ‘maar de andere kant heeft zijn delegatie nog niet rond’, aldus Jaafari.
VN-gezant De Mistura pendelt tussen de delegatie van de Syrische regering en de verschillende oppositiegroepen. Vorige week leek het erop alsof de Syrische regering de enige aanwezige zou zijn bij vredesoverleg, dat eigenlijk op 25 januari had moeten starten.
Uiteindelijk arriveerde het Het Hoog Onderhandelingscomité (HNC), de belangrijkste Syrische oppositiegroepering, zaterdag in Genève. Het HNC heeft geëist dat de regering eerst ophoudt met het bombarderen en belegeren van tegenstanders, voordat ze deelnemen aan de gesprekken. Op dit moment belaagt het Syrische leger rebellen bij Aleppo in het noordwesten van Syrië.
Ingelogde abonnees van EWmagazine kunnen reageren
Bij het plaatsen van een reactie geldt een aantal voorwaarden. Klik hier voor de voorwaarden.
Reacties die anoniem worden geplaatst of met een overduidelijke schuilnaam zullen door de moderator worden verwijderd, evenals reacties die niets met het onderwerp van het artikel te maken hebben. Dit geldt evenzeer voor racistische of antisemitische reacties. De moderator handelt in opdracht van de hoofdredacteur.