IS verovert Libië en is ‘vele malen barbaarser dan Al-Qa’ida’

19 januari 2016Leestijd: 4 minuten
'AFP'

Als het misgaat in Syrië en Irak, is Libië ideale uitvalsbasis voor IS. Pal ten zuiden van Europa groeit de jihadbeweging snel – ten koste van Al-Qa’ida.

Europese regeringsleiders, zoals de Franse president François Hollande, waarschuwen voor de groeiende macht van IS in Libië. Terwijl de jihadisten in Syrië en Irak terrein verliezen, mede door Nederlands wapengekletter, breiden ze in Noord-Afrika hun invloed juist uit.

De vraag is wanneer ook in Libië een internationaal offensief van start gaat. De Amerikanen voeren er al sporadisch bombardementen uit op IS-doelen.

IS-leiders benadrukken dat ze aan de poorten van Europa staan. Vanuit Libië is het per boot maar een paar uur naar Italië. ‘Door onze controle over Libië neemt in Europa de onveiligheid toe,’ zei Abu Mughirah al-Qahtani in IS-tijdschrift Dabiq.

Ook wijst de lokale IS-leider op het economisch belang van Libië, dat grote olie- en gasreserves heeft. Ondanks de onrust importeert vooral Italië nog steeds veel olie en gas uit het land. Al-Qah­tani: ‘Door deze hulpbronnen te veroveren, zullen we Italië en andere Europese landen hard treffen.’

In een jaar tijd heeft IS in Libië een gebied veroverd zo groot als Nederland. In de stad Sirte, het Libische hoofdkwartier van de jihadisten, wonen naar schatting twee- tot vijfduizend IS-strijders. Net als in Irak en Syrië zijn ze afkomstig uit de hele wereld. Een van de belangrijkste leiders van IS in Libië is de Irakees Abu Ali al-Anbari. Een andere lokale Iraakse IS-leider, Abu Nabil, kwam in december om bij een Amerikaanse drone-aanval.

Gekruisigd

Het IS-bolwerk in Sirte is het belangrijkste IS-filiaal buiten Syrië en Irak. Volgens deskundigen ziet IS-kalief Abubakr al-Baghdadi Libië als de ideale uitvalsbasis als hij met zijn strijders moet vluchten uit het stroomgebied van de rivieren Eufraat en Tigris. Eind vorig jaar circuleerden er geruchten dat de kalief was gesignaleerd in Sirte. Waarschijnlijk waren de verhalen uit de lucht gegrepen, maar het is niet uitgesloten dat Al-Baghdadi een dezer dagen een bezoek brengt aan zijn belangrijkste nieuwe vestiging.

De afgelopen weken voerde IS al barbaarse aanvallen uit in ­Libië. Op 7 januari liet een zelfmoordterrorist een bom ontploffen in de kustplaats Zliten, waarbij zeker zestig doden vielen. Het was de bloedigste aanslag in Libië sinds de val van dictator Muam­mar al-Khaddafi, bijna vierenhalf jaar geleden. In Sirte onthoofdde IS publiekelijk een aantal tegenstanders, nadat ze eerst waren gekruisigd. Ook viel IS een olieterminal aan in de havenstad Sidra, waarbij zeven enorme opslagtanks in vlammen opgingen.

IS ondervindt weinig tegenstand in Libië. Sinds de val van Khaddafi is de anarchie gestaag gegroeid. Een alliantie van de Moslimbroederschap en andere islamisten verdreef in 2014 de­ democratisch gekozen regering uit de hoofdstad Tripoli en installeerde er haar eigen regering. Het gevluchte kabinet streek neer in Al-Bayda, een stad in het oosten van Libië. Feitelijk is het land uiteengevallen in honderden mini­staatjes, met allemaal een eigen ­leger. Naast IS kunnen allerlei criminele organisaties er vrijwel ongestoord hun gang gaan.

Alliantie

Misschien wel de fanatiekste rivaal van IS in Libië is de lokale tak van Al-Qa’ida. In de oostelijke stad Derna, waar IS aanvankelijk zijn hoofdkwartier had, woedt al maanden een bloedige strijd tussen de twee internationale jihadistische netwerken.

De oorlog barstte los toen buitenlandse IS-strijders lokale vrouwen wilden dwingen met hen te trouwen. Al-Qa’ida, dat al sinds de tijd van Khaddafi veel aanhang heeft in Derna, lijkt aan de winnende hand. IS is uit bijna alle delen van de stad verjaagd, tot grote vreugde van de bevolking.

De keus tussen IS en Al-Qa’ida is eenvoudig, vinden veel Libiërs. ‘Ik heb een hekel aan beide groepen,’ zei een inwoner van Derna anoniem in het Duitse weekblad Der Spiegel. ‘Maar IS is vele malen barbaarser.’

De Al-Qa’ida-leiders in Derna zijn volgens de geciteerde Libiër doorgaans mensen met wie wel te praten valt. IS-strijders daarentegen noemt hij ‘gevaarlijke idioten’. De inwoner beschrijft ho e de terroristen een kind van tien onthoofdden. ‘Nooit gedacht dat ik blij zou zijn met het bestuur van Al-Qa’ida in mijn stad.’

Intussen zoeken westerse landen een lokale Libische bondgenoot in de strijd tegen IS. Een alliantie met Al-Qa’ida is geen optie, maar veel alternatieven zijn er niet. Diverse Libische milities zeggen dat ze tegen IS willen vechten als ze militaire steun krijgen uit het buitenland. Door de vele interne conflicten is de kans echter groot dat ze de geleverde wapens vooral zullen inzetten tegen elkaar. Ook bestaat de kans dat het materieel terechtkomt bij criminele groepen. Nog meer geweld en anarchie liggen op de loer.

Elsevier nummer 3, 23 januari 2016