Pools verzet tegen migranten is geen platte xenofobie

29 september 2015Leestijd: 4 minuten
'Agencja Gazeta / Reuters'

Veel Polen zijn boos over de instemming van de regering met het Europese migrantenverdeelplan. Hun argumenten zijn eigenlijk heel rationeel.

Tegen moslims heeft Anna ­Piotrowska (33) niets. Ze vindt zelfs dat antimoslimsentimenten door politici worden misbruikt en dat op internet haat wordt gezaaid met lege slogans die haar doen denken aan de jaren dertig van de twintigste eeuw. Toch noemt ze het Europese besluit tot het verplicht verdelen van asielzoekers, waarmee ook Polen heeft ingestemd, ‘pathetisch’.

De negen jaar die zij in Groot-Brittannië heeft doorgebracht, waarvan twee in een slaapstadje bij Londen, spelen daarbij een grote rol. ‘Je kunt daar merken dat moslims hun regels en normen proberen op te dringen,’ zegt ze. Ze noemt het incident in de Londense wijk Tower Hamlets enkele jaren geleden, waar radicale moslims een ‘sharia­zone‘ uitriepen.

‘Het is voor Polen natuurlijk moeilijk om daar iets over te zeggen, want wij zijn zelf immigranten op zoek naar een beter leven. Maar wij proberen ons wel aan te passen aan de regels die in zo’n land gelden.’ Als Europeaan, zegt ze, voelt ze zich in steden als Londen en Parijs een minderheid.

Zwaard

De mening van Piotrowska wordt in Polen vrijwel unaniem gedeeld. Peilingen lopen uiteen, maar ze laten zien dat de helft tot driekwart van de Polen fervent tegenstander is van het toelaten van asielzoekers. In West-Europa hadden de Oost-Europese lidstaten al een slechte reputatie als het aankomt op tolerantie en nationalisme.

Het actuele verzet tegen de vluchtelingenquota wordt dan ook dikwijls afgedaan als platte xenofobie. Dat beeld wordt versterkt doordat symbolen van uiterst rechts, zoals de falanga (een omhooggehouden zwaard), prominent worden getoond tijdens demonstraties.

Maar sociale media en internetfora worden niet alleen overspoeld met ondoordachte racistische en xenofobe uitingen. Er zijn ook legitieme zorgen en rationale historische argumenten.

Gedeporteerd

Het meest gehoorde bezwaar is dat Polen de fouten die West-Europa heeft gemaakt niet moet gaan herhalen. Het is geen argument dat even snel is bedacht als excuus om de moslimvluchtelingen af te wimpelen. In 2010 gebruikten de tegenstanders van de bouw van een grote, met Saudisch geld gefinancierde moskee in de wijk Ochota in hoofdstad Warschau dit al als belangrijkste argument.

Vooral Polen die de multiculturele samenlevingen in West-Europa van nabij meemaakten, hadden bezwaar. Ondanks de grote weerstand is het religieuze centrum deze zomer overigens toch geopend.

Vooral in conservatief-nationalistische kringen wordt bovendien gevreesd dat de repatriëring van landgenoten en hun nakomelingen in de knel komt die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog naar Siberië en landen als Oekraïne en Kazachstan zijn gedeporteerd. Dat zijn er enkele duizenden, maar de Poolse regering wil de regeringen van die landen niet voor het hoofd stoten en gaat zeer voorzichtig te werk. Elk jaar worden tot zo’n tweehonderd etnische ­Polen teruggehaald.

Landverraad

Maar, zo luidt het verwijt, door de vluchtelingencrisis blijkt het opeens wel mogelijk om duizenden gezinnen uit het Midden-Oosten naar Polen te halen. Tegenover het dagblad Rzeczpospolita noemt Aleksandra Slusarek (64), voorzitter van de Vereniging van Repatrianten van de Republiek Polen, het zelfs ‘vernedering en landverraad’.

De woede bereikte een hoogtepunt toen bleek dat een deel van het repatriantenbudget naar de vluchtelingen zou gaan. Afgelopen maandag heeft de Poolse regering dat deel aangevuld uit andere middelen.

Ten slotte luidt de kritiek dat de opvang economisch gezien onlogisch is – ook al is daarmee rekening gehouden bij de Europese verdeelsleutel. Jaarlijks vragen al zo’n zevenduizend immigranten, vooral uit de Kaukasus, asiel aan in Polen. Voor hen is de opvang, vaak in verouderde woonkazernes, zwaar en de omstandigheden zullen niet verbeteren.

Solidariteit

Tegelijk ligt de Poolse solidariteit eerder bij de ‘eigen’ armen dan bij vluchtelingen. Eén asielzoeker kost volgens de dienst Vreemdelingenzaken per maand ongeveer 1.400 zloty, iets minder dan 350 euro. Voor veel Polen is het een groot bezwaar dat dit bedrag flink hoger is dan de kleinste pensioenen (rond de 880 zloty) en werkloosheidsuitkering (831 zloty).

En dat is allemaal nog afgezien van de twijfel bij veel Polen of vluchtelingen wel naar hun land willen komen. ‘Polen is onaantrekkelijk voor immigranten. We hebben lage uitkeringen en een ongunstige arbeidsmarkt,’ zegt Piotrowska. ‘Dus zullen de mensen die hier komen zich bij de eerste mogelijkheid uit de voeten maken richting de grens.’

Elsevier nummer 40, 3 oktober 2015