Hoe Warschau weer begon te glanzen – een Pools succesverhaal

06 augustus 2015Leestijd: 8 minuten
''

Warschau was jarenlang het voorbeeld van alles wat er mis is met steden in het voor­malig Oostblok. Maar ongemerkt bloeide
de stad op tot een bruisende metropool. ‘De lonen schieten omhoog, er is werk zat en er gebeurt heel veel.’

Rond de Tecza, het kleurrijke kunst­object dat het herkenningspunt is van hét uitgaanscentrum van Warschau, hebben jonge en hippe Polen zich verzameld om te genieten van de zomerzon, cocktails en bier.

Hier, op het fraaie Zbawicielaplein, drinken ook grafisch ontwerpers Henryk Oktor (28) en Stanislaw Gajewski (27) hun cola en Grolsch. Beiden zijn geboren en getogen Warschauwiakken en zouden het voor geen goud anders willen zien.

‘Warschau is de mooiste, de beste, de ­belangrijkste stad,’ jubelt Oktor. Zijn collega Gajewski beweegt zijn bankpas nonchalant boven de contactloze terminal van de ­serveerster van café Charlotte om af te rekenen.

Krakau, de vroegere koningszetel die bekendstaat om zijn middeleeuwse binnenstad en daarmee internationaal een betere reputatie heeft opgebouwd, heeft volgens hen zijn tijd gehad. Nu is het de beurt aan Warschau om te bloeien.

Aan het imago van hun stad schort in het Westen wel het een en ander. ‘We worden nog steeds gezien als het post-communistische Oosten, terwijl we ons midden in Europa bevinden,’ zegt Gajewski. ‘We hebben helemaal niets om ons voor te schamen en we hoeven ons ook niet constant minder te voelen dan de rest van Europa.’

Humorloos

De Polen, ook zij die in Warschau wonen, gingen lang gebukt onder een minderwaardigheidscomplex. Maar daar is in de Poolse hoofdstad weinig meer van te merken. Begrijpelijk, gezien de opmerkelijke ontwikkeling die de ruim anderhalf miljoen inwoners  tellende metropool de laatste jaren heeft doorgemaakt.

Terwijl de forensen door de poortjes van het nabijgelegen metrostation Politechnika snellen om het weekeinde te kunnen aftrappen, galmt het nummer Yesterday van de Beatles door de hal, gespeeld door een straatviolist. Hoewel elke noot loepzuiver klinkt, ligt er geen enkel muntje in de rood fluwelen binnenkant van zijn vioolkoffer.

Misschien dat de Warschauwiakken niet aan ‘gisteren’ willen worden herinnerd. Nog niet zo lang geleden was hun stad een Oost-Europese stad als alle andere. Grauw, humorloos, met op elke straathoek een eetstalletje dat hamburgers of zapiekanki verkocht. Maar de verkopers van deze vette stokbroodjes met gesmolten kaas en ketchup – waarvan je darmen spontaan in een knoop raken – hebben hun klandizie verloren aan sandwichbars en koffietentjes.

Kolen

Het enige gebouw in Warschau dat destijds opviel, was het Paleis van Cultuur en Wetenschap, ook wel de ‘Russische bruiloftstaart’ of ‘Stalins injectienaald’ genoemd. Smaken verschillen, maar zelfs voor wie sociaal-­realisme kan waarderen, was het 231 meter hoge bouwsel veel te dominant aanwezig.

Eigenlijk was de hele oude binnenstad, steen voor steen herbouwd na volledig te zijn verwoest in de Tweede Wereldoorlog, altijd een beetje een bordkartonnen UNESCO-model. Socialistisch-realistische architecten kregen tijdens de Sovjetjaren vrij spel om de gaatjes op te vullen, naar communistische smaak.

En omdat de Polen hun woningen massaal verwarmen met kolen uit de mijnen in Sile­zië, werd grijs al snel de hoofdkleur van de stad. Ook dat is inmiddels wel anders.

‘Warschau zat na de val van het communisme in een buitengewoon lastige situatie,’ zegt Miroslaw Grochowski (48), stadsgeograaf en planoloog bij de Universiteit van Warschau. ‘De stad was, net als andere steden in Polen, verwaarloosd.’ Warschau moest worden gereanimeerd.

In de lift

Die operatie is onmiskenbaar geslaagd, blijkt ook uit de cijfers. Terwijl Polen door vergrijzing en massa-emigratie langzaam ontvolkt, zit Warschau in de lift. Volgens schattingen van het GUS, het Poolse equivalent van het Centraal Bureau voor de Statistiek, houdt Polen in 2035 35 miljoen van de huidige 38 miljoen inwoners over.

Maar Warschau zal in dezelfde periode groeien van 1,7 miljoen naar bijna 1,9 miljoen inwoners, een stijging van ruim 10 procent.

Dit voorjaar bleek uit een omvangrijke peiling in opdracht van een groot tv-station dat 41 procent van de Polen tussen de 18 en 34 jaar emigratie overweegt. Jongeren in Warschau herkennen zich daar niet in. ‘Misschien om te studeren,’ zegt scholier Magda Rymsza (17), die op het terras van het populaire café Karma een sigaretje rookt. ‘Maar de kansen liggen hier. De lonen schieten omhoog en er is werk zat. Bovendien gebeurt hier heel veel.’

Haar vriendin Katka Simekova (17), wier ouders tien jaar geleden uit de Slowaakse hoofdstad Bratislava naar Warschau kwamen, knikt. ‘Ik ga graag naar concerten.’ Ze wijst naar haar eigen gitaar die ze naast zich op een tafeltje heeft gelegd. ‘Vroeger had je hier niet zoveel concerten en ze waren behoorlijk slecht. Nu is er altijd wat goeds te zien.’

Zitzakken

Zo maakt Warschau opnieuw zijn naam ‘Stad van de Feniks’ waar. Maar een stad bloeit niet alleen door entertainment en horeca. Ook andere Poolse ondernemers hebben zich op Warschau gestort, vooral als het gaat om ICT en zakelijke dienstverlening. De stad telt veel Polen die in het buitenland hebben gewerkt en de zakencultuur naar hun thuisland proberen te halen.

Creatievelingen zoals Borys Musielak (35), die tien jaar geleden voor een Londense bank werkte. Naast een eigen bedrijfje runt hij een start-upcollectief vanuit een villa in de chique wijk Zoliborz. Ondanks het prachtige weer zijn de zitzakken in de groene tuin ongebruikt.

‘Iedereen is aan het werk of op bezoek bij een klant,’ zegt Musielak, die met zijn gleufhoedje en beginnend sikbaardje voldoet aan het archetype van een hipster. Dat de Warschause start-upcultuur opbloeit, heeft volgens hem te maken met het geldgebrek waarmee Poolse ondernemers altijd te maken hadden.

‘Toen Polen in 1989 kapitalistisch werd, had niemand geld, dus kon je niet zomaar geld lenen om een bedrijfje op te zetten,’ vertelt Musielak. ‘De eerste generatie moest zich kapotwerken om een beetje te kunnen beginnen.’

Bovendien kwam het grote geld pas met het lidmaatschap van de Europese Unie in 2004, waardoor durfkapitalisten de weg naar Polen vonden. ‘Vóór 2007 hadden we misschien twee of drie grote durfkapitalisten,’ schetst hij. ‘Nu zijn het er meer dan vijftig. Warschau is het centrum geworden voor start-ups in heel Midden- en Oost-Europa. Ze komen uit de rest van Polen, Wit-
Rusland en Oekraïne om hier geld te vinden voor hun ideeën.’

Talent

Pools ondernemerschap was eerder niet veel meer dan het kopiëren van succesvolle ideeën uit het buitenland en deze op de Poolse markt loslaten. Maar de Poolse markt is voor velen te klein geworden. Warschause ondernemers kloppen ook internationaal aan de poort.

Adam Jesionkiewicz (41) heeft met zijn bedrijf Ifinity een miljoenenorder in de wacht gesleept om Warschau met behulp van sensoren te laten communiceren met smartphones. Denk aan het aanwijzen van vrije parkeerplaatsen en diensten voor slechtzienden, vertelt hij tijdens een pauze van een groot innovatiecongres van de Warschause Technische Universiteit.

Ook andere Europese steden tonen interesse in zijn product. ‘Vroeger was het een nadeel als een bedrijf uit Polen kwam,’ zegt hij. ‘Dat is nu anders. Er komt buitenlands talent op ons af. We hebben een paar maanden geleden een Nederlander aangenomen als hoofd sales.’

Natuurlijk speelt mee dat Warschau als hoofdstad een streepje voor heeft op andere Poolse steden. Wegen worden massaal gerenoveerd en aangelegd en dit jaar is een tweede metrolijn geopend. ‘Als hoofdstad is Warschau aantrekkelijk voor zowel inwoners van andere steden als buitenlandse investeerders,’ bevestigt planoloog Grochowski.

Economisch gaat het Warschau dan ook voor de wind. Het gemiddelde inkomen in de hoofdstedelijke provincie Mazowiecki ligt op 160 procent van het landelijke inkomen. Dat zou nog veel hoger zijn als straatarme dorpen en steden – zoals het volledig verpauperde Radom 100 kilometer ten zuiden van Warschau – het gemiddelde niet naar beneden zouden trekken.

Wolkenkrabbers

‘We werden ooit het Radom van de Europese hoofdsteden genoemd,’ gniffelt Michal ­Olszewski (38). Het witte overhemd van de ­locoburgemeester contrasteert met zijn zwarte, keurig getrimde baard.

De sleutel van de herrijzenis van de Poolse metropool ligt volgens hem op een plek waar je dat niet zou verwachten: de rivier de Wisla, die te ondiep is voor commerciële vaart en jarenlang diende als afvoerputje voor de door de communisten opgehemelde zware industrie. ‘Bedrijven maakten de grap dat ze de Wisla juist schoner maakten door erin te lozen – hun afvalwater was immers minder vuil dan de rivier zelf.’

Veel inwoners van de Poolse hoofdstad zien Olszewski als een van de architecten van het herboren Warschau. Zijn eerste stap was de rivier en zijn oevers omvormen tot een recreatiegebied. Het water werd gezuiverd, natuur heraangelegd en de kade is opgeknapt.

Het proces is volgens hem pas halverwege, maar het heeft de stad direct aantrekkelijker gemaakt. ‘Nu is het een natuurgebied dat duizenden bezoekers trekt.’ Zelfs de bever is terug in Warschau.

Daarnaast werd de binnenstad flink opgeknapt. De laatste acht jaar is in Warschau 15 miljard euro geïnvesteerd in nieuwbouw, waarvan iets meer dan eenderde uit het gemeentebudget komt. ‘Ongeveer 35 tot 40 procent is Europees geld en de rest komt uit private investeringen,’ zegt Olszewski.

T-shirts

Als een van de weinige Europese steden staat Warschau de bouw van wolkenkrabbers in het centrum toe om een skyline te creëren. Het zijn er intussen twintig, met nog eens vijf in aanbouw. ‘Anders dan Berlijn, ook een stad zonder historisch stadshart, is ons centrum vrij dicht bebouwd. Daarom zijn we “omhoog” gegaan,’ licht hij de keuze toe.

De inrichting van het nieuwe Warschau is uniek, volgens Olszewski: een zakelijk district in het westen en een recrea­tiedistrict aan de rivier, gescheiden door ulica Marszalkowska, de hoofdstraat.

Ook met andere postcommunistische overblijfselen heeft het stadsbestuur korte metten gemaakt. ‘Vroeger had je overal straatverkopers, vanwege de behoefte aan goedkope producten,’ vertelt locoburgemeester Olszewski.

‘In 2007 heeft mijn voorganger een enorm gevecht geleverd tegen die straathandel. Tegen de illegale verkoop van cd’s en T-shirts is hard opgetreden, terwijl bloemenhandeltjes juist zo veel mogelijk werden gelegaliseerd.’

Dat ging niet zonder slag of stoot: vooral het verbieden van handel bij het Paleis van Cultuur en Wetenschap zorgde in 2008 voor grote protesten. Maar het resultaat is dat het gebied nu een modern commercieel district is en er niet meer verloederd uitziet.

Olszewski: ‘Jonge mensen willen in een stad wonen die verandert, waar ze zelf iets kunnen veranderen. Ze kiezen dan niet voor een stad als Wenen.’ Het maakte Berlijn tien jaar terug populair. Nu is Warschau aan de beurt.

Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015