Paus Franciscus: stop de ‘genocide’ op christenen Midden-Oosten

10 juli 2015Leestijd: 2 minuten

Paus Franciscus is op rondreis in Zuid-Amerika, op het continent waar hij 78 jaar geleden werd geboren. In Bolivia liet hij zich donderdagavond in felle bewoordingen uit over de benarde positie van christenen.

Op dit moment heeft er ‘genocide’ plaats op de christenen in het Midden-Oosten en in andere delen van de wereld, en die moet onmiddellijk stoppen, zei de van oorsprong Argentijnse paus in zijn toespraak tot gelovige Bolivianen in Santa Cruz.

Gevaren

‘Vandaag de dag kijken we verbijsterd toe hoe in het Midden-Oosten en elders in de wereld veel van onze broeders en zusters worden vervolgd, gemarteld en gedood voor hun geloof in Jezus,’ zei hij in zijn toespraak, om eraan toe te voegen dat we momenteel in een ‘Derde Wereldoorlog’ zitten.

In het recente verleden sprak de kerkvader al eens zijn grote zorgen uit over de toenemende gevaren voor christenen waar ook ter wereld – inclusief Irak en Syrië. Daar maakt Islamitische Staat (IS) hele gebieden onveilig.

Iedereen die zich niet kan vinden in hun zeer radicaalislamitische gedachtegoed moet zich bekeren. Zij die dat weigeren worden vaak op brute manier vermoord. Dit soort gruweldaden gebeuren eveneens in Libië, waar de lokale IS-afdeling Ethiopische en Egyptische christenen om het leven heeft gebracht, niet zelden door middel van onthoofdingen.

Che Guevara

Paus Franciscus had in Bolivia ook een ontmoeting met de linkse president van Bolivia Evo Morales, die voor de gelegenheid een afbeelding van de revolutionair Che Guevara op zijn jas had gespeld. De paus zelf schuwt linkse uitspraken niet. Hij neemt het op voor de armen, en propageert sociale rechtvaardigheid.

Hij verafschuwt de hedendaagse consumptiemaatschappij en de ‘tirannie’ van de vrije markt. In zijn toespraak waarschuwde Franciscus tevens voor ‘nieuwe kolonisatie’. Daarbij noemde hij grote bedrijven, leeninstanties, vrijhandelsverdragen en het opleggen van bezuinigingen. Het zijn volgens hem ‘altijd de arbeiders en de armen die de broekriem moeten aanhalen’.