Hoe verhoudingen Europese kopstukken verstoord raakten

15 juli 2015Leestijd: 2 minuten
''

In de Europese politiek is iedereen elkaars friend. Als de kopstukken van de Europese Unie elkaar ontmoeten, vliegen ze elkaar om de hals, knuffelen, zoenen en prijzen elkaar publiekelijk de hemel in. Om vervolgens achter gesloten deuren hard te strijden.

Tot de Griekse regering-Syriza onder leiding van premier Alexis ­Tsipras en zijn rechterhand Yanis Varoufakis op 26 januari aantraden. Zij trokken zich niets aan van deze mores. Aanvankelijk verfrissend, maar al gauw ontspoorde het.

Ruzie

De hoofdrolspelers waren de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble (CDU) en zijn ambtgenoot Varoufakis. Schäuble wist niet wat hem overkwam toen Varoufakis op 5 februari voor het eerst in Berlijn kwam.

Na afloop zei Schäuble: ‘We zijn het erover eens dat we het oneens zijn.’ De gebruikelijke nette frase om te zeggen dat er ruzie is. Waarop Varoufakis – tot verbijstering van Schäuble – doodleuk zei: ‘We zijn het er niet over eens dat we het oneens zijn.’

In de maanden erna liet Schäuble al zijn aangeleerde beleefdheid varen. Van: ‘Wat willen de Grieken eigenlijk?’ via ‘Ik zie niet hoe Varoufakis ons leven makkelijker maakt’ en ‘Deze regering heeft nog niets gedaan’ tot ‘Het is de schuld van de Griekse regering’.

Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker, die de duivel nog my friend zou noemen, raakte als Luxemburgse christen-democraat in de war van dat verbale geweld. Hij bleef Tsipras zoenen en omhelzen.

Geslijm

De in december 2014 aangetreden Poolse voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk – een Oost-Europese vechter – had al gauw genoeg van dat geslijm. Hij zei duidelijke dingen als ‘Ze moeten ophouden met gokken’ en ‘Als er zondag geen deal is, is het afgelopen’.

Tsipras liet onderwijl twee gezichten zien. Het ene moment belde hij de Duitse bondskanselier Angela Merkel en smeekte haar om meer geld, om even later te zeggen: ‘Merkel is politiek zwak’.

Zoals altijd reageerde Merkel stoïcijns op het mannelijke verbale geweld. Na elke Europese top, na elk crisisoverleg, herhaalde ze met haar minzame glimlach: ‘Ik ben ervan overtuigd dat als er een wil is, er ook een weg is. Als de politiek verantwoordelijken in Athene die wil kunnen opbrengen, dan is een overeenkomst mogelijk.’

Ofwel: Tsipras moet doen wat ik zeg. En zo gebeurde het. Tsipras zei na de deal van maandag met een klein stemmetje: ‘We hebben hard gevochten.’ Zijn ‘vrienden’ – de collega-regeringsleiders – hadden het laatste woord.

Elsevier nummer 29, 18 juli 2015