Waarom Islamitische Staat niet zomaar zal opgeven

28 mei 2015Leestijd: 5 minuten
'Reuters'

Opnieuw verrast IS zijn tegenstanders met een dubbele blitzkrieg. Zijn ze dan toch aan het winnen? De feiten in een oorlog op vele fronten. Plus: de doodscultus van deze moslimextremistische terreurgroep.

Verliezen

Het leger in Irak neemt doorgaans de benen als IS eraan komt, maar de afgelopen maanden was IS daar op zijn retour: de moslimextremistische terreurgroep werd verdreven uit de stad Tikrit en uit delen van Sinjar. Het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, meldde vorige maand dat IS een kwart van zijn terrein in Irak was kwijtgeraakt.

In Syrië ligt dat anders. IS’ aftocht uit de stad Kobani eerder dit jaar was een zeldzame tegenslag voor IS en te danken aan Koerdische strijders en luchtaanvallen van de anti-IS-coalitie onder leiding van de Verenigde Staten. Maar in het oosten van Syrië staat IS sterk. Met de inname van de historische stad Palmyra kregen ze zelfs de helft van Syrië onder controle.

Westerse luchtaanvallen en speciale operaties verzwakken wel het leiderschap van IS. De IS-leider verantwoordelijk voor de olie- en gashandel werd onlangs gedood bij een actie van Amerikaanse commando’s in Syrië. Andere hooggeplaatste leiders kwamen om bij luchtaanvallen. Het gerucht gaat dat kalief Abu Bakr al-Baghdadi deels verlamd is geraakt bij zo’n aanval.

Terreinwinst

IS is als een waterbed: duw je er aan de ene kant op, dan zet de andere kant uit. Terwijl de druk elders in Irak toenam, veroverde de organisatie vorige week Ramadi, hoofdstad van de provincie Anbar. Daags erna volgde Palmyra in Syrië. Steeds meer extremistische groepen in het Midden-Oosten verklaren zich loyaal aan IS.

De IS-afdeling in Libië nam in november 2014 het oostelijk gelegen stadje Derna in en heerst sinds begin dit jaar in Muammar al-Khaddafi’s geboortestad Sirte – al is onduidelijk hoe sterk hun greep daar is. In de noordelijke Sinaïwoestijn in Egypte spelen IS-sympathisanten een kat-en-muisspel met het leger. IS heeft daar geen eigen grondgebied, maar wint er aanhang. In Nigeria heeft terreurgroep Boko Haram zich onderdeel van IS verklaard.

Grondoffensief

Het verlies van Ramadi was een forse tegenvaller, maar in Irak staat IS zoals gezegd onder grote druk. IS’ vlucht uit Tikrit is grotendeels veroorzaakt door Iraakse sjiitische milities.

Deze tienduizenden, veelal door Iran gesteunde vrijwilligers zijn veel gemotiveerder dan het reguliere leger in hun strijd tegen de extremistische soennieten van IS. De toenemende druk op IS in het noorden van Irak is het werk van de Koerden, die met westerse wapens en munitie hun autonome gebied beschermen.

Ook in Syrië vechten Koerden om IS uit ‘hun’ gebied te verdrijven, zoals bij de strijd om Kobani. Maar Syrische rebellen vechten liever tegen aartsvijand Bashar al-Assad, de Syrische president, dan tegen IS. Het Syrische leger, tot slot, was tot voor kort content met de aanvallen van IS op gematigde rebellen. Maar nu het monster is gegroeid, kan Assads leger het niet meer aan. De grote vraag is nu: wie gaat de strijd aan tegen IS in Syrië?

Luchtaanvallen

Je kunt een grondoorlog niet vanuit de lucht winnen; Koerden, Irakezen, Syriërs, soennieten of sjiieten zullen straat voor straat op IS moeten heroveren. De luchtaanvallen van de anti-IS-coalitie verzwakken IS, maar er zijn grenzen aan het nut ervan, deels omdat IS zich in steden verschanst en de coalitie burgerdoden wil voorkomen.

En de organisatie is slim: ze verplaatst zich nu in kleinere groepen. De inname van Ramadi lukte dankzij een zandstorm die coalitievliegtuigen het zicht ontnam. Toen de storm optrok, waren IS-militanten al in gevecht met Iraakse troepen en was het risico op slachtoffers door ‘vriendelijk vuur’ te groot.

In Syrië dient zich een dilemma aan dat de komende tijd zal groeien: als Amerika IS bombardeert, treden de Verenigde Staten in feite op als luchtmacht van Assad.

Omvang IS-leger

IS groeit nog altijd, doordat lokale soennieten zich bij hen aansluiten en door de aanwas van buitenlandse jihadisten. Hisham al-Hashimi, adviseur van de Iraakse premier op het gebied van IS, schat dat de terreurgroep 120.000 leden telt, van wie 50.000 actieve strijders.

Buitenlandse jihadisten

De organisatie blijft een magneet voor extremisten wereldwijd en Turkije doet nog altijd veel te weinig om jihadisten op weg naar Irak en Syrië te stoppen. Persbureau Associated Press meldde in februari dat 20.000 buitenlanders al naar het strijdtoneel zijn getrokken, onder wie 3.400 westerlingen. De meesten sluiten zich aan bij IS.

Slachtoffers

Een VN-rapport uit oktober vorig jaar stelt dat het aantal Iraakse burgerdoden door IS-acties 8.493 is. Het geverifieerde aantal gewonden 15.782. Maar het werkelijke aantal slachtoffers kan volgens de VN veel hoger liggen. Bovendien is Syrië niet meegeteld.

Minderheden als yezidi’s en christenen zijn vaak slachtoffer, maar het grootste deel van IS’ slachtoffers is moslim. Het betreft vaak massamoorden, zoals de executie van honderden gevangengenomen strijders tegelijk. Volgens Amerikaanse schattingen uit februari zijn inmiddels 6.000 IS-strijders gedood. In Syrië zijn zo’n 200.000 doden gevallen, het overgrote deel door acties van Assads regime.

Reddende rebellen?

De Verenigde Staten spreken al jaren over het trainen en bevoorraden van Syrische rebellen, maar de angst dat wapens in handen zullen vallen van radicalen, belemmerde omvangrijke actie. The Wall Street Journal berichtte eerder dit jaar dat pogingen van de CIA om een kleine groep ‘gematigde’ rebellen te steunen, uitliepen op een fiasco: te weinig, te laat. Het Pentagon gaat nu op eigen houtje rebellen trainen, maar of dat beter uitpakt, valt te bezien.

Het geduld van Turkije, Saudi-Arabië en Qatar is op. Inmiddels leveren zij stiekem wapens aan soennitische rebellen in Syrië. Alleen is voor deze soennitische staten niet IS, maar Assad de belangrijkste vijand. De rebellen gebruiken hun wapens dan ook voor terreinwinst in Syrië, zoals nabij de provincie Idlib, niet om IS aan te pakken.

Financiën

Het inkomen van IS is gedaald door aanhoudende luchtaanvallen op hun olieraffinaderijen. Maar ze hebben geld zat, zegt Jean-Charles Brisard, een Franse expert terrorismefinanciering. ‘Wij schatten hun jaarlijkse inkomen op 1 tot 1,5 miljard dollar. In november 2014 was dat nog 2,4.’

En: IS diversifieert. Nog steeds gaat olie via tussenpersonen naar omringende landen, vooral Turkije. Maar 70 procent van IS’ inkomsten komt van belastingen op handel, productie, vervoer, verkeer en inkomsten.

Alleen al ‘inkomstenbelasting’ van 30.000 Iraakse ambtenaren in Mosul en omstreken, die nog altijd worden betaald door Bagdad, levert IS volgens Brisard dit jaar 300 miljoen dollar op. Het gebied dat IS in handen heeft, bevat voor 2.000 miljard dollar aan olie, gas, en mineralen. Onder Palmyra ligt een schat aan gas en fosfaat. De recente verovering van de stad had dus mogelijk ook een economisch motief.

Elsevier nummer 22, 30 mei 2015