Meer dan 200 gehandicapte en oudere Jezidi’s vrijgelaten door IS

08 april 2015Leestijd: 2 minuten
'EPA'

Terreurbeweging Islamitische Staat (IS) heeft woensdagmiddag in Noord-Irak meer dan tweehonderd Jezidi’s vrijgelaten. Waarom de terroristen hebben besloten ze te laten gaan, is niet bekend.

Het gaat om ouderen en gehandicapten. Daarnaast liet de groep twee christenen vrij, meldt persbureau Reuters. Een verslaggever van het persbureau zag woensdag dat de groep Jezidi’s werd overgedragen aan Koerdische strijders in de buurt van de stad Kirkuk. Volgens hem konden sommigen van hen van de uitputting niet praten.

Duivelaanbidders

Een vrouw uit de vrijgelaten groep vertelde hoe ze vorig jaar gevangen werd genomen. Toen ze doorhad dat IS-leden haar huis naderden, gebood ze haar kinderen te vluchten. Zelf kon ze dat niet, doordat ze kampt met gezondheidsproblemen. Ze viel toen ten prooi aan de terroristen, die haar ontvoerden en gevangen hielden.

Toen de terreurgroep vorig jaar grote delen van Noord-Irak veroverde, werden veel Jezidi’s gedood of gevangengenomen. Jezidi’s zijn een Koerdische religieuze minderheid in Irak en worden door IS beschouwd als ‘duivelaanbidders’. De Jezidi’s ontkennen zoiets als de duivel en de hel, maar aanbidden een ‘schepper’ met zie communiceren via het hoofd van zeven engelen, Melek Taus. Volgens moslims staat  hij gelijk aan Lucifer, oftewel de Duivel.

De groep is dan ook vaak het doelwit van ontvoeringen en massaslachtingen door de terroristen. Het meest bekende voorbeeld hiervan is de omsingeling van Jezidi’s door leden van IS in het Sinjar-gebergte in augustus vorig jaar. Dit was voor de Amerikaanse president Barack Obama een van de redenen om te beginnen met luchtaanvallen op de terreurbeweging.

Het is niet duidelijk waarom IS de Jezidi’s heeft vrijgelaten, maar vermoedelijk heeft het te maken met hun fysieke toestand. In januari liet de terreurbeweging ook al 200 Jezidi’s vrij.

Rivalen

Daarnaast doodde IS op woensdag in het noorden van Syrië minstens 31 mensen, onder wie een leider van het Al-Nusra-front, een dochtergroep van Al-Qa’ida. Daarnaast werden nog twee mensen van kleinere extremistische facties gedood.

Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten gebruikte IS autobommen in de stad Marea, op ongeveer 40 kilometer afstand van Aleppo, met het hoofdkwartier van rivaliserende terreurgroepen als doelwit. Leden van het Al-Nusra front vechten al sinds vorig jaar tegen IS in dit gebied.