Hoe linkse vandalen een protest in Brussel laten ontsporen

Meer dan 100.000 mensen trokken donderdag door Brussel om te protesteren tegen het beleid van de nieuwe centrum-rechtse regering in België. Maar de sfeer rond de ‘nationale betoging’ werd op het einde erg grimmig.

Zo’n honderd linkse activisten trekken een spoor van vernieling door de Belgische hoofdstad. Op beelden en foto’s is te zien hoe auto’s en verkeerslichten het moeten ontgelden.

Traangas

Voertuigen gaan in vlammen op, meldt het Belgische tijdschrift Knack. Ook zijn er stenen gegooid naar de politie. Die moest in de hoofdstad traangas en waterkanonnen inzetten. Politieagenten proberen de heethoofden uiteen te drijven door hen naar het treinstation te leiden. Voor deze vandalen – mét doodskopmasker – is de ravage blijkbaar aanleiding om eens een goede ‘selfie’ te maken.

De betoging was georganiseerd door de vakbonden als protest tegen de in hun ogen vergaande bezuinigingsplannen van de net aangestelde regering onder leiding van premier Charles Michel. Er is boosheid over de pensioenleeftijd die omhoog gaat naar 67, salarissen die worden bevroren en de besparingen bij overheidsdiensten.

Rode coltrui

Ook oud-premier Elio Di Rupo van de Franstalige Socialisten was onder de betogers. Vreemd, schrijft DeRedactie.be: er bestaat een ongeschreven wet dat ex-regeringsleiders net na hun aftreden een hele tijd stilte in acht nemen voor dat zij zich weer in de politieke arena begeven.

Di Rupo – getooid in een rode coltrui –  vond desondanks dat hij toch de straat op moest gegaan. Het is volgens hem ‘niet normaal dat de maatregelen op de rug van de werknemers en van de gepensioneerden worden genomen’. Ook Laurette Onkelinx, die de afgelopen vijftien jaar vicepremier van België was – hekelde het ‘sociaal bloedbad’ van de regering-Michel. Grote woorden van Onkelinx, die thans fractieleider van de Franstalige Socialisten is.

Sommige Twitteraars verzuchten dat het toch echt Di Rupo zelf was die het land met een enorme staatsschuld heeft opgescheept.

Daardoor zou de nieuwe ministerploeg van liberalen, christendemocraten en Vlaams-nationalisten zich nu genoodzaakt zien om fors in te grijpen, om zo de staatsfinanciën weer enigszins op orde te krijgen.