Libisch parlement komt vanaf nu bijeen op Griekse veerboot

09 september 2014Leestijd: 2 minuten

De parlementariërs van Libië hebben hun toevlucht gezocht tot een afgehuurde Griekse veerboot in de havenstad Tobruk, in het oosten van het land. Daar zijn zij relatief veilig voor het oorlogsgeweld.

Dat schrijft de Britse krant The Guardian dinsdag,

Bedompt

De 17.000-ton zware boot Elyros, die normaal gesproken mensen en auto’s tussen Griekenland en Italië vervoert, dient nu als een ‘drijvend parlement’. Binnen is de sfeer bedompt, schrijft de krant.

De parlementariërs vergaderen er, hun kinderen spelen in de gangen, met om hen heen de volledige Griekse bemanning. De bars en het restaurant op het grote witte schip zijn verlaten. Een hoge functionaris verdedigt de keuze voor de veerboot: ‘We hadden maar drie dagen om alles voor te bereiden in Tobruk. We moesten ruimtes zoeken om te vergaderen, waar we internet konden gebruiken, alles eigenlijk. Als er geen schip is, waar moet je dan verblijven?’

Een bediende op het schip beaamt dat het een zeer ongewone situatie is. ‘We weten niet hoe lang we hier blijven, misschien wel maanden’. Het wettig gekozen parlement is er nog altijd rotsvast van overtuigd dat zij het land besturen, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een complete anarchie met een heleboel milities die elkaar bestrijden.

Relatief rustig

Waarom zitten de parlementsleden helemaal in Tobruk, ver verwijderd van Tripoli? In tegenstelling tot de hoofdstad, dat grotendeels is ingenomen door islamisten en jihadisten, is Tobruk relatief rustig.

Maar niet ver verwijderd van de havenstad ligt Derna, een kustplaats die eveneens in handen is van jihadisten. Die zeggen zich verbonden te voelen met IS, de terreurbeweging in Irak en Syrië. De frontlinie ligt niet ver van de buitensteden van Tobruk.

Golfstaten

Intussen bemoeien ook regionale machten zich met het conflict in het Noord-Afrikaanse land. Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten – twee Golfstaten – hebben elk een kant gekozen.

Qatar heeft zich geschaard achter de radicaalislamitische groepen en de Emiraten voor de rivaliserende nationalisten. Daarbij worden zij gesteund door Egypte. Ook Sudan is betrokken: de autoritaire president Omar al-Bashir levert wapens aan de islamisten.